Windturbines moeten in een rij langs ‘infrastructuur’ komen te staan en bij grote open wateren. Ze mogen niet neergezet worden in het Groene Hart, de Hoeksche Waard, Midden-Delfland of natuurgebieden. Plaatsing in zee kan ook.
Dat staat in de nota ‘Schone energie voor iedereen’ die gedeputeerde Berend Potjer naar Provinciale Staten heeft gezonden. Onder ‘infrastructuur’ worden rijkswegen, provinciale wegen, vaarwegen en spoorbanen begrepen. De turbines zouden dan aan één kant daarvan moeten komen.
Onlangs presenteerden B&W van Leidschendam-Voorburg een lijstje van plekken waar windturbines binnen de gemeente zouden kunnen komen. Dat waren:
– De westkant van de A4 drie op een rij tussen De Star en de vogelplas Starrevaart in Leidschendammerhout,
– In de Groot Westeindsche Polder (ten noorden van Stompwijk) langs de A4 twee molens,
– Langs de Groote Tocht en in de Drooggemaakte Grote Polder, ten oosten van de Stompwijkseweg,
– In de Drooggemaakte Grote Polder vier molens in een vierkant: twee aan de kant van de Stompwijkseweg, twee bij de Meer- en Geerweg,
– Langs de Meer- en Geerweg bij de bocht richting Zoetermeer, twee wind turbines,
– Zoetermeerse Meerpolder, twee molens aan weerszijden van de N206.
Met de provinciale voorkeur blijft alleen de plaatsing langs de A4 over als optie. Definitief kiezen wil Botjer pas nadat de zeven Regionale energiestrategieën (RES) klaar zijn. Dat is pas in 2021.
De RES is een per energieregio gemaakte visie door provincie, gemeenten, waterschappen, netwerkbeheerders en andere betrokken partijen.