Nog niet zo heel lang geleden kwam het in het nieuws: ‘Plaquette ter herinnering aan de Engelandvaarders’, onthuld door de soldaat van Oranje Erik Hazelhoff in Scheveningen. Omstreeks diezelfde tijd was het beeld van Pim Fortuyn ook klaar. Deze laatste wordt door heel Nederland gereden en staat zelfs enkele dagen op de Keukenhof te bezichtigen. Een vreemd gevoel bekruipt mij dan, de plaquette Engelandvaarders versus standbeeld Pim Fortuyn. Beiden hebben hun leven gegeven, beiden hadden geen invloed op hun overlijden en beiden hebben veel emoties losgemaakt bij de Nederlandse burger. Beiden werden ook gedreven dingen te doen, waarvan zij dachten dat Nederland er aan toe was. De vraag waar ik mee blijf zitten is deze: hoe kan het zijn dat er voor Pim Fortuyn binnen één jaar na zijn dood een levensgroot standbeeld wordt gemaakt, terwijl wij na haast 60 jaar een ‘plaquette’ durven te onthullen voor de 1.800 Engelandvaarders, die hun leven gegeven hebben voor onze vrijheid en deze plaquette bevestigd wordt aan een trapleuning op de boulevard van Scheveningen. Ik vind het een schril contrast met het mensgrootte beeld van Pim. En na een bezoek aan Theresienstad in Tsjechië enige jaren terug en deze week aan het doorgangskamp Westerbork, ben ik van mening dat eigenlijk iedereen ervan overtuigd moet zijn dat een plaquette wel wat minnetjes is voor die 1.800 mensen die vochten voor onze vrijheid. Zal het dan toch zo zijn dat hoe langer de tijd duurt, dingen minder belangrijk worden? Ik zou over 60 jaar nog wel eens willen kijken.
Leo Wijnhoven¼.., U weet wel, die van de Zustersdijk