Gedeputeerde Staten moeten begin 2025 beslissen of ontwikkelaar DLR toch een vergunning krijgt om de werken voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland, te kunnen starten. De Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) wees de vergunning eerder dit jaar af vanwege de aanwezigheid van de beschermde boommarter en het feit dat DLR onvoldoende beschermingsmaatregelen voor het dier voorstelde.
DLR ging in beroep tegen de afwijzing door ODH. Tijdens een hoorzitting betoogde de vertegenwoordiger van de ontwikkelaar dat de boommarter wel degelijk wordt beschermd in het bouwplan. Overigens relativeerde hij de aanwezigheid van de marter. Er is ook geen bewijs dat het dier in het gebied verblijft, zo stelde hij. Dat er nog meer beschermde diersoorten in het gebied zitten is niet relevant voor de vergunningverlening, aldus DLR.
Zijdens ODH werd benadrukt dat gezien de vele ecologische onderzoeken van de laatste 4 jaar er zoveel aanwijzingen zijn voor andere beschermde diersoorten, dat een aanvraag daarvoor ook in de aanvraag voor de boommarter had moeten worden meegenomen. In dit geval is handhaving achteraf niet genoeg. ODH miste ook een onderzoek naar alternatieve locaties en alternatieve inrichting en omvang van het villapark ten bate van de beschermde soorten. Ook werd de belangenafweging door de aanvrager als onvoldoende beoordeeld. Men miste een bewijsvoering voor de stelling van de bezwaarmaker dat de natuurwaarde van het gebied zou toenemen door het villapark.
Insprekers bij de zitting waren de Vrienden van Vlietland, de Algemene natuurvereniging AVN, en de Bomenbond. Ed Krijgsman (Vrienden van Vlietland) betoogde dat er nog steeds geen compleet beeld is wat er in Vlietland allemaal ging gebeuren. Hij verwees naar de aanleg van een grondwal, omlegging van de Rietpolderweg en de voorgenomen inrichting van het gebied. Ook door deze drie factoren is er geschikt leefgebied meer voor beschermde diersoorten.
Zijdens AVN werd betoogd dat het niet alleen om de boommarter gaat maar om veel meer beschermde diersoorten in het gebied. Het gebied is bovendien een officieel erkende ‘groene buffer’ waar de plannen van DLR geen bijdrage aan leveren, en die buffer ook niet versterken. DLR heeft ook niet aangetoond dat de belangen van kopers/huurders van de te bouwen woningen opwegen tegen de natuurbelangen en de belangen van degenen die Vlietland bezoeken voor rust en groen.
Een vertegenwoordiger van de Bomenbond wees erop dat er 8000 bomen gaan verdwijnen door de plannen. Zij hamerde verder op het naleven van wet- en regelgeving die erop gericht is het behoud van natuur te borgen. ‘Die afspraken zijn gemaakt in het algemeen belang. Biodiversiteit is een algemeen belang. Burgers moeten kunnen vertrouwen op de afspraken’.
Overigens wordt in de hele procedure uitgegaan van het ontwerp-bestemmingsplan uit 2022 waarin de bouw van 222 grondgebonden woningen is opgenomen. Dat ontwerp is door B&W van Leidschendam-Voorburg nog steeds niet bij de gemeenteraad ter goedkeuring neergelegd. Nu geldt formeel het bestemmingsplan uit 2005. Daarin staat ook hoogbouw van de woningen.