Tekort aan paarden
Voor het eerst sinds jaren heeft de kortebaan te maken met een tekort aan paarden. Vanwege de Corona-crisis is er de afgelopen twee jaar nauwelijks gekoerst. Veel eigenaren hebben hun kortebaners verkocht. Gelukkig is er dit jaar wel een volwaardig seizoen, maar het duurt altijd even voor iedereen een nieuwe kortebaner heeft kunnen vinden. Het bestuur van de kortebaanbond heeft daarom besloten tot een tijdelijke maatregel: de Grand-16.
De Grand-16
Een kortebaan volgens de Grand-16 heeft een tussenomloop. Dit houdt in dat de acht verliezers uit de eerste omloop in de tussenomloop tegen elkaar lopen. De vier winnaars van de tussenomloop krijgen na loting een van de nummers 6-8-10-12 in de tweede omloop. Op deze manier krijgen we 12 paarden in de 2e omloop. Zo kunnen we weer verder gaan als altijd, namelijk 12-6-3 (+ één paard bijloten), 4 (halve finale) en tenslotte 2 voor de finale.
Meer spelmogelijkheden
Bij de Grand-16 kortebaan hebben we één omloop meer in vergelijking met een traditionele kortebaan met 16 paarden zonder tussenomloop. Dit betekent minder spelmogelijkheden. Voor de inkomsten van de organiserende vereniging is dit erg nadelig. Let op het duo en trio wordt met de eigen paardennummers gespeeld. Dus paard 1 heeft 1, paard 2, 2 etc. op het wedformulier, dus GEEN gekoppelde duo/trionummers zoals voorgaande jaren.
Het programmaboekje
Het programma waarin u het verloop van de kortebaan bijhoudt, ziet er dit jaar iets anders uit. Er is ruimte gemaakt om de paarden voor de tussenomloop apart te noteren. Zodra een rit in de tussenomloop gelopen is, krijgt u te horen welk nummer het winnende paard in de tweede omloop krijgt (een van de nummers 6-8-10-12). Daarna gaan we verder zoals vanouds. Het is misschien even wennen, maar het went snel. Zodra het kan, schaft het bondsbestuur deze maatregel weer af.
Frans Jansen