U zegt het maar: Raad van State zet streep door transitie Meeslouwerpolder

In 2022 heeft de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg een bestemmingsplan vastgesteld met als doel op basis daarvan tot een transitie van het glastuinbouwgebied Meeslouwerpolder Stompwijk te kunnen komen. De gedachte achter dit plan is om een transitie van het gebied geleidelijk aan mogelijk te maken door woningen tussen de glastuinbouwbedrijven en andere bedrijven te projecteren.

Naar het inzicht van de betrokken ondernemer Van Swieten bv is een dergelijke manier om tot een transitie te komen niet mogelijk. Dit vooral vanwege de gevolgen van het toestaan van woningen op een te korte afstand van (glastuinbouw)bedrijven. Het een en ander wordt vooral veroorzaakt door steeds strengere normen vanwege het gebruik van bestrijdingsmiddelen en de op grond daarvan minimale afstand tussen woningen en kassen/cultuurgrond. Om die reden heeft de betrokken ondernemer tegen dit bestemmingsplan beroep ingesteld bij de Raad van State .

Op 6 november heeft de Raad van State uitspraak gedaan. Deze uitspraak geeft alle partijen volkomen duidelijkheid. In deze uitspraak worden delen van het bestemmingsplan vernietigd. Het betreft die delen door middel waarvan nieuwe woningen of het wijzigen van bedrijfswoningen naar burgerwoningen worden toegestaan binnen een straal van 50 meter van de bestemmingsgrens van de (glastuinbouw)bedrijven.

Uit de uitspraak blijkt dat een dergelijk drastische uitspraak noodzakelijk was omdat er kort gezegd geen andere oplossing voor is om kortere afstanden op enige andere manier of met een andere onderbouwing wel toe te staan. De Raad van State overweegt zelfs uitdrukkelijk dat het vanwege de ‘zeer korte’ afstanden ‘zeer twijfelachtig is’ of een dergelijke onderbouwing überhaupt wel kan worden gegeven voor de plannen zoals deze er nu uitzien en verwijzen hierbij naar eerdere uitspraken.

Cruciaal is in te zien dat de Raad van State daarmee zelfs meer duidelijkheid geeft dan alleen over het bestemmingsplan dat in deze procedure aan de orde was. Uit de uitspraak blijkt in dit geval namelijk expliciet ook dat het op deze manier willen transformeren van het gebied bij de huidige stand van de wetenschappelijke kennis over bestrijdingsmiddelen niet mogelijk is. Daarmee wordt niet alleen volkomen duidelijkheid gegeven over dit plan maar ook over mogelijke toekomstige plannen.

Conclusie:
1) De reeds vergunde woning naast de ondernemer kan door deze uitspraak niet worden gebouwd,

2) Alle geplande woningen rondom de bedrijven/ondernemers zal op een af stand van minimaal 50 meter gebouwd dienen te worden,

3) De bestemmingswijzigingen van bedrijfswoningen naar burgerwoningen moet worden terug gedraaid met alle gevolgen van dien,

3) De transitie kan op deze manier niet plaatsvinden, men zal 50 meter af stand tot het dichtstbijzijnde bedrijf in acht moeten nemen, of alsnog met de betrokken(en) ondernemer(s) tot een gezamenlijk plan moeten komen.

Aad van Swieten