De bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland is vastgelegd in een erfpachtakkoord uit 2006. Aan dat akkoord is de provincie gebonden. Die afspraak moet gerespecteerd worden. Er is ook geen aanpassing van dat akkoord mogelijk. De ontwikkeling is onomkeerbaar.
Dat hebben Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland bericht naar aanleiding van vragen vanuit Provinciale Staten over het bouwplan. Zuid-Holland is eigenaar van de grond. Tegen de bebouwing loopt een petitie. Die is al 16.846 keer getekend. Het erfpachtakkoord loopt tot 2126.
GS stellen de zorgen van recreanten en omwonenden te begrijpen. Het is echter aan de ontwikkelaar om te zorgen voor informatie en om hen eventueel te laten participeren in de plannen.
GS geven geen mening over het opofferen van groen voor het bouwplan. Wel stellen zij dat alternatieven niet zijn onderzocht en dat er ook geen weging heeft plaatsgevonden over het effect van het plan op het welzijn van recreanten en omwonenden. Hoeveel bomen er door het bouwplan verdwijnen zeggen GS niet te weten. Dat is overigens een zaak van de gemeente Leidschendam-Voorburg aangezien Vlietland binnen die gemeente ligt. Leidschendam-Voorburg gaat ook over een eventuele herplantplicht.
Er is volgens GS geen verplichting om de natuur die met het plan verloren gaat te compenseren. De Omgevingsdienst Haaglanden moet wel een ontheffing flora/fauna beoordelen.
GS stellen dat het bij de bebouwing om een ‘beperkt gebied’ gaat. De plannen betekenen een impuls voor het gebied, onder andere waar het gaat om sociale veiligheid. Leidschendam-Voorburg behandelt nu een wijziging van het bestemmingsplan Vlietland Noord-Oost uit 2005 om het bouwplan, dat ten opzichte van voornemens destijds is gewijzigd, mogelijk te maken.
GS zeggen het bestemmingsplan niet te kunnen tegenhouden. Wel hebben wij een zienswijze bij de gemeente ingediend omdat het op punten niet overeenkomt met provinciaal beleid. Zo moet in het bestemmingsplan duidelijker worden gemaakt dat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied op zijn minst gelijk blijft, met extra nadruk op de overgang tussen open gebied en het park waar de woningen komen.
Daarnaast moet de gemeente duidelijker maken hoe bij de bebouwing rekening is gehouden met effecten van klimaatverandering (wateroverlast, overstroming, hitte, droogte); hoe die beperkt worden dan wel worden voorkomen.
GS geven aan dat stranden en paden in de toekomst vrij toegankelijk blijven. De provincie draagt bij het bebouwingsplan de kosten voor aanpassing infrastructuur (wegen/paden), aanleg parkeerterreinen en stranden. De bebouwing zelf is het risico van de ontwikkelaar.