Net terug van onze vakantie uit Mexico (kort verslag volgt begin volgend jaar), lees ik het verzoek van de Redactie om leesvoer voor het Kerstnummer aan te leveren. Hier wil ik graag op in gaan.
Ik zou 4 kaarsen willen opsteken of het ‘licht’ op personen of instanties willen laten schijnen; als eerste
jullie Redactie en alle medewerkers van de Dorpsketting zelf. Naar mijn mening wordt er onvoldoende bij stilgestaan bij al het werk en tijd die mensen binnen dit dorp steken om iedere week weer dit blad op de vloermat te krijgen en dat volledig belangeloos. Dat dit gegeven eens goed opgelicht wordt.
Als tweede Theo v.d. Meer. Wat is het geweldig dat hij de reis naar Roemenië heeft mogen maken en ons menig week gebonden houdt aan zijn reisverslag. Duidelijk en met gevoel wordt er geschreven door hem hoe situaties daar zijn en welke ontberingen mensen moeten meemaken. Hij schrijft terecht over de armoede die daar heerst en zet het af tegen de thuissituatie. Dan blijkt dat Nederland er goed voor staat en is de armoede die wij kennen er een van betrekkelijke luxe. Ik zou die discussie nog wel eens aan durven als een bisschop zegt dat mensen hier in Nederland moeten stelen om brood te kopen. Theo, mijn complimenten over de manier waarin je e.e.a. verwoord en dat je de emotie niet schuwt. Ik weet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om gevoelens bloot te leggen. Voor jezelf vraag je je steeds af: ‘Ga je er niet te ver in, en kun je dingen wel opschrijven zo?’. Wij hebben in ieder geval enorm genoten van je verhalen en hopen voor jou dat je volgend jaar weer de kans mag krijgen mee te gaan naar Roemenië. Een dikke kaars voor Theo dus.
Als derde en ik hoop dat het niet te veel is, want eigenlijk kan je iedereen wel een kaars toewensen. Mensen zijn uniek en van iedereen is er wel iets moois te zeggen, je moet het wel kunnen zien. Maar dat terzijde. Als derde dus voor Pater Ted Bandsma op de Filippijnen en voor de Stichting die nu de belangen van de overleden pater voortzet. Kerstmis en Pater Bandsma zijn voor onszelf onlosmakelijk verbonden aan elkaar. Knap om zo’n levenswerk achter te laten waar mensen mee door kunnen gaan. Die daadwerkelijk bijdragen aan een betere wereld. Wij wensen de mensen die werken in de geest van Pater Bandsma veel licht en vrede toe.
Als laatste: voor de dakloze kinderen van Mexicostad. Deze grootste stad van de wereld heeft veel straatkinderen. Wij zijn er met ons bezoek aan Mexico mee geconfronteerd en schrikken van het aanblik van deze kinderen, maar ook van de leefomstandigheden waarin zij zich bevinden. Ik wil afsluiten met een kort verhaal, gebaseerd op feiten die achter elkaar gezet zijn, op personen die een fictieve naam hebben gekregen en een beetje fantasie van mijn kant om het verhaal leesbaar te maken. Deze kinderen dragen wij voor om voor alle drie de opties die in de Dorpsketting aangedragen zijn, in aanmerking te komen: ‘het kaarsje willen opsteken, met een kaarsje verwarmen en met woorden verwarmen’, want dat hebben ze hard nodig. De mensen drommen zich bijeen om de trappen van en naar de metro op te komen. Duizenden maken gebruik van deze vorm van vervoer, waarbij ieder perron weer dieper de grond ingaat. Hier ligt het werkgebied van Carlo, een straatjongen zonder ouders. Natuurlijk heeft hij familie, dat zijn de andere 16 lotgenoten van hem, waarmee hij de ruimte deelt wat overkapt wordt door een groot stuk plastic, gebouwd aan de achterkant van het geel geschilderde toiletgebouw dicht bij de metrouitgang. Daar zitten zij met Felic van 7 jaar als jongste en Danno van 15 jaar als oudste. Carlo zelf is ongeveer 10 jaar oud en een onwettig kind. Dit nu juist heeft zijn lot bepaald in deze grote stad. De metrotrappen deelt hij vaak met bejaarden en gehandicapten van deze miljoenenstad Mexicocity. Voor Carlo is de kersttijd de meest gezellige tijd van het hele jaar. Mensen snauwen je niet zo af en in de doorloopruimten van de metro, waar vele winkeltjes zijn, worden de hele dag kerstliedjes gespeeld. In zijn vuile kleren probeert hij hier zijn kostje bij elkaar te scharrelen. In de middag gaan zij er op uit, de metro in en bedelen net als de ouderen en gehandicapten op de trappen van de metro of op de perrons van La Raza. Hij snapt het niet, wanneer hij zijn hand ophoudt, en de mensen vraagt of zij misschien iets voor hem over hebben omdat hij zo honger heeft, dat deze mensen altijd schrikken van hem. Met zijn aanblik waarin in zijn mond alleen nog maar de hoektanden staan en zijn vieze ongekamde haren, geven hem een oud en lelijk kindergezicht. Zijn tanden heeft hij allemaal verloren, uitgevallen omdat hij lijm snuift en geen vitaminen naar binnen krijgt. Maar in deze kersttijd zijn mensen bereid hem wat meer te geven dan anders. Een oudere man is niet bang voor hem en koopt een heerlijke tortilla die hij krijgt. Daarna loopt die weer door en Carlo stopt de tortilla weg voor vanavond, wanneer al zijn vriendjes met wie hij zijn onderdak deelt, met de opbrengsten van die dag naar huis toe komen. Dan pas wordt alles door Danno zo goed mogelijk verdeeld en van het geld kopen ze wat drinken en lijm. Lijm om weer even de ellende van de dag te vergeten en morgen weer op te kunnen staan. Even gaan zijn gedachten terug naar Felic, die een dikke twee weken geleden niet meer wakker werd. Felic als jongste van de groep was helemaal koud die ochtend. Nu is het in deze dagen wel koud ’snachts in Mexicostad en ook Felic had niet op een van de drie matrassen mogen slapen die zij met elkaar delen. Danno kwam op een gegeven moment en zei dat Felic dood was. Er ze nu met Felic doen. Besloten werd om Felic in de nacht met z’n allen op te tillen en hem twee straten verder neer te leggen. En dat hebben ze gedaan. Ze legden hem tegen een brok huizen aan, die er toch al niet zo mooi uitzagen. Daar heeft Felic meer dan een dag gelegen, voordat mensen hem kwamen ophalen. Carlo spreekt weer iemand aan en houdt zijn hand op. Dit keer heeft hij mazzel en belandt er een pesos van de gulle gever zo maar in zijn hand en dat gebeurt diverse keren die dag. Vanavond is het kerstavond, zal het daar misschien iets mee te maken hebben. Danno heeft gezegd dat zij vanavond niet de straat opgaan. Normaliter gebeurt dat wel en verzamelen zij zich met alle zeventien om zo wat meer indruk te maken op de metropassagiers in het donker. Het is dan niet meer zo druk en mensen zijn dan bang voor ze. Dan is het veel gemakkelijker geld en soms wel een hele portemonnaie los te krijgen. Maar dat alles hoeft vanavond niet. Danno geeft aan dat zij Kerstmis vieren. En als de zon van de dag afscheid neemt en het weer donker wordt, verstomd ook de kerstmuziek in het metrostation. In hun onderdak aan de achterkant van het gele toiletgebouw, verdeelt Danno de buit van vandaag en krijgt iedereen een tube lijm. Vanavond hoeft er niet gedeeld te worden. Er wordt nog even gesproken over Felic en dat zijn plaats wel opgevuld moet worden door een ander, dus als je iemand ziet, neem hem maar mee. Hier is er nog wel een plaatsje vrij. Daarna mogen ze de dop losdraaien van hun tube en snuiven. Snuiven om alle ellende even te vergeten, snuiven om de kou niet meer te hoeven voelen, snuiven om even te weten hoe het heel, heel vroeger was. En al zijn de kerstliedjes nu gestopt, voor Carlo blijft Kerstmis toch de mooiste tijd van zijn leven.
Ik wens u fijne dagen toe en een gezegend 2003!! Leo Wijnhoven…., U weet wel die van de Zustersdijk.