Meer snelheid aanleg geluidscherm A4
De provincie gaat meer snelheid betrachten bij de aanleg van een geluidscherm langs de A4 bij natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dat heeft gedeputeerde Anne Koning een commissie uit Provinciale Staten toegezegd. Drie jaar geleden namen Provinciale Staten unaniem een motie aan waarin om de komst van het scherm werd gevraagd. Het moest er binnen twee jaar staan. Er werd vijf miljoen euro voor uitgetrokken.
Tot op de dag van vandaag is er echter ter plekke niets verschenen. Er is zelfs nog geen ontwerp van de voorziening. Al in 2009 verplichtte de provincie zich contractueel tot de komst van het geluidscherm. Later werd getracht daar onder uit te komen.
Anne Koning gaf aan dat de provincie zich tot nu toe te veel op de kwaliteit van het geluidscherm heeft geconcentreerd en voortdurend getracht heeft wensen van derden in het geheel te proppen.
De zaak kwam aan de orde bij een bespreking van een zeer kritisch rapport van de Randstedelijke Rekenkamer over het verontdiepen van de Meeslouwerplas in Vlietland. Dat gebeurde met grond van elders, die vervuild was. Op die grondstort werd echter alleen administratief gecontroleerd.
De gedeputeerde erkende dat er dingen niet goed zijn gegaan. Ze zei dat echter niet meer ongedaan te kunnen maken. Wel worden er lessen uit getrokken voor andere grote projecten. Bekeken wordt of daartoe een handelingskader opgesteld moet worden.
Tiny Houses Stompwijk moeten er komen
De gemeenteraad wil dat de gemeente aan de slag gaat met het voorstel van de familie Van Rijn om zestien Tiny Houses te realiseren in Stompwijk. Dat bleek tijdens een vergadering van een gemeenteraadscommissie. Het finale besluit valt in de gemeenteraad van 10 mei.
Verantwoordelijk wethouder Jan Willem Rouwendal had de gemeenteraad laten weten dat het gaat om een bouwproject in het buitengebied. Op een stuk grond waarop geen woonbestemming ligt. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.
De wethouder voorspelde dat de provincie bezwaar zal maken tegen het project net als het waterschap. Ook claimde hij dat de geluidoverlast van de naastgelegen N206 (de weg Leiden-Zoetermeer) een obstakel zou zijn.
De gemeenteraad verweet de wethouder dat hij alleen maar bezwaren opperde in plaats van constructief mee te denken hoe het project, een burgerinitiatief, wel te realiseren zou zijn.
Rouwendal stelde dat de gemeente, als de gemeenteraad op 10 mei zegt dat het project door moet gaan, er mee aan de gang zal gaan zoals bij elk ander bouwproject. Hij gaf aan de gemeenteraad eerlijk te hebben willen voorlichten in plaats van een jubelverhaal af te draaien waarbij de gemeenteraad er later achter moet komen dat het allemaal anders ligt.
De zestien Tiny Houses zijn bedoeld om de woningnood in Stompwijk te helpen oplossen. Ze zouden er tijdelijk – tien tot vijftien jaar – moeten staan. De huur zou maximaal 750 euro per maand zijn; de huurgrens voor een sociale woning. Bij groen licht zouden de Houses er binnen twee jaar kunnen staan.
Gemeente eigenaar Dorpspunt Stompwijk
De onderaannemers die betrokken waren bij de bouw van het Kulturhus Stompwijk (nu Dorpspunt) eisen nadere informatie over het feit dat de gemeente sinds kort eigenaar van het pand is geworden. Dit terwijl de gemeente schuldeiser is in de faillissementszaak van de bouwer van het pand, SSB, net als de onderaannemers.
De gemeente kreeg het pand ‘om niet’ in handen. Na het faillissement van SSB was Panta Rhei (schoolbestuur) de eigenaar. Het gemeentelijk eigendom is op 4 november 2021 geregistreerd bij het Kadaster. In juni 2021 zond wethouder Astrid van Eekelen de gemeenteraad een mail waarin stond dat de gemeente eigenaar van het pand zou worden. Verder werd er geen ruchtbaarheid aan gegeven.
De onderaannemers hebben zich nu gewend tot de curator inzake het faillissement van SSB, mr. Uitdehaag. Ze zeggen verbaasd te zijn over het gemeentelijk eigendom. “Onze vraag is dan ook hoe kan dit? En mag dit? De gemeente is immers een schuldeiser”.
‘Het idee achter het DBMFO-contract (het bouwcontract met SSB, red.) is dat de gemeente een dienst afneemt en niet een product zo staat immers omschreven ‘De opdrachtgever betaalt de opdrachtnemer tijdens de looptijd van het project op basis van de beschikbaarheid van het product. Dus niet op basis van het opgeleverde product zelf. Hiermee neemt de opdrachtgever voor langere tijd een dienst af bij de opdrachtnemer en niet een product’. Het is toch ook zo dat de gemeente schuldeiser is? Het kan dan toch niet zo zijn dat de gemeente haar vordering alsnog via een achterdeurconstructie kan opeisen door eigenaar te worden van het pand?’