Het is aan de provincie Zuid-Holland om, als zij dat wil, iets te doen met een alternatief plan voor de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dat heeft wethouder Bianca Bremer de gemeenteraad bericht. Het gaat om een voorstel van ChristenUnie om de 222 woningen niet in Vlietland neer te zetten doch in Stompwijk (kassengebied Meeslouwerpolder).
Op last van de gemeenteraad legde de wethouder het plan van ChristenUnie voor aan de provincie (eigenaar van Vlietland), ontwikkelaar DLR en grondpachter Recreatiecentrum Vlietland (RCV). De schriftelijke reactie van de provincie was al eerder bekend (https://vlietnieuws.nl/2024/06/01/vlietland-provincie-wil-onderzoek-alternatief-bouwplan/ ); die wil nader onderzoek naar het plan.
DLR en RCV wijzen het plan af, zo blijkt uit hun schriftelijke reacties. DLR noemt het ‘geen realistisch en uitvoerbaar plan’. Men stelt dat het eigen plan nodig is voor de kwaliteit van Vlietland en een duurzame toekomst van het gebied. Het is bovendien specifiek voor Vlietland (Noord) ontwikkeld en niet uitvoerbaar op een andere plek.
DLR verwijst verder naar het geldende bestemmingsplan Vlietland dat de bouw toestaat, de stand van zaken met het bouwplan (laatste toetsing loopt, de voorbereidingswerkzaamheden starten) en dat de provincie geen grootschalige ontwikkelingen in het buitengebied (Stompwijk, red.) wil.
RCV sluit zich bij DLR aan. Met verwijst naar bestaande overeenkomsten over de bouw en stelt dat het alternatief ‘onvergelijkbaar’ is met het voorliggende plan.
Bremer namens B&W: ‘De reacties van de drie partijen gelezen hebbend, wil het college zelf een korte reactie geven ter duiding aan de raad. De provincie verwijst in haar brief naar verschillende onderzoeken die plaats moeten vinden om inzichtelijk te maken of een alternatief plan uitvoerbaar is’.
‘Het zou voor de hand liggen als de provincie het voortouw neemt voor die onderzoeken. De provincie is immers eigenaar van het gebied en heeft in het verleden altijd het initiatief gepakt voor de ontwikkeling van Vlietland. Dit wordt ook onderschreven door de uitkomsten van het feitenonderzoek dat door onafhankelijke journalisten is uitgevoerd (publicatie Vlietnieuws https://vlietnieuws.nl/2024/05/29/u-zegt-het-maar-anatomie-van-een-hoofdpijndossier-60-jaar-touwtrekken-om-vlietland/ )
‘Verder is van belang dat een vrijwillige kavelruil de basis vormt voor het alternatief. Dat betekent dat de provincie als eigenaar van de betrokken te ruilen gronden niet alleen bestuursrechtelijk, maar vooral ook privaatrechtelijk een sleutelpositie heeft bij het verder brengen van dit alternatief. De provincie moet immers zowel de gronden in het glastuinbouwgebied aankopen als gronden bestemd voor uitplaatsing van de glastuinbouwbedrijven uit de Meeslouwerpolder’.