Ik zat nog in de periode van verdriet en gemis want op 17 januari jl is mijn man, Johan van Vliet, overleden. En toen kwam het coronavirus onze kant op. De beperkingen die werden opgelegd kwamen hard aan. Geen kinderen en kleinkinderen meer op bezoek, geen kerkbezoek, dinsdag middag geen Soos, geen baantjes trekken op donderdag ochtend en ook niet het ritme van 3x per week om half 8 op staan om naar de sportschool te gaan. Het liefst zou ik in een winterslaap zijn gebleven van pak en beet ….. 1 jaar? Maar na een paar keer lang uitslapen merkte ik toch dat dat niet voor mij weggelegd was.
Dus dit was dan het nieuwe leven: blijf zoveel mogelijk thuis en contact alleen nog op 1,5 meter afstand. Iedereen kent de regels wel.
Gelukkig zag ik langzamerhand weer iets van activiteiten en ritme in de week terugkomen. Kerk volg ik op zondag via de tv. Sporten doe ik bijna elke ochtend thuis met ‘Heel Nederland thuis in beweging’. Ook bel ik veel of word ik gebeld door lieve vriendinnen. Zo heb je dan ineens weer meer contact met iemand dan voorheen. De boodschappen worden iedere week thuisgebracht en dat is geweldig voor iemand die een hekel heeft aan boodschappen doen.
Ook een groot plezier is het planten kasje aan de Vliet waar ik al mijn bloemenzaad kan zaaien. En hier komt weer veel verspeen werk uit voort. Dat houd me lekker bezig. En hopelijk mag het resultaat er straks zijn als alles mooi in bloei staat. Thuis vermaak ik mij met kaarten maken nu dat niet meer op de Soos kan. Daar was het wel veel gezelliger maar ik zal het er mee moeten doen.
Daarnaast prijs ik mij gelukkig met het stekje waar ik woon. Bij mooi weer geniet ik van de zon samen met mijn gezellige buren op ons terras met de gepaste 1,5 meter van elkaar.
Ik waardeer het ook bijzonder dat ik elke week de Dorpsketting thuis gestuurd krijg. Altijd een momentje waar ik naar uitkijk. Dank je wel bestuur van de Soos!
Ondanks het gemis van mijn lieve man overheerst de dankbaarheid dat hij deze periode niet mee hoeft te maken. Dat zou heel moeilijk zijn geweest. Ik kom er wel doorheen zolang ik mijn zegening maar kan tellen en zo maak ik er het beste van.
Hopelijk blijven we met z’n allen gezond en komen er (nog) betere tijden.
Ida van Vliet,
woonachtig in Leidschendam, maar blijft voor altijd Stompwijker
(uit het boekje (mijn) leven met corona, dat in het begin van de coronatijd, – vorig jaar dus – door en voor de leden van Ouderen Soos Stompwijk is gemaakt)