In Memoriam Adriaan Hilgersom

Het In Memoriam voor Adriaan Hilgersom, geschreven door Bea Oliehoek, uitgesproken tijdens de uitvaartviering en nog aangevuld met herinneringen van Antoon van Santen.

Adriaan is geboren in Stompwijk, op 16 juli 1938. 
Hij groeide op in een groot gezin. Evenals enkele van zijn broers kwam hij van de lagere school af om te helpen in de mesthandel van zijn vader. De mest werd vanuit de schuit, die bij het Blesse Paard in de vaart lag, via de vrachtwagen vervoerd naar elders het land in. Het was altijd hard werken.

Adriaan ontmoette Ria van der Post in Zoeterwoude, en in 1960 trouwde hij met haar. Samen kregen ze drie kinderen, Jolanda, Arno en Maurice.  

Zijn broer Jan zat niet in de mesthandel. Deze was koster van de Laurentiuskerk. Omdat hij plannen had om een eigen zaak te starten, stopte hij op
1 januari 1969 met zijn baan als koster. Omdat de mesthandel in die tijd niet zo best meer liep besloot Adriaan, in overleg met zijn vrouw Ria, om op de baan van koster te solliciteren en hij werd aangenomen. Door menigeen werd hij voor gek verklaard, want hij moest immers zijn mooie huis aan de Dr. van Noortstraat verruilen voor de oude kosterswoning naast de kerk. Dit huis was in verouderde staat, maar het werd voor hem opgeknapt.

Adriaan ging, zoals hij het zelf noemde, wonen in een paradijsje. In de pastorietuin, achter het kerkhof, stonden drie kleine schuurtjes. In één ervan stond de auto van de pastoor, één was voor de opslag van materiaal en in de ander hield hij wat kalfjes. Er werd een kippenhok gebouwd, groente verbouwd in de moestuin en er werden een paar geiten aangeschaft. Dit omdat de hele pastorietuin met de hand maaien ondoenlijk was. Via pastoor Groenewegen van de Nicolaaskerk in Zoetermeer kreeg hij ook nog een hond, Bassie genaamd. Fijne jaren ging het gezin tegemoet.

Voor zijn nieuwe baan als koster werd er mondeling het één en ander uitgelegd, en daarna kon hij beginnen. Alle taken in de kerk, maar ook het onderhoud buiten in de pastorietuin en het kerkhof behoorden tot zijn werk.
Een graf delven deed hij met de hand, een kraantje kwam er toen nog niet aan te pas. Maar het werken met de schop was geen probleem voor Adriaan, dit had hij vaak genoeg gedaan in de mesthandel.

Al gauw kreeg hij al te maken met enkele overledenen. Ook tot zijn taken behoorde het afleggen van de overledenen, de begrafenis regelen, kaarten laten drukken, kortom alles wat er bij een begrafenis komt kijken. Soms, bij nacht en ontij, moest hij er op uit. En dat was zeker wel even wennen.        

Vakantie kende Adriaan in die tijd niet. Het werk moest gedaan worden, vervanging was er in die tijd niet. Voor het eerst in 1977 ging het gezin een paar dagen weg naar een huisje in Beekbergen. Dit beviel zo goed, dat besloten werd om in 1979 een week weg te gaan. Er werd een vervanger gevonden om het e.e.a. waar te nemen. Elke dag werd even gebeld of alles nog in orde was in de parochie.

Adriaan komt uit een echte schippersfamilie. Het bloed kroop ook bij hem waar het niet gaan kan en in 1980 kocht Adriaan zijn eigen plezierboot.
De tijd was aangebroken voor een jaarlijkse vakantie met vrouw en kinderen. De brommer ging achter op de boot mee, want als er iemand overleden was, moest hij toch weer naar huis kunnen om de zaken te gaan regelen, wat dan ook menigmaal gebeurde.

Inmiddels waren er de nodige problemen gerezen in het gezin. Ria bleek hartpatiënt te zijn en bij twee van de kinderen, de zonen Arno en Maurice, was een erfelijke spierziekte geconstateerd, wat hen uiteindelijk deed belanden in een rolstoel. Het oude huisje wat ze bewoonden was te vochtig. Met weemoed verhuisde het gezin in 1980 naar een rolstoeltoegankelijke woning aan de Akkermunt. Lang heeft de vreugde van het nieuwe huis niet geduurd.

In oktober 1985 scheen nog even de zon voor het gezin, toen dochter Jolanda ging trouwen met Fred. Gelukkig voor Jolanda en Fred heeft Ria dit nog mee kunnen maken, want op 1 februari 1986 overleed Ria vrij plotseling op 49-jarige leeftijd. Adriaan bleef toen achter met twee gehandicapte zonen en een dochter, die inmiddels de deur uit was.

Korte tijd na het overlijden van Ria ontmoette Adriaan Truus van Werkhoven uit Voorhout en zij was bereid om met hem de zorg van zijn kinderen op zich te nemen. Maar in maart 1987 overleed Maurice op 17-jarige leeftijd en in juli 1988 overleed Arno op 21-jarige leeftijd. Adriaan moest zijn huis aan de Akkermunt uit, om plaats te maken voor een nieuwe rolstoel-gebonden bewoner.

Adriaan verhuisde naar Voorhout, naar de woning van Truus, in afwachting van een ander huis in Stompwijk. Op een ochtend, komend op de brommer vanuit Voorhout om zijn werk te doen, stond er een bordje in de tuin bij de oude kosterswoning. Het huisje werd te koop aangeboden. Bij navraag diezelfde ochtend bleek dat het huisje al verkocht was. Altijd heeft Adriaan het jammer gevonden dat het hem niet gegund was het oude kostershuisje te kopen.

Korte tijd later kregen Adriaan en Truus een woning aangeboden in het Hoefblad in Stompwijk, waar ze heel wat jaren met plezier hebben gewoond.

Samen met Truus bleef Adriaan de uitvaarten verzorgen. Maar met het ouder worden besloten ze dit werk uit handen te geven aan Kees Onderwater Uitvaartverzorging. Ze vonden dat de tijd aangebroken was, om het wat rustiger aan te gaan doen.

Na zijn pensioen bleef Adriaan  aanwezig als deeltijdkoster, samen met diverse vrijwilligers.

Antoon van Santen herinnert zich van die activiteiten hoe tijdens de vakantie van Adriaan iedere dag de klok opgewonden moest worden. En dan merk je dat dat ook echt iedere dag moest gebeuren, anders stond de klok stil.

Als in de kerk een lamp verwisseld moest worden, dan moet dat met meerdere mensen gedaan worden. Één om, van boven het plafond, de armatuur te laten zakken en één om, beneden in de kerk, de bol te verwisselen.

In en rond de kerk hoef je nooit naar werk te zoeken. Bloemen schikken, de kaarsen op de standaards zetten, de kazuifel uithangen. En natuurlijk altijd zorgen dat de koffie op tijd klaar is. En dan was er ook nog het instrueren van de misdienaars en het organiseren van hun jaarlijkse uitje. Er was (en is) altijd wel iets te doen.

Adriaan en Truus genoten van de tochten met hun boot en van hun vrije tijd. Truus kreeg echter gezondheidsproblemen en in juli 2010 overleed ze. Wederom kwam Adriaan alleen te staan. Bewonderenswaardig is het dat hij steeds na elke tegenslag de levensvreugde weer kon vinden. Hij ging er alleen op uit met de boot, of op zijn brommer, en genoot van dagelijkse dingen van het leven. Toen in Zoeterwoude de nieuwe huizen van Emmaus opgeleverd werden, besloot hij 3 jaar geleden vanuit het grote huis aan het Hoefblad te verhuizen naar een kleiner appartement in Emmaus. Kort heeft hij daar maar gewoond. Na een val begon hij meer te tobben met zijn gezondheid. In Emmaus verhuisde hij intern naar een zorgappartement en werd hij rolstoel-gebonden. Daar had hij het moeilijk mee, hij wilde nog zo graag naar buiten. Na enige tijd had hij een clubje mensen om zich heen verzameld, die regelmatig met hem gingen wandelen. Favoriet was IJsboerderij de Jong in de Weipoort voor een lekker ijsje, en La Place, om even een bakkie te doen.

De laatste weken verslechterde zijn gezondheid. Ook al liet hij dit bijna niet merken, hij berustte erin. Afgelopen maandag is hij rustig en waardig heengegaan.

Adriaan, bedankt voor wie je was, voor alles wat je gedaan hebt voor de kerk en voor de gemeenschap.

Rust in vrede