‘Ik heb mijn kinderen er nooit mee lastig willen vallen.’
Mevrouw Van der Meer Janson
Op dinsdag 22 februari om 13.00 uur wordt er op de Geerweg 8 een gedenkplaat onthuld op de plek waar op diezelfde datum in 1945 een Engelse bommenwerper een geslaagde noodlanding maakte, maar die vier dagen later een dramatische nasleep had. Bij de onthulling worden de gesneuvelde inwoners van Stompwijk en Zoeterwoude herdacht.
Als je na de Tweede Wereldoorlog bent geboren, kan je je moeilijk voorstellen hoe ontwrichtend die oorlog voor veel mensen is geweest. Je weet dat de oorlog over bombardementen gaat en over mensen die in concentratiekampen werden vermoord. Je weet dat er honger was en dat er buitenlandse militairen op straat rondliepen. Dat er mensen werden doodgeschoten. Maar het blijft toch allemaal heel abstract.
Je gaat pas een klein beetje begrijpen hoe groot de invloed van de Tweede Wereldoorlog op een mensenleven is als je met iemand praat die hem heeft meegemaakt. Zo iemand is mevrouw Van der Meer Janson. Toen de oorlog uitbrak was zij 15 jaar. Toen hij haar leven omverschopte was zij 20.
Het was vlak voor de bevrijding, om precies te zijn 22 februari 1945, toen een Amerikaanse Liberator B24 bommenwerper een noodlanding maakte in het weiland van Martinus en Neel Janson te Zoeterwoude. Het toestel had een bombardement uitgevoerd in Duitsland en was op de terugweg naar Engeland. Het was beschadigd geraakt bij een beschieting door Duits luchtafweergeschut, en zou de oversteek naar Engeland niet meer halen. Vandaar de noodlanding. De bemanning overleefde de klap en werd door mensen uit het verzet her en der ondergebracht. Met een uur waren er Duitse militairen op de plaats van het ongeluk.
Mevrouw Van der Meer: ‘Iedereen, werkelijk iedereen ging naar het neergestorte vliegtuig kijken. Hele schoolklassen gingen ernaar toe. Je moet weten dat we nog nooit zo’n ding van dichtbij hadden gezien. De Duitse soldaten waren heel correct. Ze waren nog jong en kwamen van het Oostfront waar ze gewond waren geraakt. Ze moesten het vliegtuig bewaken en er de spullen af en uithalen die nog te gebruiken waren.’
Vier dagen na de noodlanding voltrok zich een drama. Het was 26 februari en zoals op voorgaande dagen waren er kijkers bij het neergestorte vliegtuig.
Plotseling doemde er een Engelse Spitfire op. Hij dook over het weiland en de bemanning begon met mitrailleurs op het gestrande vliegtuig te schieten. De Engelsen wilden het toestel zodanig vernietigen dat de Duitsers er geen onderdelen meer vanaf konden halen. Tot drie keer toe kwamen ze over en tot drie keer toe ratelden de mitrailleurs. Toen was het voorbij. Het vernietigen van het vliegtuig was gedeeltelijk gelukt, maar het menselijk leed dat de beschieting veroorzaakte was enorm. Vier mensen lieten het leven. Gerrie van Bemmelen, een jongetje van vier en zijn zusje Jopie van nog geen 15, Maria den Elsen Zonderop 37 jaar en moeder van vijf kinderen, en Martinus Janson zelf, 62 jaar oud, getrouwd met Neel, en oom van mevrouw Van de Meer Janson.
Mevrouw Van der Meer, die toen nog Riet Janson heette, was op de middag van de beschieting gewoon thuis bij haar moeder. Ze vertelt: ‘Mijn vader was onderweg naar Zoeterwoude toen hij kapelaan Hammerstein tegenkwam die juist naar ons onderweg was. De kapelaan was, net zoals dokter Kortman trouwens, onmiddellijk na de beschieting naar de boerderij van mijn oom en tante gegaan. Daar trof hij een slagveld aan en mijn tante die helemaal overstuur was natuurlijk door de rampzalige dood van haar man en de aanblik van het slagveld op haar erf. Al die doden en gewonden.’ ‘Mijn oom en tante hadden geen kinderen en toen de gewonden zo goed en zo kwaad als dat ging, waren verzorgd, vroeg mijn tante aan de kapelaan of hij naar mijn ouders wilde gaan om te vragen mij naar haar toe te sturen. Ze had hulp nodig. Het werk op de boerderij moest gewoon doorgaan en ze stond er opeens helemaal alleen voor. Mijn vader bracht mij naar haar toe. Ik was heel erg bang, maar ja, ik had niets in te brengen. Zo ging dat in die tijd.’
’s Avonds lag ik naast mijn tante in bed in de opkamer. Slapen lukte niet. Ik lag maar te luisteren of er soms vliegtuigen over kwamen, of er nog meer beschietingen zouden volgen. Wat ik nooit vergeten zal, was het enorme verdriet van mijn tante. En hoe overstuur Peter den Elsen raakte toen hij hoorde dat zijn vrouw, Maria Zonderop dus, was omgekomen. Hij was zó van streek. Hij dacht eerst dat de Duitsers haar hadden doodgeschoten. Het was vreselijk.’
‘Mijn tante moest de doden afleggen. Ik weet nog dat ze hulp aan iemand vroeg, maar die persoon wilde niet; ze was bang voor een volgende beschieting. Iedereen was trouwens bang en de boerderij werd ineens gemeden. Uiteindelijk kreeg mijn tante toch nog hulp van een andere mevrouw.’
‘Van lieverlee werden de doden opgehaald; dan kwam er voor de één een kist, dan voor de ander. Je moet niet vergeten dat het heel moeilijk was om aan goed hout te komen.’
Vrij kort na de ramp vertrok mijn tante van de boerderij. Ze kon er niet blijven wonen; het was te pijnlijk allemaal. De boerderij werd overgenomen door de familie Groenewegen.’
Mevrouw Van der Meer is nu 80 jaar en ze beschrijft de gebeurtenissen glashelder. Alsof ze vorige week plaatsvonden in plaats van 60 jaar geleden. Op een zeker moment in haar verhaal zegt dochter Jona ‘Goh mam, dat wist ik helemaal niet.’ Dat kan, mevrouw Van der Meer loopt niet met haar ervaringen te koop. Ze zegt: ‘Ik heb mijn kinderen er nooit mee lastig willen vallen.’ Sommige gedeeltes van de gebeurtenissen mag ik niet opschrijven. Mevrouw Van der Meer wil de nabestaanden niet van streek maken: ‘Stel dat ze dat zomaar ineens in de Dorpsketting zouden lezen. Nee, dat wil ik niet.’
En nu, 60 jaar na dato, komt er dus een gedenkplaat op de Geerweg in het weiland van Jan Groenewegen. Voordat de onthulling plaatsvindt, hebben amateur historici toestemming gekregen om opgravingen te doen. Mevrouw Van der Meer is van de week samen met haar dochter wezen kijken. ‘Onder de weg ligt nog een stuk vliegtuig onder het asfalt’ weet ze. ‘Het was vroeger gewoon een zandpad.’
Mevrouw Van der Meer is nauw bij de voorbereidingen rond de onthulling betrokken en heeft het er druk mee gehad. Ze is blij met het monument: ‘In Zoeterwoude hebben ze een gedenksteen in het gemeentehuis. In Stompwijk hebben we niks. Het doet me goed dat er nu toch nog iets komt.’
Thea Ambagtsheer
De onthulling van de gedenksteen is dinsdag 22 februari om 13.00 uur op de Geerweg en duurt ongeveer een kwartier. U bent welkom. Parkeren is er niet mogelijk.