Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland moeten een onafhankelijk onderzoek laten doen naar de kwaliteit van de bagger op de bodem van de Meeslouwerplas. Ook moet onderzocht worden wat het effect is van het gebruik van zand en grond uit de RijnlandRoute-tunnel als afdeklaag in de plas.
Dat stellen de Vereniging Vrienden van Vlietland, de Vogelwerkgroep Vlietland, de Werkgroep Milieubeheer Leiden en de Beheerscommissie Vogelplas Starrevaart, mede namens RecreatiecentrumVlietland B.V., in een brief aan Gedeputeerde en Provinciale Staten (PS).
GS schreven PS eerder dit jaar het belangrijk te vinden ‘dat er geen onduidelijkheid is over de kwaliteit van de bodem van en het water in de plas’, dat sommige aspecten van de verontdieping van de plas echter nog wel onduidelijk zijn en dat u zich daarom kon voorstellen dat PS ‘een aanvullend/verdiepend extern onderzoek’ zouden willen laten uitvoeren.
Met dat onderzoek zou onder meer de vraag beantwoord moeten kunnen worden ‘of met de huidige geplande verontdiepingsactiviteiten de kwaliteit van de plas in voldoende mate is gegarandeerd, inclusief het afwerken van de bodem met een laag van voldoende kwaliteit’. Hierbij werd gedacht aan het afdekken van de bagger op de Meeslouwerplasbodem met zand/grond uit de RijnlandRoute-boortunnel. GS wilden zo’n onderzoek laten door de Randstedelijke Rekenkamer.
De vier organisaties stellen nu het initiatief van GS buitengewoon op prijs te hebben gesteld en te hebben ervaren als een hoopgevende verandering in de opstelling van uw college ten opzichte van de Meeslouwerplas en onze gebiedspartijen. Deze zomer is echter gebleken dat de kwaliteit van de bagger op de Meeslouwerplasbodem al in 2016 door Sweco is onderzocht in opdracht van BAM.
‘Dat onderzoek laat echter zeer veel te wensen over’, aldus de vier organisaties die nu om een nieuw onafhankelijk onderzoek vragen. Zij willen daar als ‘gebiedspartijen’ bij betrokken worden. De vier vragen zich wel af of de Randstedelijke Rekenkamer geëquipeerd is om dit soort onderzoek te doen en of er voor dit soort onderzoek geen gespecialiseerde organisatie moet worden gezocht.