In de Waterviolier wonen ook een aantal van onze leden en ondanks dat we begonnen met een klein misverstandje, ze dacht dat ik langs zou komen, begint Frieda haar verhaal.
Ik vind het wel moeilijk hoor, ik weet niet of ik er genoeg verstand van heb om wat over te vertellen. Ik ben nu de hele dag thuis, voorheen deed ik nog zelf boodschappen, iedere dag even een loopje naar de supermarkt, dan had ik twee vliegen in 1 klap. Ik kan niet teveel in 1 x meenemen dus ging ik elke dag en had ik meteen mijn beweging gehad. Nu doe ik dat niet meer. Mijn dochter besteld de boodschappen bij die van haar, die worden bij haar bezorgt en dan brengt ze mijn boodschappen bij mij.
Ik ben wel bang voor het virus en de kinderen hebben het ook heel sterk. Ze komen minder en als ze er zijn dan gaan ze heel ver uit elkaar zitten en ze komen niet meer allemaal tegelijk. Als het even kan dan gaan we beneden buiten zitten, daar heb je meer ruimte en ze zeggen dat je buiten wat minder risico hebt omdat het virus dan wegwaait. Ook de kleinkinderen zie ik bijna niet, ze zijn wel allemaal volwassen, op 1 na, en snappen dus heel goed wat er gebeurd in de wereld maar ze zijn ook bang. Ik vind dat wel jammer.
Je staat er mee op en gaat er mee naar bed, het is angstig dat de hele wereld het heeft. De regels die zijn opgesteld vind ik wel goed en ja je doet maar wat ze zeggen. Je weet niet of het goed is. Ik vind wel dat ze soms te snel een bekeuring uitdelen, kijk als volwassen zich niet aan de anderhalve meter afstand houden snap ik het wel maar als dat bij jongeren of kinderen gebeurt hoef je toch niet meteen te bekeuren.
De versoepeling is wel nodig maar je weet eigenlijk niet wanneer het goede moment daar is.
De wijkzorg draagt geen mondkapjes, dat vinden ze niet nodig. Ze zeggen dat hun medewerkers niet besmet zijn dus dan hoeft het niet. Ik heb zelf wel een mondkapje. Je kan het wassen en dan in de vriezer leggen, dan vriezen de bacteriën dood zegt men. Dus dat doe ik dan maar. Ook het vele schoonmaken en handenwassen vind ik wel een opgave. Je deed dat altijd wel maar nu doe je het nog veel meer en dan heb je net je handen gewassen en dan pak je weer wat beet, oh ja, hup dan ga je maar weer. En ook het schoonmaken van de deurkrukken moet veel vaker dan normaal gebeuren.
Als ze maar wat vinden zodat de wereld weer normaal kan gaan draaien, zeker de jonge mensen moeten gewoon kunnen werken.
Als de soos weer zou beginnen dan kom ik weer, daar keek ik echt naar uit.
Frieda van Wissen
(uit het boekje (mijn) leven met corona, dat in het begin van de coronatijd, – vorig jaar dus – door en voor de leden van Ouderen Soos Stompwijk is gemaakt)