geen hoopgevende cijfers
Stichting Amigos steunt al sinds 2003 diverse projecten in voornamelijk Bolivia op het gebied van educatie en gezondheid. Wij willen u graag op de hoogte houden hoe het een en ander verloopt in deze coronatijd.
In tegenstelling tot Nederland, waar de quarantaine maatregelen nu langzaamaan worden versoepeld, moet het overgrote deel van de bevolking in Bolivia nog steeds binnenshuis blijven. De bevolking heeft het economisch en mentaal enorm moeilijk.
Eind vorig jaar had Bolivia na de verkiezingen te kampen met hevige politieke onrust. De president Evo Morales is afgetreden en met de interim-regering keerde de rust min of meer weer terug en toen dook COVID-19 op. De slechte toestand van de gezondheidszorg verklaart waarschijnlijk de snelle reactie van de regering. De staatsziekenhuizen hebben veel te weinig middelen, waardoor dokters en verpleegsters in meerdere ziekenhuizen weigeren om patiënten met het coronavirus te verzorgen.
Nadat op dinsdag 10 maart de eerste persoon met COVID-19 in Bolivia werd gediagnosticeerd, gingen op donderdag 12 maart de scholen en universiteiten dicht en kwam er een verbod op samenscholing. Sinds 26 maart mogen de Bolivianen één ochtend per week naar buiten om lopend inkopen te doen afhankelijk van het laatste cijfer van je identiteitskaartnummer. Het is niet bekend tot wanneer de maatregelen nog gelden.
Ondanks de strenge lockdown zijn de cijfers niet hoopgevend. Het aantal gediagnosticeerde patiënten blijft stijgen, net zoals het aantal overlijdens. De mortaliteit ligt relatief hoog, omdat er zeer weinig testcapaciteit is in Bolivia.
In Bolivia werkt 83 procent van de Boliviaanse bevolking in de informele economie: zonder contract, zonder ziekteverzekering, zonder vangnet. Ze leven van dag tot dag: wat op één werkdag in het laatje komt, wordt de volgende dag uitgegeven aan eten en noodzakelijk transport.
De impact van de genomen maatregelen is dus niet te overzien. Ook omdat er geen statistieken worden bijgehouden van het aantal huishoudens, waar de schulden zich opstapelen, die geen eten meer kunnen kopen, die hun geneesmiddelen niet meer kunnen aanschaffen bij chronische ziekte en waar er sprake is van geweld of mishandeling. Het psychosociale effect op kinderen en jongeren is enorm, vooral in de steden, waar slechts een handvol mensen over een tuintje of een terras beschikken. Leven tussen vier muren, vaak met verschillende generaties families samen, zorgt voor heel wat spanningen en mentale onrust. Er is onrust en protest in bepaalde regio’s van het land: “We sterven liever aan corona, dan van honger.”
Doet de regering dan helemaal niets? Toch wel. Sinds het begin van de quarantaine maatregelen werden economische pakketten in de vorm van voedselmanden en bonussen beloofd. In eerste instantie gingen deze bonussen naar ouderen en families met schoolgaande kinderen. Na het meermaals opvoeren van deze pakketten, heeft op dit moment bijna elke volwassen Boliviaan recht op één bonuspakket. Althans in theorie, want de verdeling ervan verloopt chaotisch. Mensen moeten hun bonus opvragen bij de bank en dat zorgt voor trieste taferelen: ellenlange rijen overdag en (vaak oudere) mensen die ’s nachts onder een deken kamperen voor de bank. Diegenen die op het platteland wonen en het aankunnen, lopen urenlang naar de dichtstbijzijnde bank.
De organisaties waarmee Stichting Amigos werkt, hebben door de lockdown maatregelen de werkzaamheden moeten aanpassen. De werknemers van het weeshuis worden elke dag opgehaald en weer thuisgebracht. De mobiele school en Yanapasayku/Sol in Casa hebben via het internet en de telefoon contact met de kinderen. De organisaties doen wat ze kunnen maar hebben het zwaar. De saamhorigheid onder de bevolking is gelukkig groot. De mensen helpen elkaar in deze moeilijke en bizarre tijden. De steun vanuit Stichting Amigos is nu meer dan ooit goed besteed.
Wordt vervolgd … en hopelijk de volgende keer met betere berichten.
Linda de Jong, Stichting Amigos