Brigadier Sjoerd Duit is een van de wijkagenten van Politie Haaglanden. De regio Haaglanden omvat het Westland, Den Haag, Delft, Wassenaar, Zoetermeer en Leidschendam Voorburg. Stompwijk ligt in het meest noordelijke puntje van de regio.
In 1977 trad hij in dienst van het korps van de gemeente Leischendam na een opleiding van een jaar. Sjoerd: ‘De opleiding was in Leusden en we woonden daar intern. We moesten flink aanpoten met de leerstof maar het was een leuke tijd. Strafrecht en strafvordering waren de belangrijkste vakken van de opleiding. Strafrecht heeft te maken met feiten zoals diefstal en vernieling. Strafvordering gaat over zaken als aanhoudingen en huiszoekingen. De opleiding neemt tegenwoordig drie jaar in beslag maar de tijden zijn dan ook nogal veranderd. De samenleving van vandaag ziet er anders uit dan die in de tijd dat ik bij de politie begon. Toen had je bij wijze van spreken twee inbrekers rondlopen en die kende je bij naam en toenaam. Als ze voor een of ander vergrijp een tijdje uit beeld verdwenen, liep het aantal diefstallen met 90 % terug. Je was eigenlijk het meest bezig met het afhandelen van verkeersongelukken. Inmiddels is de werkdruk vertienvoudigd.’
Handhaven
Eind 2002 werd Sjoerd wijkagent van Stompwijk. Hij heeft zich bij het samengaan van de korpsen vrijwillig aangemeld voor die post. ‘Ik vond toentertijd dat Stompwijk wel wat aandacht kon gebruiken.’ Zijn werkgebied bestrijkt de Zeeheldenwijk in Leidschendam, Stompwijk plus buitengebied en Vlietland. ‘Dat is een nogal uitgestrekt gebied voor een enkel persoon: ‘Klopt’ bevestigt Sjoerd ‘dat kan je niet op je fietsje af vandaar dat ik de enige wijkagent ben die op een motor rijdt. Ik vind het gezellig werken in Stompwijk. Je kent vrijwel iedereen en iedereen kent jou. Dat heeft zo zijn voordelen. Als wijkagent ben je bezig met handhaven van de regels en het feit dat je zichtbaar aanwezig bent geeft de inwoners zekerheid.’
Duidelijkheid
Vorig jaar berichtten de media nogal eens over het aantal hoge bekeuringen dat op last van de minister van Justitie moest worden uitgedeeld. ‘Onzin’ zegt Sjoerd ‘het is echt niet zo dat we van bovenaf opgelegd krijgen hoeveel euro’s per jaar we moeten binnenhalen. Natuurlijk bestaan er cijfers over het aantal verkeersovertredingen en misdrijven die er in een bepaald gebied gehaald of opgelost moeten worden, maar dat is slechts een gedeelte van het aantal overtredingen dat je in het volgende jaar zult constateren. Ik verschaf graag duidelijkheid in de dagelijkse praktijk: ik deel bekeuringen uit op momenten dat dat nodig is, maar niet in het extreme.’
Afwisseling
Sjoerd vindt zijn werk leuk dat merk je aan alles. Kwam hij aan het begin van het gesprek wat moeizaam los, nu is hij lekker op dreef. Hij vertelt met smaak over de taken van een wijkagent. Die zijn zo divers dat je geen tijd hebt om je te vervelen, behalve dan misschien als je moet posten bij een of andere ambassade. Voor het overige is het nooit saai. Sjoerd draait net als alle andere wijkagenten mee in surveillancediensten, hij is aanwezig bij woningontruimingen, assisteert bij grootschalige voetbalwedstrijden, bij koninklijke gebeurtenissen en ga zo maar door. Hij geeft ook les op basisscholen over onderwerpen als vandalisme en zinloos geweld. ’Ja’ zegt Sjoerd ‘het is een afwisselende baan.’ Zijn vrouw is iets minder enthousiast, biecht hij op. Dat komt omdat het werk niet zonder risico’s is. Zo is hij wel eens gewond geraakt toen hij op verzoek een huisarts begeleidde naar een onberekenbare patiënt. Niet onverstandig van die huisarts; de patiënt kon zo ziek niet wezen of hij trok een mes en bewerkte er Sjoerd zijn gezicht mee. Een andere keer brak hij zijn kaak bij de aanhouding van een oververhit geraakte crimineel die een baksteen in zijn richting lanceerde. Nee, zijn vrouw staat hem niet alle dagen juichend uit te zwaaien, dat kan ik me goed voorstellen.
Bekeuren
Sjoerd blijft er betrekkelijk nuchter onder. ‘Ja, je maakt wel eens het een en ander mee en soms is dat best heftig. Op de kruispunten Dr. van Noortstraat en de Meerlaan met de provinciale weg willen nogal eens wat botsingen plaatsvinden. Dan is het vaak de politie, ergo Sjoerd, die als eerste ter plekke is. Aan hem de schone taak om gewonde weggebruikers bij te staan en het verkeer voor erger te behoeden. Het afhandelen van verkeersongevallen is geen luchthartige bezigheid. Als wijkagent zie je de wereld aan je voorbij trekken en leer je de mens kennen van zijn slechtste en zijn beste kant. ‘In Stompwijk zijn de mensen aardig’ vindt Sjoerd. ‘Ze zwaaien me altijd goedendag en als ik iemand eens een bekeuring moet geven, zijn ze meestal wel reëel. Dat wil in de stad nog wel eens anders uitpakken. Mensen schelden je soms de huid vol. Maar echt, ik zit nu 27 jaar in het vak dus daar maak ik me niet meer druk om.’
Buiten
Het fijne van zijn wijk is dat ook Vlietland daartoe behoort. Hij is graag buiten, Sjoerd, dus dat komt goed uit. In Vlietland houdt hij toezicht op de recreanten, speurt naar types die zich in het kreupelhout te buiten gaan aan onzedelijk gedrag, of slingert vandalen op de bon. Illegale vuilstort in Vlietland is ook een terugkerend probleem. ‘In het seizoen trekt Vlietland zo’n 10.000 bezoekers per dag. Die mensen komen veelal met de auto of de brommer. Als iedereen zich aan de regels zou houden, was er geen vuiltje aan de lucht. Maar zo zit het leven niet in elkaar dus er valt nog wel eens het een en ander te ordenen. Ook op het water spelen zich soms onwettige taferelen af. Om ook daar te handhaven, beschikt de politie over een speedboot. Daar kun je Sjoerd op zonnige dagen aan het werk zien, gekleed in het zomertenue van de politie, te weten een korte broek en poloshirt. Of je treft hem al wandelend aan. Dat is afhankelijk van de situatie.
Kermis
Een jaarlijks weerkerend fenomeen in Stompwijk is natuurlijk de kermis. Afgelopen jaar heeft hij er een parate eenheid voor ingeschakeld. Niet al zijn collega’s staan te springen om voor de kermis te worden ingeroosterd. Sjoerd: ‘Degenen die zelf van een dorp komen vinden het meestal nog wel leuk, maar mijn stadse collega’s vinden de kermisbezoekers soms wel erg dronken.’ In zijn jonge jaren heeft hij nog wel even geaarzeld of hij geen zeeman zou worden. Gegeven het feit dat zijn carrière zich uiteindelijk in het blauwe uniform heeft ontplooit, is de zeilboot die hij bezit een mooie compensatie. En als hij in zijn vrije tijd niet aan het zeilen is, zit hij op een paardenrug. Vakantie vieren doet hij in een caravan. ‘Heerlijk’ zegt hij ‘kamperen’.
Standvastig
Sjoerd zit dus al 27 jaar in het vak. Hij gaat, zegt hij zelf, nog iedere dag fluitend naar zijn werk. Ik wil het geloven. Als je over je werk praat zoals hij dat doet dan moet je er wel aardigheid in hebben. Het werk past ook bij hem, hij heeft een standvastige uitstraling. Hij lijkt me er een die zich niet gek laat maken door welke persoon of situatie dan ook. Het is zo’n agent waarvan je hoopt dat je beminden hem tegenkomen mochten ze onverhoopt onderweg in de problemen geraken.
Thea Ambagtsheer