Willem Luiten blikt terug op zestien jaar voorzitterschap

‘Vrijwilligers moeten zich realiseren,
dat bestuurders óók vrijwilligers zijn’
Als er één Stompwijker gedurende zijn leven in de houdgreep raakte van de plaatselijke voetbalclub, dan is hij het wel. Er is geen functie te bedenken binnen de vereniging die hij de afgelopen decennia níet heeft bekleed (“Jawel, lijnen trekken”). Ook na zijn recente afscheid als voorzitter lukt het niet om Stompwijk ’92 helemaal los te laten: hij wil af en toe een wedstrijdje blijven fluiten.
Over Willem Luiten (63) en zíjn voetbalclub valt een boek te schrijven. Ruim een halve eeuw is hij actief geweest bij de club. Als speler, leider en trainer van de jeugd, medewerker (‘zondagdiensten’), trainer van de senioren, scheidsrechter én als bestuurder. Nam zestien jaar geleden het stokje over van voorzitter Peter Bregman. Maar het is nu mooi geweest, vindt hij. Het is tijd om te stoppen. Hij kijkt met plezier terug: “Ik heb bij deze club een verrekte mooie tijd gehad.”
Met veel plezier denkt hij terug aan jeugdelftallen, waarin hij zelf tegen een balletje trapte. De A-junioren zijn hem het best bijgebleven, met Jan Olsthoorn als leider. “Dat was een beste lichting en een team met veel talenten. Het was dan ook geen wonder dat we twee keer achtereen kampioen werden. In dat elftal stonden jongens als Wim de Groot, Fred van Rijn, Theo v.d. Bosch en gebroeders Nico en Piet van der Salm (zie foto). We konden toen niet meer promoveren, want we speelden al in de hoogste klasse. Het kon wél maar dan hadden over moeten stappen naar de zaterdag. En dat feest ging niet door.”

Op zijn zestiende
Niet zonder trots vertelt Willem, dat hij al op zijn zestiende zijn debuut maakte in Stompwijkse Boys 1 en dat hij jaren achtereen deel uit maakte van de hoofdmacht. “Uiteindelijk ben ik op mijn 34e gestopt. Onze toenmalige trainer ‘Haagse Henkie’ heeft me in het seizoen daarop nog wel teruggehaald, maar die comeback duurde vijf of zes wedstrijden.” De periode in de hoofdmacht van ‘de Boys’ was toen definitief voorbij.
Het bloed kroop echter waar het niet gaan kon. Willem besloot een cursus trainer/coach 3 te gaan volgen. Hij slaagde in 1993 en ging vervolgens aan de slag bij zijn eigen vereniging. Daarna was hij als jeugdtrainer drie jaar werkzaam bij vv Nootdorp. Alsof dat niet genoeg was, trainde hij in Stompwijk tegelijkertijd op dinsdagavonden de B-junioren. Daarna kreeg hij Stompwijkse Boys 1 weer onder zijn hoede. Een van de wedstrijden die hij nooit vergeet was de promotiewedstrijd op het terrein van GOL Sport in Leiden. Na eerdere degradatie keerde zijn club weer terug in de 4e klasse KNVB.

Passie en gedrevenheid
Gevraagd naar z’n favoriete trainers valt het eerst de naam van Mat Keereweer. “Hij was een van de topkeepers geweest in de regio. Speelde bij Roodenburg en had toen wellicht de overstap moeten maken naar het betaald voetbal. “Passie en gedrevenheid waren kenmerkend voor Mat. Hans van Rhijn, Eric van Maanen en Ted van Berkel waren ook trainers die hoog op mijn lijstje staan.” Laatstgenoemde werd ernstig ziek toen hij Stompwijk ’92 trainde, maar stond enige tijd later weer terug langs de lijn. De ziekte kwam echter terug en Van Berkel overleefde het niet. Willem: “Zelf heb ik veel contact met hem gehad. Zijn overlijden was zeer droevig en een dreun, niet alleen voor mij persoonlijk maar voor iedereen binnen de club.”
Toen Willem aan de slag ging als voorzitter telde Stompwijk ’92 maar liefst zeven seniorenteams op zondag plus twee zaterdagelftallen. Op het lijstje van de selectie stonden maar liefst 37 namen. Nu zijn dat nog vier reguliere elftallen en ’n dames- en veteranenteam. “De spoeling is dunner aan het worden, zoals bij alle voetbalclubs hier in de buurt. Natuurlijk wil Stompwijk ’92 zoveel mogelijk leden aan de club binden. Voorop blijft staan een gezonde vereniging, met veel sportplezier en voldoende vrijwilligers. Met dat laatste is het een tijdje moeilijk geweest, maar er zit weer een stijgende lijn in.”

Vallen en opstaan
De geschiedenis van Stompwijk ’92 laat zich het best samenvatten als eentje van vallen en opstaan, van twee stappen naar voren en één terug. Willem: “Zeker in het begin is het bepaald niet makkelijk geweest. Iedereen had vooral toch zijn eigen winkeltje. Op zich was dat niet zo vreemd, want drie verenigingen, die tientallen jaren hun eigen boontjes dopten, moesten nu nauw gaan samenwerken. Stap voor stap lukte dat beter, maar in de loop der jaren heeft dat niet alleen veel energie gekost, maar ook botsingen opgeleverd.
Het gedoe rond het handbalveld en de kantine in Zoeterwoude was daar een voorbeeld van. Gelukkig kruipt HVS nu weer uit het dal, het gaat weer de goede kant op.”

“Samenwerken houdt wat mij betreft in, dat je argumenten voor en tegen met elkaar wisselt en vervolgens, alles afwegende, met elkaar een besluit neemt. Dat doe je gezamenlijk en dan moet je er ook gezamenlijk achter staan. Zo moet je wel eens een beslissing uitdragen en verdedigen, waar je persoonlijk niet helemaal eens mee bent. Laat ik het zo formuleren: het is een lang en gezamenlijk leerproces is geweest. Daarom is het des te mooier dat er nu, na 27 jaar, één bestuur is gevormd met een zodanige constructie dat een ieder voor z’n eigen belangen kan opkomen. Maar het bestuur beslist. En zo hoort het ook.”

Promotie naar 2e klasse KNVB
De mooiste sportieve momenten als voorzitter beleefde Willem met het eerste elftal, dat na een zege op UDO promoveerde van de 4e naar de 3e klasse. “Dat was een spectaculaire wedstrijd met alles, wat een kampioenschapswedstrijd zo mooi maakt. Ron de Roode was trainer en het sportcomplex van RCL was de plek waar het gebeurde. Met heel veel inzet trok dat elftal toen aan het langste eind. De promotie naar de 2e klasse ging via een tweeluik: eerst winst tegen Wilhelmus in Voorburg en daarna in Den Haag tegen HVV. Als liefhebber zal ik die promoties nooit vergeten. Dat het vorig jaar op het allerlaatste moment mis ging is kenmerkend voor sport in het algemeen en dus ook voor voetbalverenigingen.”
Dat vallen en opstaan ziet hij ook terug in het potentieel aan vrijwilligers. “Elke vereniging heeft ze nodig, zonder hen red je het niet meer. Stompwijk ’92 heeft wat dat betreft moeilijke jaren achter de rug. We hebben enige tijd heel krap gezeten en dan denk je wel eens ‘hoe houden we de tent nog draaiende?’. De nieuwe bestuurdersploeg is er voortvarend mee aan de slag gegaan. Ze zijn er met de vertegenwoordigers van ‘de oude verenigingen’ goed mee bezig. Ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt.”
Met het afscheid van voorzitter Wim lijkt voorlopig een einde te komen aan de bestuurlijke activiteiten van de familie Luiten. Willem’s vader Aad is maar liefst 28 jaar lang voorzitter geweest van de plaatselijke voetbaltrots. Zijn zonen Frans – rond de eeuwwisseling – en Wim traden in zijn voetsporen . Broer Henk was als bestuurder een van de sterkhouders van de jeugdafdeling. En broer Jan gaf lange tijd leiding aan de Omnivereniging. Tot slot heeft ook zwager Jos in de jaren negentig als voorzitter van de afdeling voetbal zijn sporen in Stompwijk verdiend.
Gaat hij het missen, al die vergaderingen en de vaste donderdagavonden in de kantine? Willem: “Ja en nee. Op enig moment is het voorbij en nemen anderen het over. Prima. Maar die donderdagen kon ik in het clubhuis iedereen spreken, die ik nodig had. Als het nodig was wisten leden, vrijwilligers, en trainers mij óók te vinden. Je doet het als bestuurder niet zo gauw goed. Ik heb zelf ook fouten gemaakt. Ook naar vrijwilligers die hun best deden. Aan de andere kant: vrijwilligers en leden moeten zich óók realiseren, dat bestuurders óók vrijwilligers zijn.

Redactie