Mijn vader, Joop Schrader, zoon van Dorus Schrader en Mien Schrader-Van Santen, de jongste van negen.
Stijldanser, verzamelaar, oranje supporter, Stompwijker en een Schrader in hart en nieren.
Werd verliefd op een lief meisje uit Amsterdam, danste met haar, trouwde met haar en kreeg samen met haar twee zonen.
Zijn hele leven heeft zich afgespeeld onder één dak, de rechterhelft van het ouderlijk huis werd zijn kasteel in Stompwijk (zoals mijn broer het graag omschrijft) het huis waar hij voor altijd wilde blijven.
Behalve dan met vakanties, want dan kon het niet ver genoeg zijn om iets van de wereld te zien.
Hij wilde zo veel mogelijk cultuur en natuur opsnuiven als hij kon en deed zijn best om ook ons hierin onder te dompelen.
Mijn vader was altijd erg begaan met Stompwijk en zijn bewoners. Zo was hij actief in het schoolbestuur, altijd te vinden bij de voetbal en erg betrokken bij de Soos om maar enkele dingen te noemen.
Ook schoot hij velen te hulp wanneer het zaken van belastingtechnische, juridische of financiële aard betrof. Hij verdiende daar dan ook wel een extra zakcentje aan, maar de hoogte van de vergoeding liet hij veelal over aan diegene die hij hielp.
Mijn vader was ook een echte boekhouder.
Zijn eerste baan bij Nutricia betaalde voor zijn avondstudie waar hij zijn talent voor het boekhouden ontwikkelde. En met een diploma onder zijn arm ging hij aan de slag bij het vastgoed bedrijf ‘Onderling Belang B.V.’ in Rijswijk, waar zijn waardevolle juridische talent boven kwam drijven.
Zijn werk nam hij zeer serieus en hij week nimmer af van zijn verantwoordelijkheden.
Dit leidde soms tot ongenoegen bij mijn moeder als hij voor de zoveelste keer bleef overwerken of zijn werk weer eens mee naar huis nam.
Toch zorgde hij er altijd voor dat hij tijdens zijn middagpauze samen met zijn gezin thuis aan tafel mee kon eten. Hiervoor snelde hij dus dagelijks met zijn auto heen en weer over de Dr. Van Noortstraat en de Stompwijkseweg om daarna op tijd weer terug te zijn in Rijswijk.
Achteraf gezien zijn wij het er eigenlijk wel over eens, dat hij voor een groot deel verantwoordelijk was voor de slechte staat van deze hobbelwegen.
Ja, Stompwijk was ideaal voor hem: familie en vrienden dichtbij, de buurtjes, zijn herinneringen aldaar.
Ëén van mijn vroegste herinneringen aan mijn vader is van toen ik ongeveer 4 of 5 jaar oud was. Ik hing voornamelijk nog aan mijn moeders rokken en mijn vader was die indrukwekkende man in pak met de donkere stem en de zware wenkbrauwen boven zijn strenge ogen. In huis stonden toen al overal interessante dingen waar mijn broer en ik niet aan mochten zitten, wat natuurlijk de verleiding nog groter maakte om dat dan juist wel te doen als mijn ouders niet in de buurt waren. Het gevolg was dat ik één van mijn vaders objecten (een beeldje of zo, natuurlijk van onschatbare waarde), op de grond kapot liet vallen terwijl mijn moeder achterin het huis bezig was.
Ik schrok hiervan en tot overmaat van ramp zag ik mijn vader op dat moment thuis komen.
De man die altijd dreigde op ons speelgoed te gaan staan als we dat niet op tijd opruimden, dezelfde man die je ook sommeerde om je spruiten op te eten.
Paniek sloeg toe en ik verstopte de stukken snel achter de staande klok (wat volgens mijn moeder mijn standaard verstopplekje was). Ik rende de trap op naar mijn kamer en verstopte me ver onder mijn eigen bed.
Het duurde niet lang of mijn vader en moeder hadden uitgevogeld wat er gebeurd was en mij hadden gevonden. “Wat doe je daar onder je bed? Kom daar eens onder vandaan..” zei mijn vader. Bevend van angst kroop ik te voorschijn, wachtend op de toorn en straf van mijn vader.
In plaats daarvan tilde hij me op en probeerde hij me gerust te stellen en te troosten.
Toen besefte ik dat hij me altijd zou bijstaan en beschermen, verzorgen en liefhebben, wat voor pad ik ook zou bewandelen in het leven.
Ik was juist zelf zijn meest waardevolle schat, samen met mijn moeder en mijn broer. En deze wetenschap, dat gevoel, is altijd intact gebleven, tot en met zijn laatste ademtocht.
Lieve pap, je had nog zoveel plannen, zoveel onvervulde dromen, je had zo’n wilskracht, maar je was tegelijkertijd ook zo koppig.
Je was zo behulpzaam, maar ook zo dominant.
Zo vrolijk, zo boos, zo sterk, zo ziek…..zo liefdevol.
Papa, ik hield van je, wij houden nog steeds van je, waar je nu ook bent.
Weet dat we nu niet alleen zijn, we hebben elkaar.
We dragen je altijd mee in onze gedachten en harten.
Paul