Theo Duyvesteijn is erelid geworden van Stompwijk ’92 een goede reden om hem eens onder de kerstboom uit te nodigen om zijn doopceel te lichten. Dat is geen probleem, Theo is een makkelijke prater en is een vat vol verhalen, de een nog mooier dan de ander. En hij vertelt het zo smakelijk en vol beelden. Theo is in ieder geval iemand die in het licht gezet mag worden met deze kerst.
Theo is op 14-1-1937 geboren in Naaldwijk in de glazen stad als 3e van een gezin van 9. Zijn vader was natuurlijk tuinder en veel in het gezin zijn die kant op gegaan. Het beroep van je vader is, en zeker toen, van invloed op je toekomst.
Als mannetje van 4 jaar was hij al helemaal gek van voetbal, vooral in de lange gangen van de boerderij uit midden 1500, waar hij woonde. Altijd de bal hoog houden en tegen de gevel aan trappen, altijd trainen. Er zijn vele ruiten gesneuveld. Op zijn 9e kon hij zelf als stiekem de ramen vervangen, glas was er altijd wel voor handen. Zijn vader voetbalde heel af en toe mee en als hij dan zijn klomp uitschoot, was het dolle pret.
Op zijn 10e mocht hij eindelijk lid worden van de voetbalclub Westlandia in Naaldwijk. Op school was hij altijd al de snelste met hardlopen, hij liep iedereen er uit. Zijn goede conditie, het feit dat hij niet rookte, was al héél bijzonder in die tijd, want er waren kassen vol met sigaretten van verschillende kwaliteit, die gemeten werd in sterren. En natuurlijk was zijn linkerbeen een uitstekend wapen in de strijd.
In 1950 gingen zijn ouders voor het eerst op vakantie naar Valkenburg en héél bijzonder, die namen een leren voetbal voor hem mee. Zo een met veters, die je in moest vetten en als je er mee kopte hand je direct een patroon in je voorhoofd. Die bal ging ’s avonds mee naar zijn bed!
Op zijn 16e werd Theo samen met een teamgenoot geselecteerd voor ADO, de ouders moesten hier wel achter staan en voor tekenen. Daar kwam niets van in: “Jij zeker voetballen, je benen breken en ik zit met de ellende in de tuin” in een tijd waarin de sla-prijzen al snel doordraaiden.
Theo zijn grote voorbeeld was Faas Wilkes, die was snel en wendbaar en kon zijn brood verdienen met voetbal. Ja dat wilde Theo ook. Hij was immers ook balvaardig en snel en dat dan betaald zou worden. Een droom in duigen, zijn liefde voor deze port is in ieder geval altijd gebleven.
In 1963/64 kwam Theo samen met broer Jan in Stompwijk wonen, werken kon hij al in zijn eigen kassen maar het duurde even voordat de woning klaar was. Eerst een bed en warm eten bij boer de Jong en later zijn beide broers bij Corstiaan en Toos Verhagen in de kost gegaan. Corstiaan was de Stompwijkse postbode. Theo ging bij Stompwijkse Boys voetballen en het was in die legendarische wedstrijd in 1967 tegen SVLV in Voorschoten dat zjn vader voor de eerste keer in zijn leven naar een wedstrijd kwam kijken. 2 rijen dik langs de lijn, goed voor duizend man, het was een wedstrijd van erop of er onder voor Voorschoten. Theo wist het winnende doelpunt te maken voor Stompwijk. Hij werd letterlijk op handen gedragen en zijn vader zei vol trots tegen iedereen die het maar wilde horen: “Ja-ha, dat is mijn zoon”.
Na de wedstrijd werd Theo gevraagd door …Van der Valk om bij Voorschoten te komen spelen, dan kon hij elke zondag met zijn vrouw gratis komen eten. Theo had teveel Stompwijks personeel om, zonder problemen, op dit aanbod in te gaan.
Zelfs pastoor Koning, immers een fervent voetbalfan, zou dit niet goed zou vinden, na de biecht waarin de gebruikelijke ‘zonden’ waren besproken fluisterde de pastoor in Theo’s oor: “Als je zondag wint dan…..”
In hetzelfde jaar(’63) dat Theo hier kwam wonen is hij lid geworden van Stompwijkse Boys. Hij is er vele jaren aanvoerder en leider van het eerste geweest onder leiding van trainers met namen als Cor van Dorp, de postbode, en Jan de Weger, die vanwege zijn precisie in de voorbereidingen ‘de schoolmeester’ werd genoemd. Een training startte bijvoorbeeld met 16 rondje hard lopen rond het veld.
In 1965 werd hij secretaris en later terreinconsul. Hij heeft zich bezig gehouden met het inkopen van materiaal als ballen en kleding aanschaf bij Wout Bergers. Rond de overgang van Stompwijkse Boys naar Stompwijk ’92 werd heeft hij de training en het leiderschap van de dames van Zwiep Vermeulen overgenomen. Hij is 2 jaar scheidsrechter geweest van de lagere elftallen, grensjager van het eerste elftal onder leiding van Hans van Rhijn. 9 jaar voorzitter van de sponsorcommissie en dit is iets waar hij zich nu nog mee bezig houdt.
Hij is bekend met de ins- en outs van het inzamelen van oud papier en het regelen van de transporten. Op dit moment is hij voorzitter van de club van 100, bestaande uit 83 leden, in samenwerking met Hans Nieuwland en Frank v.d. Voort. Om deze lijst van verdiensten heeft het bestuur van Stompwijk ’92 besloten hem erelid te benoemen. “Mooi hè”, zegt Theo.
Petra Oliehoek– van Es