De klokkenluider

De beiaard was al op leeftijd

En kroop langzaam de torentrap omhoog

Om zijn klokkenspel te laten horen

Dat over de stad heen vloog

De hoogste nood speelde hem parten

Wat te horen was in het gespeelde lied

Toen die hij aan het einde was gekomen,

Zat zijn broek al vol verdriet

De trap naar beneden was een ramp

Met onderweg nog steeds die kramp

In zijn achterhoofd nog steeds dat lied

Waarmee hij de toren weer verliet

De beiaard wilde er met niemand over praten

Wat hem die dag zo had verlaten

De beiaard was er door te verward en wel

Vanuit uit de toren te horen gespeelde klokkenspel

Wybo