De gemeente heeft de onderaannemers betrokken bij de bouw van het Kulturhus in Stompwijk gesommeerd ‘alle bij u beschikbare informatie en documenten (waaronder productinformatie en productcertificaten) te delen, die kunnen duiden op een bouwkundige of brandonveilige situatie bij het Kulturhus’. De onderaannemers hebben tot maandag 1 juli,12.00 uur de tijd gekregen.
Dat blijkt uit een mail die een ambtenaar werkzaam bij de afdeling handhaving van de gemeente aan de onderaannemers heeft gezonden. De ambtenaar, F.v.d.H., voegt daaraan toe: ‘Ik wil u er in dit kader op wijzen dat u op grond van artikel van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht bent aan mij alle medewerking te verlenen die ik redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van mijn bevoegdheden. Slechts zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit’.
De mail kwam afgelopen donderdagochtend bij de onderaannemers binnen. Dat was daags nadat de gemeente liet weten contact met de onderaannemers op te zullen nemen. Die stap werd aangekondigd nadat de onderaannemers het resultaat van een spoedonderzoek naar de brandveiligheid van het Kulturhus laakten. Dat onderzoek vond op verzoek van burgemeester Klaas Tigelaar plaats. De conclusie: het Kulturhus was ondanks gebreken veilig te gebruiken.
De burgemeester liet het spoedonderzoek doen nadat de onderaannemers hadden laten weten dat het Kulturhus meteen dicht moest aangezien de brandveiligheid niet in orde was. In het Kulturhus huist de Maerten van de Veldeschool. Met het resultaat van het spoedonderzoek in de hand openbaarden de onderaannemers een aantal rapporten waaruit bleek dat de brandwering aan de gevel (binnen en buiten) niet in orde is.
F.v.d.H. stelt in zijn mail aan de onderaannemers dat hij als toezichthouder bouw mede belast is met het toezicht op het Kulturhus ‘en vorm ik mij tezamen met de brandweer een oordeel over de bouwkundige – en brandveiligheid’. De onderaannemers lieten al eerder weten dat zij een uur voordat de inspectie in het kader van het spoedonderzoek begon waren benaderd met de vraag waar speciaal naar gekeken moest worden. De onderaannemers vonden dat geen professionele benadering. Zij konden ook niet bij de inspectie aanwezig zijn.