VRIJWILLIGERSWERK IN EEN WEESHUIS IN BOLIVIA DOOR LINDA
De tijd vliegt voorbij. Ik ben eigenlijk alweer veel te laat om nog een gelukkig nieuwjaar te wensen, maar bij deze wil ik dat toch nog doen! Ik heb er alweer ruim 3 maanden op zitten in Bolivia. Sinds medio oktober 2002 ben ik namelijk als vrijwiligster werkzaam in het weeshuis Tata Juan de Dios in Sucre (Bolivia).
Bolivia is het armste, hoogste, geïsoleerde en meest Indiaanse land van ZuidAmerika. In omvang is het dertig maal Nederland en het heeft een bevolking van 8.000.000 inwoners. Het wordt vanwege de hoge ligging ook wel het ‘Tibet van het Amerikaanse continent’ genoemd. De naam Bolivia is afkomstig van de bevrijder van Zuid–Amerika, Simon Bolivar. In de vlag van Bolivia zijn vele elementen van het land verwerkt; de rode horizontale baan vertegenwoordigt het bloed, dat veelvuldig gevloeid heeft in de strijd naar onafhankelijkheid tegen dictaturen; de gele baan symboliseert de rijkdom van Bolivia in de vorm van mineralen; de groene baan het tropisch regenwoud, dat bijna tweederde van het land in beslag neemt. In het embleem in het midden van de vlag zijn verder nog onder andere de condor, lama, zon en bergen te zien. Grote delen van het land zijn onbewoonbaar. In het westelijk deel komt dit, omdat het land zeer hoog gelegen is en bestaat uit kale Andesrotsen, waarvan de toppen wel tot 7000 meter hoogte reiken. Het oostelijk gedeelte wordt gevormd door tropische regenwouden waarin wegen veelal ontbreken. De bevolking bestaat voor het grootste gedeelte uit Indianen en Mestiezen. De bekendste groepen zijn de Inca’s en de Amayra’s. De meeste bewoners spreken naast hun eigen taal het Spaans. Ruim 60% van de bevolking bestaat uit Indianen, die vaak nog een heel traditionele cultuur hebben.
Het land is rijk aan grondstoffen, maar ondanks deze rijkdom is het merendeel van de bevolking arm als ´een bedelaar op een gouden troon´. De geschiedenis van Bolivia is een van de meest turbulente en meest explosieve van het continent.
Bolivia is zowel primitief als modern. Op sommige plaatsen vooral op het platteland lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Alles is daar van enorme eenvoud en het levenstempo is erg traag. De grote steden daarentegen zijn van vele gemakken voorzien.
Sucre vertegenwoordigt het Spaans koloniale Bolivia: deze prachtige ´witte´ stad heeft de koloniale sfeer grotendeels behouden en is nog steeds de officiële hoofdstad van het land. In deze hoofdstad bevindt zich het weeshuis Tata San Juan de Dios.
Hogar (Weeshuis): Tata Juan de Dios ´Kayka Wasiyki´
“Mammi, mammi” wordt mij toegeroepen, als ik voor de eerste keer bij het weeshuis kom. “Wat veel kleine kinderen die hier zonder familie moeten leven”, is de gedachte die door mijn hoofd schiet. Zo´n 40 kinderen wonen in dit weeshuis, verdeeld in 2 groepen. Boven zitten 16 kleine kinderen tussen de 02 jaar oud. Beneden wonen de ‘grote’ kinderen van 26 jaar oud, op dit moment 27 kinderen. Kayka Wasiyki betekent: ‘hier is jouw huis’.
Het weeshuis is in 1996 opgericht door de parochie San Juan de Dios. Vóór 1996 was er al wel een dagopvang waar kinderen eten konden krijgen. Vanaf februari 1996 wordt het weeshuis geleid door de Argentijnse nonnenorde: ´Hermanas San Antonia de Padua´. De 4 nonnen wonen in het huis naast het weeshuis.
Daarnaast werken in verschillende diensten overdag 2 verpleegsters bij de ’kleintjes’ en ´s nachts slechts 1 verpleegster. En bij de 27 ‘groten’ is altijd 1 ‘educadora’ (juffrouw) aanwezig. Kun je het je voorstellen dat slechts 1 jufrouw mamma (en pappa) moet zijn voor de 27 kinderen tegelijk, inderdaad een hele opgave. Ook voor 16 kleintjes zijn 2 verpleegsters eigenlijk veel te weinig. Vaak wordt door gebrek aan mankracht bij de allerkleinste de fles in de wieg in de mond gestopt en zo moeten ze zichzelf dus maar de fles geven.
De twijfels, die ik voorheen had over het feit of het wel goed voor de kinderen zou zijn om voor slechts een paar maanden hier te komen werken, zijn verdwenen. Ik weet nu zeker dat alle aandacht die deze kinderen kunnen krijgen meegenomen is. Ook al zou het veel beter zijn als deze kinderen gewoon in een familie kunnen opgroeien is alle aandacht welkom. Beter iets dan niets.
In eerste instantie was ik best overdonderd van de staat van het weeshuis. Op het eerste gezicht ziet het er goed uit. De kinderen hebben een mooie slaapzaal, een speelzaal, eetzaal en een buitenplaats. Het weeshuis is mede door financiële steun uit de USA opgebouwd. Maar al snel merk je dat het huis niet het belangrijkst is. Volgens mij hebben de kinderen gebrek aan aandacht. Het gemis naar een ´pappa en mamma´. Wat betreft materieel gebrek zijn handdoeken, luierstof, plastic broekjes en leerzaam speelgoed van harte welkom. Los ninos (de kinderen) Alle kinderen zitten er met hun eigen achtergrond, hun eigen verhaal. Sommige kinderen hebben geen van beide ouders meer. Ik was erg
verbaasd om te horen dat een groot aantal kinderen nog wel één van beide ouders heeft of soms zelfs nog beiden.
Bij sommige kinderen kan de ouder niet zorgen voor het kind, andere ouders hebben hun kind afgestoten, bij weer anderen is het doordat de ouders alcoholisten zijn. Allemaal trieste verhalen. Maar ik begrijp nog steeds niet hoe gemakkelijk ze soms een kind in een weeshuis ‘dumpen’. De allergrootste kinderen van 46 jaar gaan naar ‘kinderopvang’ ofwel de crèche. Wanneer ze de crèche hebben afgerond gaan ze naar een ander ´hogar´(weeshuis). Er is geen capaciteit om ook oudere kinderen te plaatsen in Tata Juan de Dios. Wel wordt er voor gezorgd dat de broertjes en/of zusjes bij elkaar blijven. Ongeveer 2 jaar geleden heeft de parochie San Juan de Dios vlakbij Sucre een ander weeshuis, ´Virgen de la Yedra´ opgezet. Hier wonen jongens van 618 jaar. De meisjes gaan naar andere huizen in de omgeving.
Werkzaamheden en activiteiten
Met 2 andere Nederlandse vrijwilligers werken we op dit moment in het weeshuis. Ik help beneden bij de grote kinderen 26 jaar, waar de Spaanse taal toch echt wel een ´must´ is. Cynthia en Nicole helpen bij de kleintjes van 02.Naast het helpen met eten en naar bed brengen, zijn leerzame activiteiten met deze kinderen erg belangrijk. Alle kleuteractiviteiten komen weer naar boven, tekenen, tellen, kleuren, kleien, touwtje springen dansen etc. De cassettes met kabouterplop, de vogeltjesdans, hoofd schouders knie en teen, pizzahut enz. doen het hier ook erg goed. Ook de Nederlandse pokémon tandenborstels en de tandenpoetsles vonden ze allemaal geweldig. Ik kan mij niet herinneren dat ik vroeger zo blij heb kunnen zijn met een nieuwe tandenborstel.
Samen leren spelen behoort hier toch ook wel tot één van de leerdoelen. “Es mia, es mia” (van mij, van mij) hoor je er regelmatig .. je zou bijna denken: ikke ikke ikke… Maar als je de kinderen een keer mee uit neemt zijn ze echt superlief en hoor je niemand huilen of zeuren. Misschien ook wel logisch, want degene die nog niet naar de crèche gaan zitten de gehele dag in het weeshuis. Het is ook erg moeilijk om met 27 kinderen en 1 juf te gaan wandelen. Dus met de andere vrijwilligers nemen we een groepje mee op stap naar de speeltuin, de boerderij, poppenkast, het kerkhof (met allerzielen), eindje wandelen, het kindermuseum of de markt. Erg leuk en soms ook nog leerzaam en de kids zijn helemaal in hun sas.
Verjaardagen
De verjaardagen van ´los niños´ worden normaal gesproken 1 keer per maand of in de twee maanden gevierd voor degene die in die maanden jarig zijn. Een kinderverjaardag gaat gepaard met veel eten en een lekkere taart. En een pop waar kadootjes voor iedereen uitkomt. Ook nog maar een geïnproviseerd poppenkaststukje opgevoerd, niet te geloven hoe iedereen daarna zat te kijken. Echt heel geconcentreerd.
Sinterklaas
Verder hebben we dit jaar Sinterklaas maar voor een dagje naar Bolivia laten komen, want daar zijn toch ook hele lieve kinderen. De hele week het verhaal van sinterklaas uitgelegd en vrijdag 29 november was het dan zover. ´s Middags met de siësta de schoen zetten met natuurlijk een sinterklaas tekening. Natuurlijk zaten er na de siësta snoepjes in, maar dat was niet alles.. nee twee uur later ging de bel en daar stonden dan 3 zakken met kado´s voor het weeshuis. Sinterklaas had helaas geen tijd, maar goed dat kan gebeuren als hij heel Nederland nog door moet. Voor iedereen was er een apart klein kadootje en het meeste was voor algemeen gebruik zoals luierstof, slabben, handdoeken, plastic onderbroekjes, kleurplaten, springtouw, schriften, kleurtjes, echt van alles maar als klapper toch wel een echte poppenkast waar de kinderen en de groten in kunnen spelen.
Natuurlijk werd er ook geschminkt en nadat de kado’s waren uitgepakt werd er op alle Nederlandse kinderliedjes gedanst.
Na de sinterklaas ben ik een weekje er tussenuit geweest. Heerlijk genieten van het mooie Bolivia. Van de mijnen in Potosí, wat echt een triest gebeuren is naar het allermooiste en grootste zoutmeer ter wereld (salar de Uyuni). Weer terug naar het weeshuis … en voor de kerst met een groep Boliviaanse jongeren missionarissen van de Parochie San Juan de Dios naar het platteland… maar daarover later meer.
EL CAMPO BOLIVIANO
Op missie naar het platteland van Bolivia: Back to basic
In het weeshuis Tata Juan de Dios wonen ongeveer 45 kinderen tussen de 06 jaar. De week van 1622 december had voor mij echter een andere invulling: op missie naar het platteland van Bolivia. Mij was al verteld dat het platteland heel anders was dan de enigszins ´ontwikkelde´ stad. De week voor kerst kreeg ik de gelegenheid om dit met eigen ogen te gaan bekijken. Een groep jongeren, Boliviaanse missionarissen, hadden mij uitgenodigd om mee te gaan naar de gemeenschappen in Huacareta. Huacareta ligt zo´n 18 uur hobbelen (=bussen) van Sucre, tussen Santa Cruz en Sucre.
Volgende week het vervolg van Linda