De Randstedelijke Rekenkamer wil geen onderzoek doen naar de kwaliteit van de bodem van de Meeslouwerplas in natuur- en recreatiegebied Vlietland vanwege baggerstort in het verleden. De Rekenkamer wil dat onderzoek ook niet uitbesteden, ook al betaalt de provincie Zuid-Holland het. De Commissaris der Koning, Jaap Smit, roept Provinciale Staten op druk op de Rekenkamer uit te oefenen zodat het onderzoek alsnog gaat gebeuren. Om het onderzoek is gevraagd door de Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, Werkgroep milieubeheer Leiden, Beheercommissie vogelplas Starrevaart en het Recreatiecentrum Vlietland.
De Rekenkamer wil alleen kijken naar de juistheid van procedures bij de baggerstort. Dit inclusief een analyse van vergunningverlening, handhaving en toezicht alsmede een beoordeling van het handelen van de provincie (eigenaar) en Hoogheemraadschap Rijnland (vergunningverlener).
Naar baggerstort op momenten dat het hoogheemraadschap dat niet registreerde wil de Rekenkamer geen onderzoek doen, net zo min dus als naar de kwaliteit van de bodem van de plas. Het vermoeden bestaat dat er in het verleden veelvuldig vervuilde bagger in de plas terecht is gekomen dat al dan niet illegaal werd gedumpt. De kwestie speelt al jaren.
Verbazing over onderzoek Meeslouwerplas
De Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, Werkgroep milieubeheer Leiden, Beheercommissie vogelplas Starrevaart en het Recreatiecentrum Vlietland, hebben met verbazing gereageerd op het bericht dat de Randstedelijke Rekenkamer geen onderzoek wil doen naar de kwaliteit van de bodem in de Meeslouwerplas. Daar is in het verleden al dan niet vervuilde bagger gestort. De weigering stond in een brief van Commissaris der Koning Jaap Smit aan Provinciale Staten. Namens de vijf organisaties heeft Wim ter Keurs de provincie laten weten dat hij graag bereid is samen met de provincie naar een onafhankelijke expert te zoeken. Bovendien heeft hij de provincie voorzien van een opzet voor het onderzoek, dat oorspronkelijk door de vijf organisaties is gevraagd.
De vijf wijzen erop dat de Rekenkamer de provincie begin oktober al heeft laten weten ook niet als opdrachtgever van het door de vijf organisaties gevraagde onderzoek te willen optreden, omdat het de Rekenkamer aan kennis en kunde ontbreekt om de vraagstelling en de resultaten van het onderzoek goed te kunnen beoordelen.
De vijf vinden het dan ook vreemd dat de provincie kennelijk toch wil dat de Rekenkamer het onderzoek gaat doen zoals blijkt uit Smits brief: ‘Om te voorkomen dat financiële redenen de onderzoeksopzet hebben ingeperkt hebben we de Randstedelijke Rekenkamer aangeboden extra onderzoeksbudget voor een waterbodemonderzoek beschikbaar te stellen en zodat zij als onafhankelijke partij het onderzoek uit kan besteden. Hierop heeft zij tot op heden niet positief gereageerd. Mogelijk helpt het als u (Provinciale Staten, red.) nog een keer navraag doet bij de Rekenkamer over het opdrachtgeverschap voor het onderzoek’.