Ik kreeg van iemand een boekje, genaamd De Vrolijke Kerk. In dat boekje staat een verzameling moppen/spreuken van een pastoor en ik wil u er eigenlijk een paar laten lezen, in de hoop een glimlach op uw gezicht te toveren en eens verder te denken dan de mogelijke vooroordelen dat de kerk alleen een saai gebouw is waar ouderen mensen bij elkaar komen om te bidden.
Vooral onder jongeren heerst dat beeld en als je een gemiddelde kerkdienst bijwoont zie je tegenwoordig heel weinig jongeren. Je ziet sowieso weinig mensen in de kerk en niet alleen door de Corona. Het is een beetje een teruglopende zaak, dat moet toch anders kunnen. Ik weet dat wij iedere zondag met onze ouders naar de kerk gingen (eigenlijk moesten maar dat vergeten we maar even voor het gemak haha) In de Stompwijkse kerk had je een mannenkant en een vrouwenkant. Als het even kon glipte ik met mijn vader mee naar de mannenkant. Daar was het wat gemakkelijker, Stompwijk was een boerendorp en tijdens de preek zag je veel mannen hun ogen sluiten voor een dutje. Dan konden wij kinderen heel voorzichtig een klein beetje plezier maken. Aan de vrouwen kant kregen we daar de kans niet voor.
De oorsprong van het woord ‘kerk’ is het Griekse ‘Kyriakè’ (=’van de Heer’). In de Griekse tekst van het Nieuwe Testament wordt daarentegen als aanduiding van de groep of samenkomst van gelovigen het woord ‘Ekklèsia‘ gebruikt.
Lees en wordt er een beetje vrolijk van!
Een leerling wordt gevraagd om, in willekeurige volgorde de 10 geboden te noemen.
Hij antwoordt: 3, 6, 1, 8, 4, 5, 9, 2, 10 en 7
Een vader zegt tegen zijn zoontje, vandaag mag je niet op straat spelen want het is zondag, dus ga maar lekker in de tuin spelen.
Waarop het zoontje vraagt: is het in de tuin geen zondag dan?
Een pastoor komt in de hemel. Hij ziet dat een taxichauffeur een betere plaats krijgt dan hij. De pastoor zegt tegen Petrus, ik heb veel gewerkt en nu krijg ik deze slechte plaats? Waarop Petrus antwoordt: We belonen resultaten, deze chauffeur heeft niet alleen veel gewerkt, de mensen begonnen nog te bidden ook.
Keesje vraagt: mama, is het waar dat wij stof waren voordat we geboren werden? Waarop zijn moeder zegt, jazeker dat heeft onze lieve Heer zelf gezegd. Keesje: en is het ook waar dat mensen weer tot stof zullen wederkeren? Ja ook dat heeft onze lieve Heer gezegd. Nou zegt Keesje dan moet u eens onder mijn bed gaan kijken want of daar wordt of iemand geboren of ligt iemand al heel lang dood.
Een pastoor loopt in de stad op zoek naar het station. Hij vraagt aan een jongetje of hij weet waar het station is. Ja zegt het jongetje maar dat zeg ik lekker niet. De pastoor reageert zo kom je nooit in hemel. Waarop het jongetje zegt en u niet bij het station.
Een man leest bij het meer van Galilea een bordje met de tekst: Overtocht per boot € 50,—. Dat is toch veel te duur zegt de man tegen zijn vrouw, geen wonder dat Jezus hier te voet is verder gegaan.
Tot zover zomaar een paar spreuken, heeft u interesse om het hele boekje eens te lezen vraag het gerust.
Agnes Hofstede
(met toestemming van de schrijver van het boekje)