Zondagavond 6 maart was het zo ver. Samen met een familielid, Joey, en een tolk reden wij naar de grens van Oekraïne toe om te helpen. Wij hadden verschillende goederen mee, zoals: luiers, babydoekjes, babyvoeding, maandverband en dekentjes. Ons plan was om mensen van de grens naar een veilige plek te brengen en natuurlijk de spullen af te leveren. Ook wilden wij de 76-jarige moeder van de tolk vinden. Zij vertrok van Charkov in haar eentje, maar de verbinding verbrak toen haar telefoon leeg was en zij deze niet meer kon opladen.
Toen wij maandag in Duitsland reden, kregen wij een berichtje van de moeder die vermist was. Zij was aangekomen bij de grensovergang in Przemysl. In de opvang had zij de mogelijkheid om haar telefoon op te laden. Wij besloten om daar als eerst naar toe te gaan. Toen we daar aankwamen zag je duizenden mensen. Heel veel kinderen en vrouwen. De mensen hadden vaak maar een rugzakje bij zich. Zij lagen of zaten op de vloer. Het was een chaos en erg pijnlijk om te zien. Als eerste hebben wij de moeder gezocht. Het weerzien was erg emotioneel. Terwijl de anderen de goederen overgaven ben ik langs de kinderen gegaan. Ik heb knuffeltjes en bellenblaas uitgedeeld. Ik denk dat de kinderen daar geen bellenblaas kennen, want ik heb ruim een uur bellen staan blazen en ze bleven maar spelen. Het liefst had ik de hele dag bellen staan blazen, zodat de kinderen deze rot situatie even zouden vergeten. Toen wij eigenlijk door wilde gaan naar het volgende punt werd Joey gebeld: er was een moeder met een kind die graag naar Nederland wilden. Het was nog een hele klus om deze mensen te vinden, maar ook hen hebben wij opgehaald. De spullen waren afgeleverd en de bus was vol, dus het was tijd om een slaapplek te vinden. Dit was nog een hele opgave, omdat bijna alle hotels rond de grens gesloten waren. Een Pools hotel was zo lief om speciaal voor ons open te gaan. Wij hebben de mensen er naar toe gebracht en zij hadden voor het eerst in lange tijd weer een normaal bed.
Dinsdagochtend werden wij wakker met goed nieuws: de Poolse regering heeft extra bussen ingezet om mensen weg te krijgen bij de grens. Hierdoor was ons plan veranderd en zijn wij naar de grensovergang bij Zamosc gereden. Op deze locatie werd er een tentenkamp opgezet. Ook hier hebben wij weer goederen gebracht en mensen opgepikt. Deze keer zat hier ook een hondje bij. In de bus is het erg emotioneel. Wij besloten om naar Katowice te rijden, omdat wij hier ook mensen moesten afzetten bij het vliegveld. Mensen huilen, omdat ze hun man of zoon hebben moeten achterlaten. Ook hebben er mensen paniekaanvallen gekregen door de spanning. Onderweg zien wij Oekraïense auto’s voorbij rijden met tekens op de auto geplakt. Deze tekens staan voor het woord ‘kinderen’. Dit plakken de mensen op de auto in de hoop niet beschoten te worden. Toen wij in Katowice aankwamen hebben wij voor slaapplekken gezocht en eten geregeld.
Woensdag zijn wij terug naar Nederland gaan rijden. Voordat wij zijn gaan rijden hebben wij nog geïnventariseerd welke locatie wat nodig heeft. Er waren namelijk nieuwe goederen vanuit Nederland onderweg om de voorraden aan te vullen. Wij reden naar Nederland met drie gezinnen. Er zaten twee kinderen tussen en ook twee bejaarden vrouwen. In totaal hebben wij zeven mensen kunnen meenemen. Onderweg hebben wij verblijfplaatsen geregeld en zover mogelijk was geverifieerd of dit veilige adressen waren. Wij hebben de mensen afgezet in Amsterdam, Scheveningen en Dordrecht. Ook al spraken de meeste mensen geen Engels, de dankbaarheid straalde er vanaf. Iets wat totaal niet nodig is, want als ik ooit in zo’n situatie terecht kom, hoop ik ook geholpen te worden.
Elina