En toen sprak ik mijn ‘oude’ buurvrouwtje, 7 jaar lang hebben we beiden op het Hoefblad gewoond, zij in het ene blok en ik in het andere blok. Inmiddels woont ze alweer 10 jaar op de Pinksterbloem en heeft het daar erg naar haar zin. Ze mist wel aanloop en contact met de buurtjes, want die werken allemaal. (Agnes)
“Ik ervaar het virus eigenlijk een beetje als de oorlog, die heb ik heel bewust meegemaakt en ik weet wat het is als er maatregelen ingesteld worden. Ik heb dan ook geen moeite om mij daaraan te houden. In de oorlog hadden we echt niets, ik ben anderhalf jaar niet naar school geweest, maar daarna moet je het toch weer oppakken. Ik ben wel positief ingesteld want je kan er toch niets aan doen, het virus gaat niet weg als je gaat zitten sippen. Ik ben maar alleen en moet het dus zelf gezellig maken. Ik moet er wel voor zorgen dat ik het virus niet krijg, dus de boodschappen laat ik door de supermarkt thuisbezorgen. Dat gaat prima. Ik ben heel zelfstandig, altijd geweest en kan mijn dingen goed regelen. Door alles wat ik heb meegemaakt ben ik geworden wie ik ben.
Mijn familie woont ver weg en daarom is het wel heel fijn dat er zoveel aan je gedacht wordt en dat er veel dingen georganiseerd worden. We kregen dit jaar een paasontbijt, er werd muziek gespeeld en er was zelfs een bingo en kregen we allemaal twee bingo kaarten in de bus. Ze houden ook echt in de gaten of je komt kijken, ik zit nogal op de wind dus dan doe ik mijn balkon deur dicht maar dan bellen ze gewoon aan. Ben je thuis, kom we zijn er met wat leuks. Ik heb er voor gezorgd dat er beneden in de hal een bankje is gekomen zodat we kunnen zitten als we even moeten wachten. Als een ander het niet doet dan doe ik het.
Hoe ik mijn dag doorkom? Ik hou erg van klassieke muziek, er is op televisie een zender die dat uitzendt. Verder lees ik graag, maak een puzzeltje of doe een spelletje. Als ik het ene zat ben dan doe ik het andere. Je moet toch de dag door zien te komen.
Ik heb 8 jaar de Woej gedaan, eens in de zoveel tijd een busje regelen om in Leidsenhage boodschappen te doen, wat lekkers te eten en dan weer terug naar Stompwijk. Maar op het laatst was ik nog maar de enige, dus toen ben ik er maar mee gestopt. Dat vind ik wel jammer, maar ik heb het in elk geval wel gedaan. Dat is wel een motto van mij, als je iets wil moet je het gewoon doen, lukt het niet dan heb je het in elk geval geprobeerd.
Ik heb geen moeite met de regels die vastgesteld zijn, die begrijp ik wel, alleen vind ik het jammer dat als er iets te vieren valt, of te rouwen dat je daar dan niet heen kan. Voorlopig kijk ik voorruit tot september, dan hoop ik dat we weer wat kunnen gaan doen, maar of dat haalbaar is? Dan ga ik toch weer twijfelen en denk ik dat redden we nooit.
Ik hoop ook dat de Soos dit jaar nog kan beginnen, dan ben ik weer van de partij. Jullie zijn goed bezig, jullie vergeten ons niet. Niet alleen in goede tijden, de gezellige dinsdagmiddag, maar ook in mindere tijden zoals nu met het virus houden jullie contact en dat vind ik echt fijn. Ook de Zonnebloem houdt contact, dat ze het jammer vinden dat er nu niets georganiseerd kan worden. Maar ja, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje en moeten het met elkaar zien door te komen”.
Coby van der Geest
(uit het boekje (mijn) leven met corona, dat in het begin van de coronatijd, door en voor de leden van Ouderen Soos Stompwijk is gemaakt)