Windturbines/zonnepanelen langs A4 en A12

In het gebied aan weerszijden van de A4 en A12 ter hoogte van Leidschendam-Voorburg kunnen windturbines komen en/of zonne-energie worden opgewekt. Dat blijkt uit de Regionale energiestrategie (RES). Eerder sprak de gemeenteraad uit dat er in Leidschendam-Voorburg geen plek was voor windturbines.

De RES gaat over de energie omwenteling en het terugdringen met de luchtvervuiling door CO2 (koolstofdioxide, broeikasgas): energiebesparing, inzet vernieuwbare energiebronnen, warmtevoorziening niet meer met gas verzorgen.

In de RES staat dat stedelijk gebied ongeschikt is voor de komst van windturbines. Bij de opstelling buiten dat gebied moeten de turbines ‘in lijn’ komen te staan. Het panorama van het open landschap moet behouden blijven.

Als kansrijk voor het neerzetten van windturbines dan wel het opwekken van zonne-energie worden knooppunten van snelwegen, oksels van klaverbladen en brede bermen langs snelwegen genoemd. Geluidschermen kunnen gebruikt worden voor het opwekken van zonne-energie.

De aanleg van grootschalige ‘zonnevelden’ in veenweidegebieden (zoals het open gebied tussen Leidschendam, Wilsveen en Stompwijk) wordt alleen mogelijk geacht bij een grootschalige gebiedsontwikkeling, bijvoorbeeld wegens bodemdaling.

Wat de warmtevoorziening betreft worden voor Leidschendam-Voorburg twee opties geschetst: ‘eiland’ en ‘samenland’. Bij eiland dekt de gemeente minstens de helft van de warmtevraag door geothermie (aardwarmte). De rest komt uit gebruik van restwarmte. De gemeente stemt het beleid weliswaar af met buurgemeenten maar er is geen regionale samenwerking.

Bij ‘samenland’ is juist sprake van een nauwe verwevenheid tussen de gemeente en de regio bij het dekken van de vraag naar warmte. Er wordt een samenhangend systeem met de regio opgezet waarin lasten en lusten worden gedeeld. Er is een optimale uitwisseling van vraag en aanbod van warmte.

Welk van beide scenario’s gekozen wordt hangt vooral af van de mogelijkheden die geothermie lokaal biedt.

In de RES staat verder dat een aansluiting van Leidschendam-Voorburg op een leiding die restwarmte vanuit het Rotterdamse havengebied via Rijswijk naar Den Haag transporteert, onzeker is. Het aanhaken op een nog aan te leggen leiding vanaf Rijswijk naar Leiden wordt ‘kansrijker’ genoemd.