– Onbekende groene parel
Het verstedelijkte grondgebied van de gemeente Den Haag en haar randgemeenten kent gelukkig nog steeds onbebouwde terreinen die de voortgaande stadsuitbreidingen hebben overleefd. Zo zijn er de duinen, de (veen)weides, oude landgoederen en buitenplaatsen en enkele jonge bosgebieden in de buurt van de Vliet.
Door: Sander Wennekers
Midden in de polder oostelijk van de A4 ligt sinds eind negentiende eeuw ook nog een beboste ‘postzegel’ die maar weinigen bekend zal zijn. Het betreft de bostuin die naast en achter de Sint-Laurentiuskerk in Stompwijk is gelegen. Recentelijk is hier een ecologisch interessante ontwikkeling in gang gezet.
Stompwijk
In het landelijk gebied oostelijk van de Vliet ligt de voormalige gemeente Stompwijk, nu onderdeel van Leidschendam-Voorburg. Ook na de annexatie door Den Haag van het zuidelijkste deel in 2002, heeft Stompwijk met circa 21 vierkante kilometer nog steeds een omvangrijk grondgebied. Naast een dorpskern met ruim tweeduizend inwoners in de noordoostelijke hoek kent Stompwijk een groot landelijk gebied, met daarin onder andere het westelijke deel van de Nieuwe Driemanspolder, de buurtschap Wilsveen met de bekende molendriegang, de Leidschendammerhout, de vogelplas Starrevaart en Vlietland.
Ontstaan
Oostelijk van de meest landinwaarts gelegen strandwal waarop Rijswijk, Voorburg, het voormalige Veur en Voorschoten zijn gebouwd, lag van oudsher een uitgestrekt moerasgebied, waarin zich een dikke veenlaag vormde. Reeds vanaf de middeleeuwen vond in dit gebied turfwinning plaats, waarbij grote watervlaktes ontstonden. Na droogmaling met molens ontstonden weidegebieden die geschikt waren voor veeteelt. In het gebied lag ook de ambachtsheerlijkheid Stompwyck, die vanaf de Bataafse tijd een zelfstandige gemeente vormde tot het in 1938 met de gemeente Veur fuseerde tot Leidschendam.
Aan de rand van de dorpskern van Stompwijk, aan de tegenwoordige Dr. Van Noortstraat bevond zich vanaf de achttiende eeuw een rooms-katholieke schuilkerk. Tijdens de ‘katholieke emancipatie’ in de tweede helft van de negentiende eeuw is dit gebouw in de jaren 1871-1873 vervangen door de neogotische Sint-Laurentiuskerk, met aangebouwde pastorie, ontworpen door E.J. Margry. Voor de kerk ligt een plein, ter rechterzijde een kleine begraafplaats. Achter de kerk bevindt zich een diepe tuin met hoge bomen en een waterpartij. Het gehele complex inclusief de als ‘kerkbos’ of ‘pastoorsbos’ bekend staande tuin is een rijksmonument.
Kerkbos
De kavel met voorplein, kerk, begraafplaats en tuin is ongeveer twee hectare groot. Voorin staan rechts een oude linde en links een grote beuk. Achter de kerk bevindt zich de pastorietuin met gazon, moestuin, waterpartij, bosschages en enkele alleenstaande bomen. Helemaal achterin is een dicht bos met bospaden. Rechts van de kerk ligt de begraafplaats die is omzoomd door fraaie leilindes en een korte rij met zeer oude haagbeuken. Door hun grillige vorm zijn deze haagbeuken heel karakteristiek.
Tot voor kort stond in het gazon een grote rode beuk, die blijkens het landelijk register monumentale bomen was aangeplant tussen 1830 en 1840. Helaas was deze boom ernstig aangetast door de tonderzwam en is hij tijdens de februaristorm van begin 2022 omgewaaid. De resterende boomstomp blijft er staan als hommage aan de boom, maar ook als bron van biodiversiteit. Even verderop staat aan de oever van de waterpartij nog een grote gewone beuk. Ook staan in dat deel van de tuin twee grote essen en een alleenstaande walnoot.
Het kleine bos achterin kenmerkt zich door een dichte begroeiing van veel esdoorn, lijsterbes, kastanje, hulst, eik en een rode beuk. Hier is uitdunning van het opschot dringend noodzakelijk om de overige bomen ruimte te geven om te groeien. Helemaal achterin, langs de sloot en met uitzicht over de polder, staan onder andere een monumentale plataan uit 1890-1900, een grote es, zwarte els en wat esdoorns.
Icoonsoorten
Ondanks regelmatig onderhoud door vrijwilligers heeft het kerkbos in de loop der jaren geleden en is de algehele toestand niet optimaal. Gelukkig zijn er nieuwe perspectieven. Overleg tussen de tuincommissie en de Stichting Duurzaam Leidschendam-Voorburg leidde in 2021 tot een bomenschouw door de landelijke Bomenstichting.
Na veldbezoek door onder andere de Haagse Vogelbescherming en de groenbeheerder van de gemeente is een toekomstvisie voor het kerkbos opgesteld.
Als belangrijkste doelen staan daarin het duurzaam in stand houden als stilteplek in de natuur en het vergroten van de natuurwaarden voor icoonsoorten, zoals huismus, boomklever, merel, nachtegaal, steenuil en gierzwaluw. Ook de egel en enkele soorten insecten en vleermuizen staan genoemd. De biotoop is met name geschikt als leefgebied voor stinzenbollen en dotterbloem. Op basis van deze toekomstvisie heeft de provincie Zuid-Holland een subsidie toegekend. Inmiddels is de herinrichting in bos wordt uitgedund, gesnoeid en er worden inheemse bomen aangeplant waar nodig zoals eik, linde en kastanje. Met de aanleg van takkenrillen en ruigtes, aanplant van stinzenbollen en van besdragende mantel- en zoomvegetatie wordt leefgebied gecreëerd voor vogels en kleine fauna. Maar ook worden bloemenweides ingezaaid, nestkasten opgehangen en er wordt een faunapassage voor egels tussen kerkbos en gemeentelijk groen aangelegd.
Zo kan deze groene parel nog tot in lengte van jaren bijdragen aan het herstel van de zo bedreigde biodiversiteit en omwonenden de gelegenheid bieden om dichtbij huis van een stukje echt bos te genieten.
Tekst: Sander Wennekers
Bron AVN, waarvoor onze dank.
Deze foto’s in dit artikel zijn van: Petra Oliehoek– van Es
Met dank aan Gera Vermaas die natuurlijk viel voor dit artikel over haar prachtige achtertuinen dit met ons deelde.
Red. Petra
Het pastoorsbos is tot aan het begin van de 21ste eeuw goed bijgehouden door eerst Jan en later Adriaan Hilgersom. De laatste 15 jaar trad de verwaarlozing in. Jammer. De moestuin is veel kleiner geworden, het Heilig Hart beeld is in het bos geparkeerd en de zwemvijver is dichtgegooid. Jammer dat er geen melding is gemaakt van de twee prieeltjes die achterin het bos stonden en ergens in de 60er jaren in onbruik raakten en de konijnenhokken van Pastoor Konings. Daarnaast zijn de gigantische hoeveelheden sneeuwklokjes die ieder jaar verschijnen in het bos zeker het vermelden waard.