Zomerkriebels: over hitsige katers en krolse poezen
De urgente zwerfkattenproblematiek in regio Haaglanden
Ieder voorjaar is het weer raak, meldingen bij Dierenbescherming Haaglanden over zwangere zwerfpoezen en kittens. Ook dit jaar zijn de eerste kleintjes al weer in het asiel opgenomen. Hoewel katten het hele jaar door jongen krijgen, is er in het voorjaar een piek te zien. ‘Niet geholpen’ katers en poezen krijgen de lente in de kop en binnen een jaar kunnen zes verwilderde katten uitgroeien tot een groep van dertig. Deze katten leven vaak een miserabel bestaan met honger en ziekte en kunnen ook voor overlast zorgen in de buurt.
De Dierenbescherming doet er alles aan om het zwerfkattenprobleem binnen de perken te houden. De beste manier om een populatie verwilderde zwerfkatten te beheersen is om de katten te vangen. Voor kittens en katten die nog te socialiseren zijn wordt door het asiel een nieuw thuis gezocht. Verwilderde katten zijn niet als huisdier in een gezin te plaatsen. De dierenarts steriliseert en castreert deze katten, checkt hun gezondheid en voorziet ze van een kenmerk. De doorgewinterde zwervers worden altijd teruggebracht naar de locatie waar ze gevangen zijn, zodat het territorium niet wordt ingenomen door katten die nog vruchtbaar zijn. Gelukkig is een aantal trouwe kattenvoerders altijd wel bereid om een zwerfkat die geholpen en terug in de groep is geplaatst op te nemen en te blijven verzorgen. En doordat de katten ‘geholpen’ zijn, zal de zwerfkattengroep stabiel en rustig blijven. Overlast zoals opengetrokken vuilniszakken en nachtelijk gekrijs zal tevens afnemen.
De Dierenbescherming roept de inwoners in de regio Haaglanden dan ook dringend op tijdig te bellen wanneer zij zwerfkatten in hun buurt signaleren, zodat voorkomen wordt dat er nieuwe katjes bijkomen. Belangrijk is wel dat het gaat om één of meer verwilderde katten en zeker niet om de kat van uw buren.1
Elke kat die ‘geholpen’ is, betekent per jaar weer 20 zwerfkatten minder want een poes kan twee tot drie keer per jaar een nest met meerdere jongen krijgen. Dat betekent dat één vruchtbare poes binnen vier jaar tijd duizenden nakomelingen kan veroorzaken.
De zwerfkattenwerkgroep van Dierenbescherming Haaglanden heeft ook een preventieve functie: ieder nestje kittens dat wordt voorkomen, hoeft niet als zwerfdier in het asiel te worden opgenomen. Van gemeenten Den Haag en Leidschendam-Voorburg krijgt de Dierenbescherming dan ook een vergoeding voor deze preventietaak. Deze vergoeding is echter niet kostendekkend en van de andere zes gemeenten in haar werkgebied krijgt Dierenbescherming Haaglanden geen vergoeding. Dit zijn gemeenten Delft, Westland, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Zoetermeer en Midden-Delfland. Desondanks wordt het zwerfkattenprobleem ook in die gemeenten door de Dierenbescherming aangepakt, dit is mogelijk dankzij giften en donaties.