Albert Jan Barendse geniet sinds 1 januari van zijn pensioen. En ik mocht hem op een van zijn eerste vrije dagen opzoeken. Waarom en hoe wordt je huisarts? Geboren in Leiderdorp volgde hij na de lagere school de Mulo en de HBS in Leiden. Met het vak Biochemie begon hij al een beetje een keuze te maken. Tussen alle mogelijkheden vond hij “per ongeluk” een boekje over geneeskunde. Toen viel het kwartje. Tijdens de lessen voor basisarts moest weer een keuze worden gemaakt. En dat werd huisarts. Daar heb je met alle verschillende geneeskunde te maken. Hij heeft er nooit spijt van gehad.
Zo kwam hij na zijn studie in 1979 in Stompwijk terecht
Zoals velen nog wel weten, eerst in een noodwoning en het Wit-Gele Kruisgebouw aan de van Santhorststraat. Met apotheek, en dat deed hij ook nog heel lang na de verhuizing naar de Dr. v. Noortstraat. Of liever gezegd: het Laantje van de Dokter. Hij kreeg meteen ook Swetterhage erbij. En hij heeft in vijfentwintig jaar tijd een heleboel Stompwijkse kinderen op de wereld helpen zetten. Vaak ’s avonds en in het weekend. Buiten de ‘gewone’ praktijk: vijf dagen van 8 tot 6. Dus dat werd teveel. “Alle bevallingen zijn goed gegaan”, zegt hij. “En ieder kind is een wonder.” Maar er kwamen overal verloskundigen. Dus ook hier.
Op de Stompwijkse Paardendagen was hij altijd present. Om zijn eigen Prijs van de dag uit te reiken. En met zulke dagen is een arts in de buurt ook altijd handig.
Extra’s
In al die jaren heeft hij in zijn praktijk 33 huisartsen mogen opleiden. En deed hij zelf de nodige bijscholingscursussen. Wat veel tijd kostte. Hij probeerde al een paar jaar om te minderen. Maar dat werd niets.
Het afscheid in de Brasserie De Bles
We maken een hele sprong, want daartussen zit een heleboel beroepsgeheim…….. En wat was het druk in De Bles. Half Stompwijk leek wel uitgelopen. Plus nog patiënten uit Zoeterwoude, Zoetermeer enzovoorts. Swetterhage krijgt nog een eigen afscheid. Veel handen geschud, leuke cadeaus en grote en kleine giften voor de Stichting Wensenfonds Swetterhage. Waar ze daar wat extra’s mee kunnen doen. En nog een boek met herinneringen van patiënten. Hij wist er echt niets van: een mooie verrassing! Het verraste hem zelf dat hij alle namen en voornamen van zijn patiënten nog kende. We staan tenslotte niet allemaal iedere week in zijn spreekkamer.
En nu….
Ja, de praktijk wordt voortgezet door twee vrouwelijke artsen in een ruimte in de pastorie van de kerk. Dat gaan we allemaal nog zien. Albert Jan mag een beetje huisman worden. Want zijn vrouw Ingrid blijft nog een paar jaar assisteren in de praktijk. Ze houden allebei veel van koken en tuinieren en daar hebben ze nu de tijd voor. En voor wat er nog meer op hun pad komt. Albert Jan en Ingrid geniet er van!
Agnes van Boheemen- Vollebregt