Vier weken voor Kerst op een vrijdag wordt de advent krans te voorschijn gehaald en door een aantal vrijwilligers versierd met kersttakjes en strikken. Deze wordt uitgestald op de grond onder de plaats waar deze komt te hangen.
Zaterdagochtend omstreeks 10.00 uur komen we bij elkaar in de keuken van de pastorie voor een bakkie koffie. Dan de laatste inspectie van de advent krans omdat je er als hij eenmaal hangt alleen nog met een flinke trap bij kan komen. Vervolgens klimt één van de vrijwilligers via de wenteltrap naar het koor en dan nog via twee ladders naar een rond gat met een doorsnede van ongeveer 70 cm in een dikke muur aan de achterwand. Eenmaal hierdoor geklommen komt men boven het plafond van het middenschip uit, vanaf hier wordt het tijgeren naar de andere kant van het middenschip tot vlak bij het altaar.
Tot op een paar jaar geleden heeft onze hoog bejaarde koster dit nog gedaan, eigenlijk een onwaarschijnlijke daad. Voor diegene die het nu doet gaat het ook niet zomaar van een leien dakje. Totdat je op een punt komt waar een kluwen ijzerdraad ligt. Hier laten we de kluwen ijzerdraad zakken door een klein gaatje in het plafond. Hieraan kunnen we de advent krans vastmaken en deze wordt opgehaald tot de juiste hoogte is bereikt. Dit is best een zwaar klusje. Op mijn vraag hoe ik kan zien of de hoogte is bereikt zei de koster Adriaan Hilgersom droogjes; “Ik heb een plakbandje om het ijzerdraad geplakt, als deze bij de balk van de nok zit dan hangt de krans op juiste hoogte. “Het plakbandje zit er nu nog steeds!”
Wanneer het drie koningen is geweest herhalen we het gehele tafereel nog eens en wordt de krans weer opgeborgen tot het volgend jaar.
Belangrijk is om het licht uit te doen want het duurt zeker weer één jaar voordat er weer iemand op die plek komt. Daarna nog afsluitend een bakkie koffie en dan: Tot volgend jaar!
Tom Janson