Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland willen af van de Stompwijkse Molens. Ze zouden overgedragen moeten worden aan de Rijnlandse Molenstichting in Leiden. Een besluit daarover moet voor 31 juni vallen. Dat heeft gedeputeerde Willy de Zoete-Van der Hout van Provinciale Staten bericht. De provincie is sinds 1958 is eigenaar van de molens Stompwijkseweg 24 t/m 28 Leidschendam. Dit om ze te behoeden voor sloop.
De molens vormen een driegang; het polderwater wordt trapsgewijs opgemalen naar de Rijnlandse boezem. Er is sprake van een als één geheel functionerend Rijks monumentaal complex dat is gebouwd in 1668. De drie molens zijn voorzien van een woning en vanaf ongeveer 1800 altijd bewoond geweest. Ook vandaag de dag is dit nog het geval, de huurcontracten dateren uit 1977.
Al in de beleidsvisie Erfenis, Erfgoed en Erfgoud 2013-2016 stond het voornemen de drie molens in goede staat over te dragen aan een gerede partij. Het zelf in eigendom hebben van erfgoed sluit niet meer aan bij taken van de provincie. Tot nu toe is de overdracht van de molens niet gerealiseerd omdat zich bij twee van de drie molens een calamiteit met de fundering voordeed. Grootschalig ingrijpen was nodig. Pas in 2018 werd gestart met de voorbereiding van de overdracht. De gedachte om de molens met de omliggende grond als één geheel over te dragen, bleek niet haalbaar.
De mogelijke nieuwe eigenaar diende aan vier criteria te voldoen: Sterke partner die het molencomplex langdurig en op goede wijze kan behouden, beheren en beleefbaar maken; betrouwbare partij met aantoonbare ervaring op het gebied van molens; financieel draagkrachtig en transparant; eerbiedigt de lopende huurcontracten van de bewoners.
De Rijnlandse Molenstichting bleek als enige partij aan die criteria te voldoen. De stichting bleek bereid te zijn om de molendriegang toe te voegen aan het huidige eigendom van 49 molens in de regio. Dit onder de voorwaarde dat de stichting in de komende jaren geen kosten kwijt is aan de instandhouding van het molencomplex. Overeen is gekomen dat de stichting de molens voor het symbolische bedrag van € 1 krijgt plus een éénmalige onderhoudsbijdrage van 800.000 euro. Als Provinciale Staten daarmee instemmen kan de overdracht plaats vinden. Nu kost het onderhoud van de molens de provincie
€ 100.000 per jaar. Naast de € 800.000 zal de stichting jaarlijks € 11.400 subsidie voor onderhoud krijgen.