De Randstedelijke Rekenkamer gaat een nieuw onderzoek doen naar de baggerstort in de Meeslouwerplas, deel van natuur- en recreatiegebied Vlietland. Het onderzoek beslaat de periode 2009 – 2018. De bagger verdween in de plas om die zo minder diep te maken. Dat gebeurde op basis van een afspraak tussen de provincie en aannemer BAM.
Het onderzoek richt zich op alle partijen die bij de baggerstort betrokken waren, de afspraken tussen provincie en BAM, de uitvoering van de baggerstort, de wijze waarop de provincie naging of BAM zich aan de afspraken hield, wat er gebeurde met meldingen en klachten van omwonenden en belangenorganisaties en hoe Provinciale Staten werden geïnformeerd zodat die hun controlerende taak waar konden maken.
Er worden drie onderzoekers ingezet. Zij moeten in het tweede kwartaal van 2021 met hun werk klaar zijn.
Er doen al jaren lang verhalen de ronde over de storting van vervuilde bagger in de plas alsmede gebrekkige controle op wat er in het water verdween. Begin 2019 deed een voormalig projectleider van de provincie Zuid-Holland, Aad den Draak, onder ede een boekje open over de misstanden die zich volgens hem hadden voorgedaan. Het tv-programma Zembla besteedde ook aandacht aan de baggerstorten.
Groot baggerdepot in weiland
In een weiland langs de Stompwijkseweg komt gedurende maximaal drie jaar een enorm baggerdepot, goed voor de stort van zo’n 5300 kubieke meter bagger. Het depot, 270 meter lang en 20 meter breed wordt omgeven door een wal van 1,2 meter hoog. De bagger wordt per pijpleiding aangevoerd vanaf het water ten noordoosten (de ‘Stompwijkse’ kant) van de drie Stompwijkse molens. Dat water wordt uitgebaggerd. Het Hoogheemraadschap Rijnland heeft toestemming gegeven voor de werken. De bagger, waarvan er wordt uitgegaan dat die ‘schoon’ is, zal uiteindelijk op het weiland, dat achter Stompwijkseweg 46C ligt, blijven liggen. Dit om het stuk grond op te hogen en de verbeteren.