De haalbaarheid van flexwonen op de locaties die B&W eind vorige week bekend maakten is ‘hoogst onzeker’. Dat heeft verantwoordelijk wethouder Bianca Bremer de gemeenteraad bericht.
B&W maakten bekend dat er een aantal geschikte locaties voor flexwoningen waren gevonden: Sonnenburghlaan Voorburg, Zusterdijk 18 Stompwijk, Van Santhorststraat 3 Stompwijk, de Oude Trambaan 51 Leidschendam, De Tol 32A Leidschendam. Tezamen goed voor zo’n 237 woningen. Omwonenden zijn door de gemeente geïnformeerd over de plannen.
In een brief aan de gemeenteraad schrijft wethouder Bremer: ‘De potentieel geschikte locaties zijn nog niet doorgerekend. Voor een financieel haalbare businesscase is het evenwel van essentieel belang dat de bouwplannen worden ondersteund met financiële bijdragen van het rijk en de provincie. Subsidies voor flexwonen zijn reeds aangevraagd. Het is nog niet duidelijk of deze worden verkregen’.
‘De haalbaarheid van flexwonen op vermelde locaties is thans dan ook nog hoogst onzeker. Niet eerder dan na instemming van de raad en de totstandkoming van bindende afspraken met de samenwerkende partijen (omvattende de totale businesscase) wordt gestart met het vervolgtraject. Dat bestaat uit het vervolgen van het communicatietraject met de omwonenden en het doorlopen van de planologische procedures en (na verkrijging van de vereiste vergunningen) de voorbereiding en realisatie. De resultaten van het doorlopen traject met de omgeving maken deel uit van het besluitvorming. Communicatie In het vervolgtraject worden de inwoners nadrukkelijk betrokken’.
Over de twee plekken in Stompwijk meldt Bremer: ‘Voor wat betreft Stompwijk geldt dat één van de genoemde locaties zal worden bestemd voor flexwonen. Nader onderzoek dient uit te wijzen welk terrein daarvoor het meest geschikt is. Afstemming met de Adviesraad Stompwijk maakt onderdeel uit van de nadere verkenning’.
De wethouder noemt de gemeente ‘de aanjager en verbindt de verschillende partijen’. Na de besluitvorming moeten de woningcorporaties zorgen voor de realisatie, de exploitatie en de financiering van de flexwoningen.
Eind 2021 vroeg de gemeenteraad aan B&W om naar plekken te gaan zoeken voor de realisatie van flexwoningen. Daar is in april, na de gemeenteraadsverkiezing van medio maart, mee begonnen. Gekeken is naar panden en percelen die voor langere tijd (minimaal 5 jaar en bij voorkeur 10 jaar) beschikbaar zijn en geen stagnatie opleveren voor de geplande woningbouw.
Bremer: ‘De inrichting en het beheer van meerdere kleinschalige locaties is relatief duur. Daarom is in eerste instantie gezocht naar vrijliggende dan wel vrijkomende locaties waar op tijdelijke basis 25 of meer woonunits realiseerbaar zijn’.
Vlietnieuws, ter toelichting: stuk flexwoningen wijkt af van persbericht gemeente omdat het gemaakt is aan de hand van het formele stuk dat de wethouder aan de gemeenteraad zond.