Geen hoogdravende verhalen, geen dikdoenerij, geen kijkmijeens-poeha maar gewoon om je heen kijken wat je voor een ander kunt doen. Zo kennen we allemaal Petra Oliehoek-van Es. Ze gaat stoppen bij de Dorpsketting en daar moeten we even bij stilstaan. Want Petra gaat niet zomaar stoppen, ze doet dat na een ontzagwekkende periode van 53 (!) jaar.
Ze stond aan de wieg van wat Stompwijkers het meest met elkaar verbindt: onze dorpskrant. Het was 1970, het jaar van Biafra, Dolle Mina, Feyenoord wereldkampioen, TopPop, Venus van Shocking Blue. In de kelder van de familie Van Santen zaten ze letterlijk met de inkt aan de handen de eerste Dorpskettingen in elkaar te knippen, plakken, stencilen, vouwen, nieten. Petra ging meedoen met die andere vrouwen die de Dorpsketting hebben gemaakt tot wat het is: Bep van Santen, Ans Luiten en (later) Marga Stijnman en Thea Ambagtsheer. Met Leo Oliehoek ook alweer 55 (!) jaar voor de technische ondersteuning.
Het belang van de Dorpsketting voor de gemeenschap van Stompwijk moet niet worden onderschat. Door de artikelen raken lezers van elkaar op de hoogte. Ze delen hun ervaringen, ideeën, plannen, wensen en zorgen en dat leidt niet zelden tot contacten en initiatieven die het dorpsleven aangenamer en mensen socialer maken. Petra heeft dat al die jaren goed begrepen. Ze voelt feilloos aan waar, wanneer en voor wie actie nodig is en bedenkt er een creatieve vorm voor. Zo ontstonden ‘Stompwijk in beweging’ (wandelingen door en rondom het dorp) en – met Elly de Waal – het vogelhuisjesproject, waarbij zo’n 80 dorpsbewoners het dorp verfraaiden met meer dan honderd vogelhuisjes. Ook maakte Petra de afgelopen jaren voor Omroep Midvliet video’s over het dorp.
Speciale vermelding verdient het door haar in gang gezette project ‘Schoon Stompwijk’. Samen met de gemeente organiseerde ze een dag waarop bewoners zwerfvuil prikten in hun buurt. Ze plaatste in de Dorpsketting een oproep aan dorpsgenoten hun eigen wijken blijvend schoon te houden. Met een donatie van Fonds 1818 werden prikkers aangeschaft en ‘prikrondjes’ georganiseerd. Het werkt: Stompwijk is zichtbaar schoner geworden!
Juist in de huidige tijd, waarin negativiteit velen bij de keel grijpt, roept ze bij ons een gevoel van urgentie op om in je omgeving te kijken waar je iets positiefs kunt doen. Een vrouw dus met een zonnetje in haar hoofd. Een hoedster van de medemenselijkheid. ‘Je hebt weinig nodig om iets te kunnen betekenen voor anderen’, zei ze ooit. Dat klopt, maar de ander ervan overtuigen dat je samen dingen voor elkaar kunt boksen gaat niet vanzelf. Je moet er tijd en energie in willen steken en mensen willen leren kennen. Zelf zegt ze het zo: ‘Het gaat er niet om wie je bent, maar wie je kent.’
Het zal wel in de genen zitten’, antwoordde ze op de vraag waarom ze doet wat ze doet. Dat klopt, haar ouders waren ook van die lieverds. Ze woonden bij ons aan de overkant. In haar keukentje schonk moeder Van Es met genoegen een kop koffie voor wie langs kwam. En ik herinner me nog goed hoe pa Van Es altijd klaar stond om een handje te helpen als je een klusje had. Hij nam ook ruim de tijd om je zo goed mogelijk te antwoorden op je vraag hoe het met hem ging. Hij begon dan een shagje te draaien en meldde je na een minuutje dat alles met hem oké was. Je wist dan: dit is een doordacht antwoord.
Van één voorval tussen Petra en mij wil ik hier melding maken, omdat we er dertig jaar later nog om moeten lachen. In de jaren negentig leverde ik wel eens een stukje kopij. De redactie was toen gevestigd op Hoefblad 43. Op maandagmiddag stond de voordeur open. Stukjesschrijvers mochten (hoe ongelooflijk gastvrij!) zonder te bellen door de woonkamer naar de trap die naar het redactiekamertje boven leidde. De kopij moest uiterlijk 18.00 uur ingeleverd zijn. Ik was laat, vlak voor de deadline stoof ik de woning binnen, liep de kamer door en zag… de deur van het toilet stond open en Petra was bezig met de meest normale aller menselijke handelingen. Tja, hoe gaat dat: je bent daarboven aan het werk en je moet even. Hoe kun je weten dat er op de valreep een sukkel nog zijn stukje komt inleveren!
Laten we haar zomaar bij de Dorpsketting vertrekken? Nee toch? Ze geeft kleur aan het sociale leven in ons dorp, een kleurtje als bedankje daarvoor zou op zijn plaats zijn. U begrijpt wel wat ik bedoel.
Jos Teunissen
‘