B&W hebben een ‘koersnotitie’ voor de Omgevingsvisie vrijgegeven. Het hoofdstuk Stompwijk en landelijk gebied luidt als volgt:
‘Stompwijk is een dorpse kern. De schaal, aard en dynamiek is heel anders dan in Voorburg en Leidschendam. Maar ook voor Stompwijk is het zaak te groeien en ruimte te scheppen voor nieuwe woningen. Naast de behoefte aan woningen voor de inwoners van Stompwijk is dit ook essentieel voor het voorzieningenniveau en daarmee het waarborgen van de leefbaarheid en de vitaliteit van het dorp. In Stompwijk zien we drie denkrichtingen voor mogelijke ontwikkellocaties om deze woningen te realiseren: inbreidingslocaties langs het lint en in de kern, nieuwbouw in een deel van de Westeinderpolder en transformatie van het sportveld. Op basis van nader onderzoek maken we een keuze of en welke ontwikkellocatie geschikt is. Daarnaast spelen de ruimtelijke inpasbaarheid en de mogelijkheden voor ‘Stompwijks bouwen’ een rol en zijn bodem en water belangrijke aspecten. Samen met het vitaliteitsonderzoek dat aangeeft hoeveel woningen en wat voor soort woningen er nodig zijn zal dit de basis voor de keuze van de mogelijke ontwikkellocatie vormen.
Ook in Stompwijk laten we alle perspectieven in samenhang tot uiting komen bij ontwikkellocaties. Met de ontwikkellocaties maken we immers nieuwe omgevingen die we naar onze huidige inzichten in kunnen richten. Om dit te waarborgen kan de omgevingsvisie een kwaliteitsleidraad geven voor ontwikkellocaties. Een set van richtlijnen voor de hoeveelheid groen (3-30-300 richtlijn, waarbij we het buitengebied als park beschouwen), klimaatadaptief en natuurinclusief en met een zo laag mogelijke milieu-impact bouwen, het mobiliteitsconcept, het aandeel aan maatschappelijke of economische voorzieningen, het omgaan met erfgoed en de ruimtelijke inpasbaarheid in de omgeving zoals Stompwijks bouwen.
Het dorp is een gevarieerd gebied waar dan ook alle perspectieven een rol spelen. We geven prioriteit aan dorps wonen als onderdeel van ons hoogwaardig verblijfsklimaat. We behouden en versterken het groen in de buurten en het contact met het landschap. Dit combineren we met ruimte voor ontmoeten en bewegen en een inrichting die bijdraagt aan klimaatadaptatie en biodiversiteit. We koesteren de historische kwaliteit van de erven en van het centrumlint en zorgen ervoor dat dit het vitale hart van het dorp blijft. Hier bewaken we het voorzieningenniveau en zorgen we voor een leefbaar en vitaal dorp met een levendig Dorpspunt. Met goede recreatieve verbindingen maken we van het centrum ook een pleisterplaats voor bezoekers. De bestaande woningvoorraad in het dorp laten we beter bijdragen aan ‘een plek voor iedereen’. We streven ernaar dat iedere woning bewoond wordt door de huishoudensvorm waar de woning geschikt voor is of geschikt voor gemaakt wordt. Dat kan betekenen dat we het gemakkelijk maken voor bewoners om naar een geschiktere woning te verhuizen binnen Stompwijk zodat bestaande woningen vrijkomen voor anderen. Maar het kan ook betekenen dat we woningen levensloopbestendig maken of splitsen. Deze omgang met de bestaande woningvoorraad combineren we met een verduurzamingslag zodat de dorpse woonomgeving duurzaam toekomstbestendig wordt.
Twee van de bedrijventerreinen van onze gemeente liggen in Stompwijk. Deze ruimte aan bedrijvigheid behouden we om economisch vitaal te blijven. We bieden daarom waar mogelijk ruimte voor groei en verduurzaming op deze terreinen. Met het behouden van de bedrijvigheid laten we ook Stompwijk een belangrijke bijdrage leveren aan het perspectief ‘economisch vitaal’ en ‘een plek voor iedereen’. De ruimte voor groei combineren we met hoge duurzaamheidsambities. We stimuleren bedrijven om over te schakelen naar een circulaire bedrijfsvoering en vergroening van het terrein en zien de grote dakoppervlakte van de bedrijven als essentiële bron voor duurzame zonne-energie.
Stompwijk is sterk dooraderd en geflankeerd door groenzones en waterverbindingen. Deze maken we beter beleefbaar om het verblijfsklimaat te versterken. Met de inrichting dragen we bij aan ruimte voor ontmoeting, bewegen, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Zo komen er meerdere perspectieven samen in deze waardevolle te koesteren verbindingszones. Stompwijk heeft een passend voorzieningenniveau en dat houden we zo. Voor sommige niet dagelijkse voorzieningen zijn de omliggende kernen, met name Zoeterwoude, Zoetermeer, Leiden en Leidschendam van belang. De ontsluitingswegen in het dorp die voor verbinding met deze kernen zorgen maken we daarom veiliger en leefbaarder. Met de aanleg van de Veenpoldersweg hebben we hier onlangs al goede stappen in gezet. Daarbij zetten we ook in op een openbaar vervoersverbinding en een veilige en snelle fietsroute. Dit versterkt bovendien de beleving van landschap en historie. Ook zorgt versterking van de recreatievaart op de Nieuwe Vaart voor betere verbondenheid over water en verlevendiging van het historische centrum.
De koers en keuzes voor ons buitengebied
Ons landschap is van onschatbare waarde. Niet alleen voor onze gemeente, maar ook voor de hoogstedelijke regio waarvan we deel uitmaken. Het vervult een rol voor alle perspectieven en we benutten de kansen om die te combineren. We kiezen voor prioriteit aan een ‘hoogwaardig verblijfsklimaat’ en ‘economisch vitaal’. Het landschap als tegenhanger voor de stad is daarbij onmisbaar. Openheid is daarbij de belangrijkste cultuurhistorische waarde van het landschap waarvan vitale duurzame boeren de dragers blijven vormen. We houden het landschap dan ook open en plannen hier geen ontwikkellocaties of aaneengesloten bossen. Met eventuele uitzondering van een deel van de Westeinderpolder, afhankelijk van de keuze uit de drie denkrichtingen voor Stompwijk, is de Duivenvoordecorridor (Vlietvoorde) dus de laatste ontwikkellocatie in ons buitengebied geweest. We benutten het landschap ook niet voor zonneparken maar kiezen voor andere duurzaamheidsmaatregelen zoals vergroten van de biodiversiteit, ruimte bieden aan waterberging en verminderen van de uitstoot. Ook staan we welwillend tegenover collectieve bewonersinitiatieven voor opwek van windenergie en vinden we het wenselijk om deze samen te verkennen op haalbaarheid, draagvlak en behoud van landschappelijke kwaliteit. Naast het open houden van het landschap versterken we de verbinding, zowel ecologisch als recreatief, tussen de verschillende delen van dat landschap. Hierin spelen de Duivenvoordecorridor en Leidschendammerhout een sleutelrol als verbinding van de duinen naar het Groene Hart.
Het hoogwaardig verblijfsklimaat laten we samengaan met een economisch vitaal buitengebied. In het buitengebied is een zeker mate van geuroverlast als gevolg van agrarische activiteiten acceptabel. Hiervoor stellen we in de omgevingsvisie beleid vast en dit vertalen we naar de regels van het omgevingsplan. We blijven in ons buitengebied ruimte bieden aan vitale boerenbedrijven in de melkveehouderij in combinatie met verduurzaming. We streven naar extensivering in de vorm van kringlooplandbouw en bieden de boeren daarom gebiedsgericht ruimte voor nevenactiviteiten op het gebied van recreatie, natuurontwikkeling, vernatting en waterberging. Daar waar boeren zelf willen stoppen denken we mee over een andere vitale invulling. We gaan verrommeling van de erven aan de historische linten tegen en bieden (ter vervanging van bedrijvigheid) op de bestaande bebouwde erven ruimte aan nieuwe, kleinschalige werkfuncties zoals recreatieve functies, dagbesteding, vergaderen in het groen of kleinschalige landwinkels, eventueel aangevuld met een ondergeschikte woonfunctie.
We hebben een positieve grondhouding ten aanzien van initiatieven. Uiteraard zijn de mogelijkheden niet onbeperkt en zal de omgevingskwaliteit en het beperken van de verkeersaantrekkende een rol spelen in de afweging. We sturen daarom op een zorgvuldige landschappelijke en cultuurhistorische inpassing en stellen in de omgevingsvisie een kwaliteitsleidraad voor de agrarische erven op. Naast de melkveehouderij is ook de glastuinbouw belangrijk voor de economische vitaliteit. In de Meeslouwerpolder blijven we hier ruimte aan bieden, maar daar waar er zich kansen voor ruimtelijke verbetering voordoen, zetten we hierop in. Menging met overige lichte bedrijvigheid vinden we daarbij passend. Onder de voorwaarde van een goede ruimtelijke inpasbaarheid en in onderlinge afstemming met de provincie maken we herplaatsing van verkeersintensieve bedrijven van het lint en het dorp naar de Meeslouwerpolder mogelijk. Zo verbeteren we de leefbaarheid, veiligheid en ruimtelijke kwaliteit van het lint en het dorp’.