De groeven in zijn handen bevatten zwarte aardesporen, hij loopt op klomplaarzen en het vissershoedje moet zijn hoofd beschermen tegen de felle lentezon die zijn gezicht bruin heeft gekleurd, dit is een buitenmens. Dat hij aan het begin van de voedselketen staat kan letterlijk genomen worden.
Wim van Marwijk kan gepassioneerd vertellen over zijn levenswerk; dat wat hij hartstochtelijk doet: het opkweken van groenteplanten. Van het ontkiemen van het zaad tot het verse eindproduct blijft een uniek proces.
De kweker die afgelopen week zijn 70e levensjaar bereikte, dopt letterlijk en figuurlijk zijn eigen boontjes.
Hij heeft zijn groene vingers en kundigheid niet opgedaan uit boekjes of Wikipedia, hij heeft zijn passie gevolgd en stopt een leven lang aan kennis en ervaring in zijn plantjes. Alles wat hij zaait lijkt te ontkiemen en is opmerkelijk: pure kwaliteit. Net zo puur als hijzelf.
De geboren Zoeterwoudenaar verhuisde in 1959 op 9-jarige leeftijd met zijn ouders naar het ouderlijk huis van de familie van Marwijk in de Geerpolder en hij is niet van plan zijn stek levend te verlaten.
Hij is ‘ontkiemd’ en heeft wortel geschoten aan de Ondermeerweg 6 en is trots op deze unieke plek waarover hij vol bezieling kan vertellen.
Als kind begon hij te kweken onder 1 raam plat glas. Met zijn 14 jaar mocht hij van zijn vader een kas bouwen, de voorloper van hetgeen nu nog steeds op de dijk staat. Een houten kas kocht hij van Barends uit Leidschendam en haalde deze met zijn vader op. Het had 2 kappen en was 8 meter lang. Hier kon hij zich uitleven. Zijn zaden opkweken.
Op 21-jarige leeftijd trouwde hij in 1972 met de liefde van zijn leven, Trees Ammerlaan. Hij nam haar mee in zijn kwekerspassie en zij leerde van hem.
In dat jaar verlengde hij zijn kas om meer ruimte te creëren voor diverse groenten.
Onderaan de dijk, over de weg, had zijn vader 8000 vierkante meter land waar 3 afdelingen ‘plat glas’ lag waaronder groenten werden verbouwd. In 1974 bouwden ze een hoge kas op het achterste deel van het land, waar zijn vader altijd 2 koeien had gehouden.
De warme, droge zomer van 1976 zorgde voor een goede opbrengst van hun gekweekte tomaten en komkommers, waarna besloten werd om de winst te gebruiken voor aanbouw van een hoge kas op de plek van de 3 afdelingen ‘plat glas’.
Het storten van de voet van de kas werd uitbesteed, de rest hebben Wim en zijn vader zelf opgebouwd.
De kas, die tot op de dag van vandaag in de Geerpolder prijkt, was ‘ontkiemd’.
Handig als hij is, bouwde Wim van onderdelen van het oude platte glas, zijn eigen ‘kleine kassie’, zoals deze nu nog op de dijk staat, op de plek waar hijzelf als kleine jongen begon met 1 plat glas en daarna zijn houten kas. Degelijk van kwaliteit, dat blijkt wel nu het gegalvaniseerde ijzerwerk van de kassen nog in dezelfde staat is als 40 jaar geleden.
In die tijd was alles nog handwerk. Elk najaar persten Wim en zijn vader minstens 100.000 slapotjes met de handpers. In 1978 kocht Wim de machine die voor hem het verschil ging maken: een nieuwe mechanische pottenpers.
We maken een 40-jarige sprong naar het heden
Het is vrijdagavond, halverwege april, dat Wim de krachtstroomstekker van zijn pottenpers aansluit waarna het vertrouwde persgeluid de avond vult. Hij perst wekelijks kluitjes met slazaad, andijvie of koolsoorten. Fluitend. Het is een nauwkeurig (‘kreen’) proces. De potgrond dient exact de juiste hoeveelheid vocht te bevatten, anders worden de kluiten niet netjes geperst.
Overal in zijn ‘kleine kassie’ wordt aandacht gegeven aan het proces van groei & ontwikkeling. Met de pottenpers als middelpunt staan er velerlei soorten groenteplanten, aardbeiplanten en wat perkgoed. Een deel van de kas is afgeschermd met isolatieplastic; dat is het ‘warme hok’, waar geënte komkommerplanten, meloenen, tomaten en paprikaplanten staan. Het glas is aan de buitenzijde bekrijt, waardoor de zon geen kans krijgt de tere blaadjes te beschadigen. Alles in het ‘kleine kassie’ ademt Wim. Dit is zijn walhalla.
Bij binnenkomst aan de noordzijde staan de stellingen op pakhoogte met de te verkopen groenteplanten.
Wim is bekend in deze omgeving bij eenieder die een moestuin heeft. Samen met Trees bestiert hij de huisverkoop (‘Op de dijk bij Van Marwijk’) van groenteplanten, zaden, pootaardappelen, broeiramen, potgrond en velerlei gerelateerde producten. Aan klandizie geen gebrek. Vanuit de hele regio en ver daarbuiten weten ze de Ondermeerweg te vinden. Daar ga je heen voor kwaliteit.
Deze ‘coronacrisis’ deed hun klantenkring in eerste instantie uitbreiden; nu mensen meer thuis zijn en de lente zonnige dagen bracht, sloeg men massaal aan het (moes)tuinieren. Maatregelen dienden genomen te worden deze periode. De verkoop vanuit het ‘kleine kassie’ an sich hield voor nu even op. Klanten kunnen nu telefonisch hun bestelling doorgeven aan Trees. Wim maakt deze ‘verzendklaar’ waarna de klant het onderaan de dijk kan ophalen. Minder persoonlijk, maar voor nu de beste oplossing.
Momenteel hebben ze hun handen er vol aan, zowel Wim als Trees zijn van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig met de klantenbestellingen.
Daarom is kort geleden besloten te gaan afbouwen met de verkoop van perkplanten; de éénjarige bloeiers als geranium, fuchsia en vlijtig lies. Simpelweg omdat ze de tijd er niet (meer) voor over hebben en Wim zijn hart toch echt ligt bij de groenteplanten.
De dijk voor het markante huis met prachtig groot glas-in-loodraam is van april tot ver in oktober een lust voor het oog. De aanblik van de dijk vol frisse, verleidelijke groenten in de meest heldere kleuren doet menig fietsrecreant stoppen om vervolgens met een vers product in de fietstas de tocht te vervolgen. Daar waar hun kinderen een eigen tuintje op de dijk hadden, leert hij nu zijn kleinkinderen ‘telen’. Hun dochters in Gelderland en Drenthe kunnen hun erfgoed; hun groene vingers gebruiken in hun eigen moestuin en hun zoon heeft het bedrijf (de grote kas) overgenomen. Dagelijks loopt Wim de dijk af naar de kas, waar hij zijn zoon en schoondochter een helpende hand biedt met de oogst van hun prachtige ranonkels.
Wim is een trots man.
Op vakantie hoeft hij niet, hij komt immers op zijn dijk tot ontspanning.
Hooguit een midweek per jaar naar het Drentse Echten, om de koeien van zijn dochter en schoonzoon te melken wanneer zij genieten van hun jaarlijkse vakantiemoment.
Naast zijn passie voor groenten heeft Wim een groot hart voor dieren. Hij staat middenin de natuur.
Luistert naar de roep van de regenschreeuwers (wulp), polst de windrichting, houdt het polderpeil in de gaten en constateert de ‘voorjaarskladders’ in de sloot; hij lijkt een wandelende Almanak.
Wim oogt fit; zou het komen door zijn werk, in & met de natuur, doordat hij vele malen per dag de dijk ‘beklimt’ of door het eten van zijn heerlijke (door Trees bereide) verse groenten?
Deze maand is hij 70 geworden, maar wil van stoppen niets weten.
Dit is zijn hobby, zijn passie, zijn levenswerk.
Zolang Trees en hij zich hier samen gelukkig bij voelen zullen er nog vele zaden ontkiemen op de dijk.
Wim knielt neer in zijn ‘kleine kassie’. Daar waar de pottenpers een kluitje heeft overgeslagen vult hij deze met zaad uit zijn handen, zijn kwekershanden… en ik weet het nu zeker; ‘zijn handen laten geluk kiemen’.