Vlietland: Maatschappelijke discussie afgerond

De maatschappelijke discussie over de bestemming van Vlietland is volgens wethouder Bianca Bremer in juridische zin ‘afgerond’. Zij verwijst daarvoor naar de beslissing van de Raad van State uit 2010 die het bestaande bestemmingsplan onherroepelijk heeft gemaakt.

Dat blijkt uit antwoorden van de wethouder op vragen van PvdA en GroenLinks over de recente graafwerkzaamheden in Vlietland die ontwikkelaar DLR liet uitvoeren met het oog op de bouw van 222 recreatiewoningen in het gebied.

‘Het college beseft dat de (beperkte) wijziging op het bestemmingsplan kan leiden tot nieuwe vragen of een discussie over de wenselijkheid van de recreatiewoningen. Echter deze discussie wijzigt niets aan de situatie dat er sprake is van een bestaand bestemmingsplan dat de komst van recreatiewoningen mogelijk maakt. Op basis daarvan kan de rechthebbende partij, DLR, de recreatiewoningen realiseren. Het is ook nog steeds het voornemen van DLR om deze recreatiewoningen te bouwen’, aldus Bremer. (De beperkte wijziging waar de wethouder op doelt betreft het omzetten van voorziene hoogbouw in laagbouw, red.)

‘De specifieke indeling van het gebied en het type te bouwen recreatiewoningen is afhankelijk van (1) de vraag of de gemeenteraad instemt met een gewijzigd bestemmingsplan en (2) wat de uitspraak over de aanvraag natuurvergunning is van de bezwarencommissie’, zo gaat Bremer verder. DLR heeft bezwaar gemaakt tegen het niet krijgen van een natuurvergunning wegens aanwezigheid van de beschermde boommarter in het gebied.

Bremer laat weten dat zij vooraf door DLR was geïnformeerd over de start van de graafwerkzaamheden. Die vonden ook binnen het wettelijk kader plaats. De lopende bezwaarprocedure betreft ‘een andere vergunning en wel voor andere werkzaamheden die het hele gebied omvatten. De voorbereidende (graaf-)werkzaamheden vinden plaats op een kleiner gebied en tasten het leefgebied van de boommarter niet aan’, meldt Bremer.

Volgens de wethouder zijn de veranderingen ‘onomkeerbaar’. ‘Dat er veranderingen plaats zullen vinden in het gebied was vanaf het begin (na onherroepelijk worden van het nu nog geldende bestemmingsplan uit 2005) duidelijk. Er is een bestaand, onherroepelijk, bestemmingsplan op basis waarvan recreatiewoningen in het gebied mogelijk zijn. De ontwikkelaar heeft het recht binnen de grenzen gesteld door dit plan werkzaamheden uit te voeren en maakt daarvan nu – legaal – gebruik’.

Bremer zegt geen contact met de provincie (eigenaar Vlietland) te hebben gezocht over de werkzaamheden. Dat is een zaak van DLR en erfpachter RCV. De gemeente is daar volgens haar geen partij in.

Over de positie van de provincie, die werkzaamheden heeft gepauzeerd omdat DLR in gebreke blijft bij de uitvoer van gemaakte afspraken en de vergunningen die daarvoor nodig zijn, stelt Bremer dat ze dat standpunt kent maar daarover geen contact heeft met DLR. ‘De afspraken tussen provincie en de projectontwikkelaar zijn vastgelegd in de ondererfpachtovereenkomst tussen de provincie, RCV en DLR. De gemeente is hier geen partij in en is ook van mening dat het niet passend is om zich te bemoeien met een dossier tussen provincie en projectontwikkelaar dat zich afspeelt onder het privaatrecht’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *