Ingrijpende verkeersmaatregelen in Stompwijk

De Dr. van Noortstraat in Stompwijk wordt met  ingang van 1 juni een éénrichtingsweg. Het gaat vooralsnog om een proef die tot 31 mei 2024 duurt. Op de Veenpoldersweg, die rondom de dorpskern loopt, wordt een maximum snelheid van 60 kilometer per uur ingevoerd, op sommige stukken 30 kilometer per uur. Dat hebben B&W besloten.

Dr. van Noortstraat:

= éénrichtingsverkeer tussen het kruispunt met Veenpoldersweg/

   Tuinbouwweg en het kruispunt met de Huyssitterweg in de rijrichting van Leidschendam. Het geldt alleen niet voor bewoners van Dr. van Noortstraat 1 t/m 10c;

= éénrichtingsverkeer tussen het kruispunt met Westeinderweg en het kruis punt met Veenpoldersweg/N206 in de rijrichting van de N206;

= éénrichtingsverkeer op de Huyssitterweg tussen het kruispunt met de Veen poldersweg en het kruispunt met de Dr. van Noortstraat in de rijrichting van de Dr. van Noortstraat;

= éénrichtingsverkeer op de Westeinderweg tussen het kruispunt met de Veenpoldersweg en het kruispunt met de Dr. van Noortstraat in de rij richting van de Dr. van Noortstraat, behalve op de eerste 200 meter van

    de Westeinderweg (vanaf de Dr. van Noortstraat);

= een verbod voor vrachtverkeer op de Dr. van Noortstraat behalve bestemmingsverkeer.

Veenpoldersweg:

= een snelheidsbeperking van 60 km per uur;

= een snelheidsbeperking van 30 km per uur  tussen de Veenpoldersweg 42 en het kruispunt met de Huyssitterweg (inclusief het kruispunt) en tussen de Dr. van Noortstraat en de Tuinbouwweg (inclusief het kruispunt);

= een snelheidsbeperking van 30 km per uur op de Nieuwe Vaartlaan en Van Kampenlaan alsmede rondom het kruispunt Veenpoldersweg – Huyssitter weg;

= het aanduiden van de Veenpoldersweg als voorrangsweg.

Daarnaast komen er nadere voorrangsregels voor gebruikers van het bromfietspad. De Veenpoldersweg wordt gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, behalve daar waar de maximum snelheid 30 km per uur is, op een deel van de Nieuwe Vaartlaan en op een deel van de Huyssitterweg.

Het is verplicht de bromfietspad (in twee richtingen) te gebruiken tussen het kruispunt Veenpoldersweg – Dr. van Noortstraat; het weggedeelte van de Veenpoldersweg tussen de Westeinderweg 16 en Veenpoldersweg 42; tussen de Nieuwe Vaartlaan en de Van Kampenlaan, onderlangs de brug; het weggedeelte van de Huyssitterweg romdom het kruispunt met de Veenpoldersweg.

Landbouwtrekkers mogen de Dr. van Noortstraat niet meer naderen vanaf de kruisingen met de Veenpoldersweg. De Van Kampenlaan wordt direct bij de Veenpoldersweg gesloten voor verkeer, behalve hulpdiensten. Op de Veenpoldersweg komt een laad- en loszone tussen nummer 42 en de eerstvolgende kruising in westelijke richting. Bij de oversteek voor vee op de Veenpoldersweg komt een stopverbod.

Voetbal

Prachtige sport voor mensen

Hoe fanatiek het soms ook is

Mensen genieten van het spelletje

Maar ‘n mening of verstand soms mist

publiek beleeft het spel met jonge spelers

Die strijden voor de winst

De scheidsrechter zal zijn recht beoordelen

Bij incidenten zijn de spelers op zijn minst

in hevigheid in strijd gestreden

Als rommel naar beneden komt op het gras

Komt de hulp aangelopen met de dokterstas

En treft een speler onterecht

Na een scoren tussen bal en man gevecht

Zien ze de titel soms als verloren

Zolang de bal blijft rollen met hoop is er niets verloren

Supporters blijven onvoorspelbare wezens

en juist niet van hun slechte daden goed bewust

Laat mensen die de sport op handen dragen aan de kant

Zich melden waar de strijd ontbrandt

Om de wedstrijd verder te kunnen volgen

Komt er rust op het veld en in het voetballand

Wybo Suijten

VrouwActief ….. mei

Volgende week dinsdag 9 mei is de laatste VrouwActief avond van dit seizoen bij het Geertje.

Ter herinnering, we beginnen om half 8, dus een half uurtje eerder dan normaal.

Inmiddels hebben we 38 aanmeldingen en een paar afzeggingen binnen. Mocht je nog mee willen doen met het GekkeGeitenspel88, geef je dan snel op. Ook als je gewoon aanwezig wilt zijn zonder deelname aan het spel, ben je welkom, maar geef het wel even door.

We hopen op een zonnige avond met veel plezier en blikken terug op een mooi seizoen en kijken vooruit naar hopelijk veel fijne avonden met elkaar.

Namens bestuur VrouwActief

Ria Luiten

Herinnering aan Margit Hegyi / Gré Berg 1916-1945

In het voorjaar van 1921 stond mijn vader Dirk Berg op het treinstation in Leiden te wachten op de aankomst van zijn pleegzoon. Toen de trein uit Boedapest arriveerde stapte daar een groep kinderen uit die naar ons land waren gehaald om bij Nederlandse families aan te sterken. Hongarije had enorm geleden onder de Eerste Wereldoorlog en veel kinderen hadden een oorlogstrauma en waren zwaar ondervoed. In Nederland trok het Centraal Comité voor Hongaarse Vacantiekinderen zich het lot van deze kinderen aan. Tussen 1920 en 1930 zorgde dit comité voor de opvang van 28.000 kinderen.

De pleegzoon die mijn vader verwachtte zat niet in de trein. Wel stond er een meisje moederziel alleen op het perron omdat haar pleegouders niet waren op komen dagen. Mijn vader besloot ter plekke om dit meisje met de naam Margit Hegyi mee te nemen naar ons huis in Zoeterwoude. Hij rekende erop dat mijn moeder vreemd zou opkijken als ze een dochter in plaats van een zoon zou zien verschijnen, maar hij ging er ook vanuit dat mijn moeder haar met open armen zou ontvangen. Dat gebeurde ook! Hegyi betekent berg in het Hongaars. Dus misschien had het wel zo moeten zijn dat Margit terecht kwam in het huis van de familie Berg aan de Zuidbuurtseweg in Zoeterwoude!

In het begin was het wennen. Mijn ouders en Gré (dat was haar Nederlandse naam) verstonden elkaar niet en begrepen elkaar ook niet altijd. Als mijn ouders gingen zitten om te eten ging Gré staan en als er gebeden werd sloeg ze haar armen over elkaar en dacht mijn moeder dat ze misschien boos was. Gelukkig kon Gré snel naar school en groeide ze op tot een vrolijk, sociaal en ondernemend kind.

Eigenlijk zou Gré tijdelijk in Nederland blijven maar al snel volgde een brief van haar tante uit Hongarije met de vraag of mijn ouders voor Gré wilden blijven zorgen. Haar moeder bleek overleden en haar vader was volgens tante een lichtzinnige man die het geld dat hij verdiende alleen maar uitgaf aan drank.

In 1928 kregen mijn ouders een bericht van het Hongaarse Comité met de boodschap dat Gré terug moest naar Hongarije omdat haar vader dat eiste. Zijn dochter was 12 jaar en waarschijnlijk vond hij dat ze oud genoeg was om geld voor hem te verdienen. Het treinkaartje Utrecht-Boedapest was als gekocht en de rekening à 15,- gulden door het comité bijgevoegd. Vader en moeder dachten er niet aan om hun kind te laten gaan. Ze hadden beloofd altijd goed voor haar te zorgen. Waarschijnlijk hebben mijn ouders het comité ervan kunnen overtuigen dat Gré geen goede toekomst zou krijgen bij haar vader en kon ze toen gelukkig in Nederland blijven.

Gré bleef lange tijd enig kind. In 1933 werd ik zelf geboren. Toen had ik dus een grote zus die al 17 jaar oud was! Gré zorgde heel goed voor mij en ik vond het heerlijk als zij haar vrienden mee naar huis nam. Later kregen mijn ouders nog drie kinderen: Theo, Clazien en Jan.

Tijdens de oorlog ontmoette Gré een aantal mensen uit het verzet. Deze groep zorgde onder andere voor de verspreiding van de Kroniek van de Week, een verzetskrant. Dit krantje heb ik zelf ook rondgebracht. Ik moest ze onder mijn jurk verstoppen en naar verschillende adressen brengen. Als er mensen thuis waren mocht ik de krant niet op tafel leggen en moest ik direct vertrekken. Toen ik besefte wat ik deed, durfde ik het niet meer te doen. Ik was te angstig.

Mijn zus had geen Nederlands paspoort. Zij moest stempels halen bij het gemeentehuis. Na de eerste oorlogsjaren werd dat een spannende gebeurtenis want de Duitsers vonden dat Hongaren terug moesten keren naar hun eigen land. Tot ’43 heeft Gré stempels gehaald. Daarna was de kans om opgepakt te worden te groot. Dat betekende wel dat ze altijd heel erg op haar hoede moest zijn, zeker als er razzia’s waren.

In mei ’45 kregen we het geweldige nieuws dat Nederland eindelijk bevrijd werd door de Canadezen. Ik weet nog goed dat het op donderdag? 10 mei prachtig weer was. Mijn moeder vroeg aan Gré of ze thee wilde komen drinken buiten in de tuin. Mijn zus zei dat ze geen tijd had omdat ze de vaat moest ophalen bij de gevangenen. Ze bedoelde de vrouwen die opgepakt waren omdat ze hadden geheuld met de Duitsers. Deze vrouwen werden gevangengehouden in de jongensschool aan de Schenkelweg. Voor de school hield een jongen van de Binnenlandse Strijdkrachten de wacht. Wat er toen precies gebeurd is, weet ik niet. Gré schijnt gevraagd te hebben hoe zijn geweer werkte en dat is toen per ongeluk afgegaan in haar buik. Wat een paniek! Er moest vervoer komen naar het ziekenhuis en mijn ouders moesten op de hoogte gebracht worden. Een priester die zij goed kende heeft haar in Zoeterwoude bediend en samen met dokter Kortman en mijn vader is Gré naar het Elizabeth Ziekenhuis in Leiden gebracht. Daar is ze twee uur geopereerd, maar het was helaas tevergeefs. Gré is 10 mei op 29-jarige leeftijd overleden.

Het verdriet van mijn ouders was immens. Ik heb mijn vader nog nooit zo hard zien huilen. Zelf dacht ik dat ik nooit meer blij zou kunnen zijn. Het contrast met de feestvierende buren was ook zo groot. Bij de buren kwam de buurman thuis van zijn dienst bij de Irenebrigade. De welkomstboog die de buren hadden gemaakt, hebben ze direct weggehaald toen ze het droevige nieuws over Gré hoorden.

Maandag 14 mei is Gré begraven op de begraafplaats aan de Zuidbuurtseweg in Zoeterwoude. Ik herinner me dat het tijdens haar uitvaart ontzettend druk was. Ze is met militaire eer begraven. Haar naam staat nog steeds samen met de namen van andere oorlogsslachtoffers op een gedenkplaat. Deze plaat hangt aan de muur van het gemeentehuis in Zoeterwoude.

Gré had in Hongarije nog een broer en een zus. Paul en Aranka heb ik pas begin jaren ’70 ontmoet. Eerder lukte niet vanwege de Russische bezetting in Hongarije. Paul was opgeklommen in de communistische partij en hij was verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Boedapest. Toen hij hoorde dat hij kanker had heeft hij zelfmoord gepleegd. Aranka is nog een paar keer in Nederland geweest.

Mijn lieve zus Gré draag ik altijd bij me. Ze heeft een plekje in mijn hart en ik draag altijd haar ketting met gouden kruis om mijn nek.

Als ik in de krant lees en op televisie de oorlog in Oekraïne zie, doet mij dat heel veel pijn. Ik voel het leed van deze mensen en ik kan en wil niet begrijpen dat mensen elkaar dit aandoen. Ik hoop dat het ooit lukt om in vrede met elkaar te leven.

Ik dank u voor het lezen van het verhaal over mijn zus Margit Hegyi, Gré Berg. Heel fijn om deze dierbare herinnering met u te delen.

Hartelijke groet, Corry Welp-Berg

Het mooiste cadeau ooit

Op 5 mei 1945 werd Nederland bevrijd van het juk van de Duitsers en dit was het mooiste verjaardagscadeau dat Jan Boogmans ooit heeft gekregen. Jan werd deze dag 12 en deze week wordt hij 90 jaar.

Deze terloops uitgesproken zin is de aanleiding om eens met Jan aan de tafel te gaan zitten, met Jan op zijn praatstoel. Jan is omringd met fotoboeken en hij heeft zijn ervaringen uit de oorlogstijd opgeschreven, foto’s, brieven, rekeningen dergelijke zijn met zorg bewaard gebleven. Het is een heel archief geworden.

Jan werd als eerste zoon geboren in het gezin van hoofdmeester Boogmans en woonde in het ‘huis van de schoolmeester’ aan de Dr. van Noortstraat 66. De woning lag op de dijk en met een trap kon je naar beneden naar het schoolplein en de jongensschool. De meisjesschool was achter het klooster tegenover de kerk.

Huis en tuin

Jan kan het zich allemaal nog goed herinneren. Het huis was groot, er waren inmiddels 4 kinderen en oma (mijn vaders moeder) woonde in en tante Marie (zus van mijn vader en haar zoon Bert) en in het weekend was ook ome Frans aanwezig om mee te eten. Ome Frans werkte bij de PTT en fietste met zijn PTT pet over de oren rond met ausweisen. Op de dagen dat ome Frans er was, mocht alleen ome Frans de pannen uitlikken. Hij schraapte ze helemaal leeg.

Het huis was voor driekwart gevorderd door de Duitsers. Het exacte aantal Duitsers is niet bekend, Jan denkt een stuk of 6, ze liepen de hele dag in en uit, want het huis was het hoofdkwartier. Er was slechts één w.c. en geen douche. Dus als  je nodig moest en Heinrich zat te poepen, moest je wachten. In het vuur van zijn verhaal noemt Jan ze nog steeds moffen.

Zelf woonden ze in de keuken (rechtsachter) en in het kantoor (rechtsvoor) waren alle bedden tegen elkaar aan geschoven, dan sliepen ze met zijn negenen in één kamer met allemaal aan elkaar geschoven bedden. Alleen oma had een piepklein kamertje boven (de voordeur).

Ze maakten hun eigen eten met keukenwagens. Dat zijn wagens met ijzeren wielen en stalen velgen met een schoorsteen er op. Er waren er twee, een kleine en een grote. Er is een foto van, door een Duitser gemaakt, met zijn vader’s Kodak.

’s Avonds werden de beide wagens met de hand de trappen opgeduwd. De wagens gingen mee op oefening. Dat trap op en af vergde de nodige samenwerking dat gepaard ging onder luid geschreeuw en soms raakte er een hand bekneld en dan werd er nog harder geschreeuwd.

Lief en leed

Naast die Duitsers was er ook nog een meid uit Den Haag, clandestien. Ze was verliefd op de ‘Spiess’, (leidinggevende) en bij controles werd zij snel bij de familie Boogmans, als nichtje, in de keuken gezet, waar ze volledig genegeerd werd. Zijn moeder kon haar wel schieten.

Op 5 mei is zij samen met 2 gestolen fietsen en nog 2 reserve fietsen met de brik van Jan Ton (bijnaam van Van Santen) en een Duitser met een geweer naar Zoetermeer vertrokken. Ze zou mee gaan naar Duitsland. Hij werd natuurlijk gevangen gezet, dus tja hoe het met deze liefde afgelopen is, blijft de vraag.

Er waren ook broodliefdes in de oorlog, dat je ‘verliefd’ wordt op iemand die te eten heeft. Door in te wonen had je in ieder geval te eten! Ook brood NSB-ers, zij die vanuit armoe, de werkloosheid was immers hoog, NSB-er werden want dan kregen ze toch bonnen om te kunnen overleven. Je kan dat veroordelen, maar als er geen brood op de plank is, dan piep je wel anders. Dat gaat gewoon zo.

De school achter hun huis was gesloten en de Bles was hiervoor opengesteld. De ene week gingen de jongens ’s morgens en de meisjes ’s middags en de week erna wisselden ze.

Achter het huis was het schoolplein en een grote tuin. Daar hadden de Duitsers een schuilkelder in gemaakt, waardoor de tuin geheel waardeloos was geworden. Alles was vernield. De schuilkelder was gebouwd uit angst voor de Tommies (Engelsen), die overvlogen. En natuurlijk voor de partizanen, de binnenlandse strijdkrachten, ondergronds verzet. Aan het eind van de oorlog werden er trekmijnen geplaatst er is toen zelfs nog een Duitser gewond geraakt, hij moest hierdoor een arm missen.

Een andere keer gingen de Duitsers bij de Noord Aa vissen, met een fles schnaps, want schnaps was alles. Er werd gevist met handgranaten! Eentje liet een granaat onder zijn eigen rubberboot vallen en werd ie half verzopen en zwaar gewond bij ons thuis gebracht. Toen stond er ineens een schildwacht voor de deur en mochten we de keuken niet uit. Dan moest er gepoept worden op een emmer.

Jan en zijn broer Joep gluurden vaak onder de heg door. Joep gaf ze allerlei bijnamen zoals pukkel-kin of pleinveger. Er waren soms strafexercities op het schoolplein als een Duitser niet goed geoefend had, of zich had misdragen.

Nieuwsgaring

De Duitsers waren er zo van overtuigd van hun gelijk dat er bijvoorbeeld al in 1943 bij de aankoop van een radio een Duitse kwitantie zat. Dat was toen al verplicht voor bedrijven. Later na de grote stakingen was er toch enige twijfel gezaaid en was de zaak toch niet zo definitief als zij dachten. Die ‘Spiess” zei tegen mijn vader, we geven ons alleen over aan de Tommies, als we de partizanen tegenkomen dan vechten we tot de laatste man. Ik hoor het hem nog zeggen. De vernedering zou te groot zijn.

Jan ging vaak de polder in op zoek naar “Vliegende Hollanders”, dat waren blaadjes die uit de vliegtuigen gegooid werden, zo werd men op de hoogte gehouden van het nieuws. Het was de enige vorm van nieuwsgaring. Dat noemden ze ‘vieze blaadjes’. Als je gearresteerd werd met zo’n blaadje, dan kleden ze je uit en sopten je in met groene zeep en werd je met straatbezems geschrobd. Jan heeft dat op het schoolplein gezien, en dan kwam de gevangene er nog goed van af.

De radio was natuurlijk in beslag genomen en door een man met een geweer en een vent van de gemeente. Ze pakten de radio en gooiden hem hup in de vuilnisauto. Als Jan zo’n blaadje vond, werd deze in zijn kous gestopt en liep hij door de wacht heen naar de keuken. Zijn vader ging dit bij de kachel lezen. Jan stond dan met zijn hiel tegen de deur. Ze klopten altijd wel, maar wachten niet op antwoord. De hiel gaf net genoeg vertraging om het blaadje in de kachel te gooien. Naast de kachel stond een teil met rotzooi klaar om erover heen te gooien.

Het einde nadert

Er kwam nog eens een nieuwe van amper 17 jaar, zijn pak stonk nog naar de nieuwigheid. En stel je voor, hij kwam zichzelf voorstellen! Hij zei dat hij student was en dat hij hoopte dat die Krieg gauw afgelopen was. Hij moest de schoenen en het koper poetsen van de koppels en bedden opmaken en water halen in lampetkannen. Hoe het met al dat wasgoed is gegaan, dat weet Jan niet. Bij elke herinnering, springt de volgende al in beeld en buitelen over elkaar heen. Fragmenten die te mooi zijn en tot de verbeelding spreken.

Zoals: Laarzen met paardenstront liepen in en uit, er werd gezopen, het tapijt was kapot, de bank had extra slijtage plekken daar waar de revolvers gedragen werden. De kachel veel te hard gestookt, ruitjes kapot. Soms werd er voor de schoonmaak hulp geboden door tante Cor Zonderop. Alie van Eik, de buurvrouw van het postkantoor, kwam nog eens theedrinken. Niet lang daarna werd er op de deur gebonkt en stonden er twee moffen voor de deur.

Snel ging het kleed via het kleine zijraampje de deur uit om op de meelzolder van bakker Stijnman in veiligheid gebracht te worden.

Bevrijding

Toen 5 mei naderden werden ze toch bang. Er stond een vent op wacht met een geweer met een bajonet erop en handgranaten. Zo bang waren ze. Bij de voordeur was prikkeldraad gespannen. De voordeur kon al maanden niet meer gebruikt worden. ’s Nachts ging er een kruisbalk in, met trekmijnen, bij het wegschuiven ervan wordt de mijn tot ontploffing gebracht. Jan sliep er vlakbij en het gekke is dat we toch niet bang waren. We hadden de hele dag met de oorlog te maken. Op een gegeven moment kwam er een Duitse herdershond in huis, die op de gang lag. Als je naar de wc moest je ook langs de hond. Zover ging het, je had niets over je eigen huis te vertellen.

Het was voor hen wel duidelijk dat de Amerikanen, Canadezen, Engelsen en Polen oprukten. Het was een kwestie van tijd, er werd nog wel hevig gevochten maar de Duitsers konden het niet bolwerken. Op een keer midden in de nacht, stond Jan samen met zijn vader midden op straat naar de lucht te staren. De hele lucht was gevuld met allemaal vliegtuigen. Bommenwerpers met hun brommende geluid vlogen heen en weer. Honderden, allemaal richting Duitsland om te bombarderen. De moffen hadden geen benzine meer of piloten en nog maar een paar vliegtuigen om deze vliegtuigen neer te halen. De V1 van de Duitsers werden in Wassenaar afgeschoten, dat konden we zo vanuit huis zien. Soms werden ze gesaboteerd door een handje suiker in de tank. Als dat fout ging en Jan maakt hierbij de passende geluiden, dan rammelden de ramen in huis. Iedereen wist dat het eind van de oorlog nabij was, maar niemand durfde te vroeg te juichen omdat al eerder een onderduiker, de heer Romijn, was doodgeschoten op Dolle Dinsdag (5 september 1944).

Vlag en wimpel

De vraag was: “Wat wil je voor je verjaardag” Ik wil niets, zei Jan, als die rot moffen maar weggaan. Iedereen had de vlag klaar staan, maar op het schoolplein werd de munitie nog uitgedeeld en er werden zelfs nog 2 fietsen in beslag genomen. Tegen een geweer kan immers niemand niet op!

5 mei kwam de koster informeren bij zijn vader en de ‘spiess’ of er al gevlagd mocht worden. De Duitsers overlegden in het Frans, “Die käsekopf versteht das nicht.’ Mijn vader verstond het wel en vertrok geen spier, hij had immers jaren Franse les gegeven. Ze bespraken onderling hoe ze dat zouden oplossen. Hij kon het woord ‘vlag’ niet uit zijn strot krijgen. Hij zei uiteindelijk: ”Hang jij je vaantje maar uit!” De vlag lag opgerold onder bed te wachten en moest uit oma’s kamer uitgehangen worden. Toen om 9 uur bekend werd dat we mochten vlaggen was de vreugde enorm. Ik was nog nooit zo blij geweest. Ik kan ook niet begrijpen dat mensen op Bevrijdingsdag de vlag niet uithangen, ze weten de waarde van een vlag niet.

We hadden een hele grote vlag met oranje wimpel en toen die uitgehangen werd, bleef de wimpel in het prikkeldraad voor de deur en daaronder liep de schildwacht met geweer en zijn handgranaten te paraderen. Jan vertelt het alsof het gisteren was. Daarna ging de vlag bij de kerk uit en volgden er meer. Het terugkrijgen van je vrijheid in je eigen huis en land, een mooier verjaardagscadeau, heeft Jan nooit meer gekregen.

Petra Oliehoek- van Es

Foto’s: privé bezit van Jan Boogmans

Twee zussen verrast met een lintje

Woensdagochtend in huize v.d. Bosch: een gepland tochtje naar het gemeentehuis in Leidschendam, alwaar Ria Luiten een lintje zou krijgen, zo was er aan Gerda verteld. Bijna iedereen moest werken, kon niet naar Leidschendam komen voor Ria, dus Gerda een vrije ochtend op haar werk gevraagd én gekregen.

Woensdagochtend in huize van Velzen: om kwart voor acht komt Maaike ons huis binnen met de mededeling dat ik mij moest aan gaan kleden, iets gezelligs aan moest trekken, want we zouden iets leuks gaan doen. Ik zat nog in mijn duster met een lekker bakkie koffie en protesteerde luid. Immers het was woensdagochtend en dat is mijn badmintonochtend, die ik niet zomaar oversla. Maar luid, luider protesteren hielp niet. Op een gegeven moment was het máááááámmmmm en daarna ben ik mij toch maar in de kleren gaan hijsen.

Aankomst in het gemeentehuis: al heel wat mensen aanwezig. Waaronder onze oudste zus Co en vriendin Ria v.d. Hoeven (ik begreep er helemaal niets meer van) En ik dacht uiteindelijk dat wij daar voor Theo v.d. Bosch waren, want ja, hij doet zoveel voor het dorp. (begreep ik nog steeds niet waarom  Ria daar was)

Ach, lang verhaal kort: als tweede werd Gerda naar voren geroepen, zij moest even worden aangestoten, want ze zat met haar gedachten ergens anders. Wat een verrassing, zij was daar dus toch niet voor Ria Luiten (die trouwens helemaal niet aanwezig was), maar voor haarzelf. Dus…. Wij waren daar toch allemaal voor haar….. Maar, dat bleek ook weer niet waar….

Als derde werd ik naar voren geroepen: nou ja, deze verrassing was nog groter dan het feit, dat Gerda een lintje had gekregen. Nee joh, hoezo dan? Ik????Ik schrok eigenlijk, want zoveel bijzonders doe ik nou toch ook weer niet. Wat ik ook doe, ik doe het met plezier en liefde. Wie weet hoe lang ik nog stil moet gaan zitten, als ik later écht oud ben. Dan kan ik toch beter nu maar dingen doen die ik leuk vind?

Ik kan u vertellen, bij ons beiden liepen de emoties nogal op, de verrassing was zo ontzettend groot! Het mooist van dit hele verhaal vind ik, dat iemand het voortouw heeft genomen en er maar liefst ’n heel jaar mee bezig is geweest om ons deze onvergetelijke ervaring te geven.

Namens Gerda en mijzelf, wil ik iedereen hartelijk bedanken die hier zijn/haar steentje aan heeft bijgedragen, onze kinderen, die toch maar mooi vrij hadden gevraagd, (en zenuwachtig in de file hadden gestaan) maar in het bijzonder bedanken wij onze neef Maarten van der Meer, die hier het meeste werk aan heeft gehad.

Maarten, dikke knuffel van je beide tantes!!!

Gerda en Trees

Toerclub Stompwijk verslagen

                               

Afgelopen zondag heeft de Toerclub de frisse aprilmaand afgesloten met voor de A en B een rit naar Maasdijk. Dankzij het mooie weer stonden weer ruim 70 fietsers klaar voor vertrek. Sommige groepen gingen op de heenweg door de duinen naar Hoek van Holland en ook daar merk je dat het betere weer ook meer recreanten trekt. Goed oppassen dus. Voorzichtig zie je hier en daar de korte mouwen en broeken in het peloton tevoorschijn komen. Het was zelfs warm genoeg om voor de eerste keer dit seizoen op het terras plaats te nemen. En het terras in Maasdijk is daar uitermate geschikt voor. De uitbaatster was op de hoogte van onze komst, maar wordt niet warm of koud van wat extra drukte en regelde alles zelf. Ze laat bij de 2e ronde gewoon een van de fietsers rondgaan met de koffiepot en dan kan ze de rest prima aan. Ook op de terugweg langs de Gaag en via Delft kun je zomaar weer een van de andere groepen tegenkomen en dan zit na een kleine 100km onze rit er weer op.

Arno van Rijn

C1

Eindelijk was er voldoende reden om zonder thermobroek en regenkleding te gaan toeren. Met ons elven vertrokken we onder leiding van interim captain Jan voor de ca. 35 km richting de koffiepauze in Schipluiden. Door het Westerpark, door het Balijbos, passeerden we met een ruime oostelijke route Pijnacker. Via Berkel en Rodenrijs, Oude Leede en stukjes Rotterdam kwamen we via de Ackerdijkse plassen langs de Zweth te fietsen. Daar waren op het water roeiwedstrijden gaande, georganiseerd door Delftse studentenverenigingen. Dat gaf wel even veel drukte op de smalle weg van fietsers, wandelaars en auto’s. Maar als iedereen attent blijft en elkaar de ruimte gunt, is dat geen probleem. Linksaf door het Abtswoudse Bos was het al gauw weer genieten van de rustige natuur met al de mooie vogelgeluiden en her en der in het water de eerste pulletjes. En dan was daar na 37 km de altijd welkome koffiepauze. Zoals bijna altijd was ook vandaag Trees van de partij, maar toch even een aparte, trotse vermelding: Ze is op 26 april door de koning gedecoreerd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau. Vanwege haar vele vrijwillige diensten die ze vervult voor de gemeenschap, zowel mens als dier kunnen altijd en al vele jaren op haar hulp rekenen. Chapeau Trees en jouw traktatie was extra lekker deze ochtend. Om half 12 vertrok onze karavaan voor de tweede helft. De borden ‘t Woudt en Delft reden we voorbij en via Nootdorp en Zoetermeer bereikten we na een heerlijke fietstocht van 65 km weer onze eindbestemming.

Lidia van Leeuwen

Ook op Koningsdag is er natuurlijk weer volop gefietst. Voor de A-groepen staat dan het jaarlijkse rondje Ringvaart op de kalender. Om half 9 stonden 3 groepen van 10, 11 en 12 klaar bij de sporthal. Het was de hele ochtend zonnig maar wel fris, dus we deden ons best om onszelf warm te fietsen. Dat lukte aardig. De route heen en terug naar de Haarlemmermeer kan hier en daar wat variëren, maar het rondje zelf is alsmaar rechtdoor. Lekker makkelijk voor de captains dus. De A3 stak vanaf Burgerveen de Haarlemmermeer dwars over en zat zodoende als eerste aan de koffie met oranjegebak. Maar gelukkig hadden ze op ons gerekend en was er ook voor de A1 en A2 nog voldoende lekkers. Na de koffie het rondje afgemaakt met vooral wind op kop en vervolgens richting Stompwijk.

Arno van Rijn

Jetty’s Eettafel

Het was alweer de laatste vrijdag van de maand, dus tijd voor Jetty’s eettafel. De tafels zaten allemaal vol, maar liefst 40 mensen hadden zich opgegeven om met elkaar de heerlijke pannenkoeken van Jan Havik te komen eten.

Om 10.00 uur was het team al in het Dorpspunt om de voorbereidingen te treffen. De tafels klaarzetten en gezellig maken met bloemetjes van de Passie, de borden, glazen en bestek neerzetten terwijl in de keuken het eerste beslag in de pannen ging, want er moest maar liefst 10 liter beslag weggewerkt worden. Om half twaalf kwamen de eerste gasten al binnen en werd het snel gezellig. Na een welkomstwoordje en even stilte, gevolgd door een proost op Jetty, kon er gestart worden met het uitserveren van de pannenkoeken.

Er was keuze uit 3 soorten; naturel, spek of ham-kaas en volgens mij hebben de meeste gasten ze allemaal geprobeerd. Aan tafel kon er poedersuiker, siroop of jam op gedaan worden om het nog lekkerder te maken.

Na een heerlijk toetje met boerenjongensijs van de Dames van Akkerlust, aangevuld met echte boerenjongens, slagroom en een oer-hollands vlaggetje, was rond 14.00 uur de afsluiting en ging iedereen weer op huis aan.

Het team was nog wel even bezig met afruimen en opruimen, maar wat was het weer een feestje, deze middag met een Hollands thema i.v.m. Koningsdag de dag ervoor.

(Ex)Bakker Jan ontzettend bedankt, je bent het nog niet verleerd. We hopen nog eens van jouw bakkunsten te kunnen genieten.

Op 12 mei is er op vrijdagochtend een inloop met gezellig samen koffie/thee drinken, een praatje en een spelletje waarna we met elkaar gaan lunchen. Alleen koffie komen drinken is ook prima, maar hoe leuk is het om met elkaar een boterhammetje te eten en even bij te praten. Kom gerust eens langs.

De volgende Jetty’s eettafel staat gepland op vrijdag 26 mei en dan verzorgt kok Ron Verhagen met het team het menu. Wat dat wordt houden we nog even geheim, maar tot nu toe zijn jullie elke keer weer blij verrast aan de enthousiaste reacties te merken.

Namens het Jetty’s eettafelteam, Ria Luiten   

VERLOREN: Wielrenbroekje en shirt…

Op Koningsdag ben ik naar Stompwijk gefietst vanuit Stolwijk, om mijn wekelijkse kaasje te brengen (en om kleindochters te zien zingen bij het Dorpspunt). Helaas is in mijn haast een pakketje van mijn fiets gevallen. Vlakbij de rotonde (Meerlaan). Een wielrenbroekje (zwart) en wielrenshirt (grijs-zwart). Hoop dat iemand het heeft gevonden?

Hartelijk dank, Jan de Vrij

(vader van Jeroen, Dr v Noortstraat 74, Tel 0620851365)

Lintjesregen in Stompwijk

De lintjesregen was HET gesprek in Stompwijk deze week, want maar liefst 2 dorpelingen werden  ermee vereerd. Gerda en Trees wil ik natuurlijk hartelijk feliciteren, zij werden terecht in het zonnetje gezet want wat zijn beide dames toch bezige bijtjes. Dat jullie nog lang met veel plezier vrijwilligerswerk blijven doen.

Vrijdagmiddag heeft Greet van Geijlswijk van mij een lintje gekregen omdat zij trouw heel sportief haar wekelijkse rondes komt zwemmen. Ik hoop dat jij nog veel waterpret zult beleven Greet. 

Ria Luiten

Dorp van het dorstige hert