D66 tegen schrappen van toegezegde extra middelen

D66 tegen schrappen van toegezegde extra middelen voor de zwakkere leerling
De D66 fractie is tegen het voorstel van het college het geld voor remedial teaching te schrappen en dit in te zetten voor andere doeleinden. Het argument om de middelen vrij te laten vallen, is niet ter zake doende. Uit onderzoek van de Rekenkamer naar de kwaliteit van de remedial teaching blijkt duidelijk dat er te weinig geld en tijd is voor extra hulp aan het kind dat moeilijk kan meekomen. Hierdoor vallen te veel leerlingen buiten de boot met alle maatschappelijke problemen van dien.

Rond 1990 is een apart project gestart onder de naam “Weer Samen naar school”. Het ministerie wilde met dit project bevorderen dat zoveel mogelijk kinderen op de gewone basisschool konden blijven. Leerlingen met leerproblemen moesten in de klas worden opgevangen. Het aantal doorverwijzingen naar speciaal onderwijs moest afnemen. Om de leerkrachten te ondersteunen is destijds door het ministerie geld vrijgemaakt om de leerkrachten te helpen. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer wijst nu uit dat dit dus te weinig is geweest. Daarom vindt D66 het ook onbegrijpelijk dat de wethouder, die van dit rapport weet, ook nú nog zegt dat er genoeg geld wordt vrijgemaakt om de kinderen te helpen die moeilijk kunnen meekomen. Het collegeargument dat de rijksmiddelen ineens afdoende zouden moeten zijn, komt daarmee te vervallen. Daar onderwijs in bijna alle verkiezingsprogramma’s als zeer belangrijk wordt genoemd, kan het niet zo zijn dat de collegepartijen het onderwijs zo maar 186.000 toegezegde euro’s afhandig maken.

Ook het argument dat andere gemeenten geen geld geven aan remedial teaching (RT) snijdt geen hout. De vraag die de gemeente aan omringende gemeenten heeft gesteld had breder moeten zijn. Er is nu heel specifiek gevraagd naar RT gelden. Als de vraag breder was geformuleerd en er was gevraagd naar extra middelen in het kader van de zorgbreedte, was het antwoord heel anders geweest. De gemeente Den Haag bijvoorbeeld is, mede door de maatschappelijke discussie over afhakende jongeren, voornemens om de komende jaren zelfs extra te investeren in het onderwijs. Daartoe worden op dit moment voorstellen voor ontwikkeld.

D66 vindt daarom ook dat de scholen dit bedrag van 186.000 Euro moeten ontvangen met de verplichting tot verantwoording over de bestemming achteraf. Dit past naadloos in het beleid dat de minister van Onderwijs wil inzetten, waarbij besturen een totaalbedrag krijgen waar men achteraf verantwoording over moet afleggen. Dit vanuit de gedachte dat het onderwijs het beste zelf kan inschatten waar het geld voor wordt gebruikt. De ene school kiest voor extra hulpmiddelen, de andere school voor extra capaciteit. Dit extra steuntje kunnen zij best gebruiken en is maatschappelijk zeer verantwoord en komt alle kinderen ten goede omdat de brede zorg alle kinderen raakt. Investeren in de school en de zorg voor de zwakkere kinderen voorkomt dat ze vroegtijdig school verlaten en dat ook de leerlingen die moeilijk meekomen een toekomst kunnen krijgen.

D66 is ook zeer verbaasd over de uitspraak van de wethouder dat de gehele raad het voorstel, om de beloofde 186.000 Euro weg te bezuinigen, steunt. De leden van de D66 fractie zaten in dezelfde commissievergadering als de wethouder, maar herinneren zich toch een geheel andere discussie.