Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland willen een nader onderzoek naar het voorstel van ChristenUnie om 222 recreatiewoningen niet in Vlietland te bouwen maar in Stompwijk. Dat blijkt uit een brief van GS aan B&W van Leidschendam-Voorburg. B&W had de provincie, eigenaar van Vlietland, om een reactie gevraagd.
De provinciale reactie luidt aldus:
‘Geacht college, op 26 april hebben wij uw verzoek ontvangen waarin u ons informeert over een door uw raad aangenomen motie waarin wordt verzocht de reactie te peilen voor een alternatief voor de realisatie van recreatiewoningen in Vlietland-Noord. Dit alternatief is in de motie op hoofdlijnen geschetst: een vrijwillige kavelruil waarbij het glastuingebied in Stompwijk in de Meeslouwerpolder als bouwlocatie wordt benut in ruil voor Vlietland. Op deze manier is het mogelijk het glastuinbouwgebied te herontwikkelen met een aanzienlijk deel vakantiewoningen, een deel natuur en een deel woningen voor de (lokale bevolking van) Stompwijk. Tegelijkertijd zou dit zorgen voor een groen(blijvend) Vlietland aangezien de ruilverkaveling gepaard moet gaan met een intrekking van het bestaande bestemmingsplan dat bebouwing met recreatiewoningen en andere voorzieningen mogelijk maakt.
U vraagt ons een reactie, zowel vanuit onze rol als eigenaar van Vlietland, als erfverpachter van de gronden en als toezichthouder ruimtelijke ordening. Graag geven wij gehoor aan uw verzoek.
Allereerst spreken wij onze waardering uit voor uw inspanningen om te kijken naar een alternatief voor het plan om 222 recreatiewoningen in Vlietland te realiseren. Ook waarderen we dat bij het alternatief gekeken is naar een integrale gebiedsontwikkeling waarbij meerdere maatschappelijke opgaven gelijktijdig en in samenhang worden bezien en verder kunnen worden gebracht. Ook wij zien vanuit meerdere perspectieven kansen bij deze ontwikkeling voor bijvoorbeeld de vitaliteit van Stompwijk, het bijdrage aan het voorzien in de (lokale) woningbehoefte, natuurontwikkeling in de Meeslouwerpolder en de mogelijkheid om Vlietland als dagrecreatiegebied verder te ontwikkelen en de bestaande natuur in het gebied te behouden.
Echter, we constateren dat op onderdelen sprake is van afwijkingen van het provinciaal beleid, bijvoorbeeld ten aanzien van het beleid voor de glastuinbouw. Daarnaast is het de vraag wat de consequenties van dit plan zijn voor bijvoorbeeld de natuur (weidevogels) en mobiliteit.
Of de provincie kan instemmen met deze afwijkingen en of kan worden voldaan aan diverse randvoorwaarden die verbonden zijn aan de gebiedsontwikkeling in de Meeslouwerpolder zal afhankelijk zijn van de onderbouwingen die hiervoor door de gemeente moeten worden aangeleverd.
Wat ons betreft is het alternatief interessant genoeg om het plan nader te onderzoeken. Mocht u daartoe besluiten dan gaan wij graag met u in overleg over de vervolgstappen die hiervoor nodig zijn en welke ondersteuning wij u daarbij kunnen bieden. Het betreft immers een alternatief voor de recreatiewoningen in provinciaal recreatiegebied Vlietland.
De provincie heeft de grond in Vlietland in erfpacht gegeven aan Recreatiecentrum Vlietland BV (RCV) die de mogelijkheid heeft hierop de recreatiewoningen te realiseren. Mocht blijken dat de grond niet voor dit doel benut hoeft te worden, dan zullen wij in overleg treden met RCV om de consequenties voor de bestaande erfpachtovereenkomst te bespreken.
Indien het alternatief onderzocht gaat worden zijn wij bereid om in overleg te treden met RCV over de betalingsverplichting van de erfpachtcanon gedurende dit onderzoek. Als de private overeenkomsten over de recreatiewoningen in Vlietland worden ontbonden, vervallen ook de verplichtingen van de provincie zoals het omleggen van de Rietpolderweg, het weghalen van verhardingen en het aanleggen van parkeerplekken. Het daarvoor gereserveerde budget hoeft dan niet voor deze werkzaamheden te worden ingezet. De provincie is bereid te bezien of (een deel van) dit budget ingezet kan worden om de realisatie van het nieuwe plan mogelijk te maken.
Mocht u tot een nadere onderzoek besluiten dan verwachten we dat lopende het onderzoek de betrokken partijen overeen zullen komen dat er geen onomkeerbare werkzaamheden in Vlietland zullen plaatsvinden ten behoeve van de realisatie van de recreatiewoningen in Vlietland. Tenslotte, in onze brief van 28 maart 2023 hebben wij u ondersteuning aangeboden voor de participatie bij ontwikkelingen met betrekking tot de recreatiewoningen in Vlietland. Dat aanbod is ook van toepassing voor de participatie welke mogelijk dient plaats te vinden bij de verdere uitwerking van het alternatief voor Vlietland in de Meeslouwerpolder.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland’