Op 22 juni was de school nog even open voor publiek. Iedereen is door de school in de gelegenheid gesteld om afscheid te nemen en zijn jeugdherinneringen aan school op te halen. De opkomst was niet spectaculair. Het weer was opgeslagen en het tijdstip misschien niet echt optimaal, toch waren er genoeg mensen op af gekomen. Twee zonnige parasols staan op het schoolplein opgesteld, groot genoeg om bescherming tegen zon te beiden, maar die is vandaag ver te zoeken. Knabbels hier en daar opgesteld en een drankje. Voor school betekende dit een extra organisatie naast de drukke afsluitweken, waarin van alles moet gebeuren.
Er lijkt niets veranderd, de piepkleine wc-tjes, de waterbak en zandbak zijn er nog steeds. Herinneringen borrelen boven, veel fijne maar ook nare, zoals bij mijn vriendin. De kapstok, bevestigd onder het randje siertegeltjes, was naar beneden komen zetten en mijn vriendin kreeg de schuld. Toen ze zei wie het wel gedaan had, kreeg ze straf. “Ook nog een ander de schuld geven!” Ze werd 4 uur in een donker hok opgesloten en dat als kleuter van 4 jaar, dat maakt een onuitwisbare indruk. Ik had het hok zelfs nooit gezien. Het bewijs was er nog, dezelfde donkere tegels op de vloer, alleen was de wasbak inmiddels verdwenen. De relatie met de schuldige, die haar mond hield, is nooit meer goed gekomen. Bij de wc’s hing ook altijd zo’n grote bol gele zeep. Iemand had eens zoveel zeep gebruikt dat de juffrouw het van de handen af moest schrapen.
Een geschiedenislesje
De ‘jongensschool’ heette toen nog Gerardus Majella, een Italiaanse heilige uit 1726. Wat doet zo’n Italiaanse heilige hier op school, geen wonder dat de naam gewijzigd is in Maerten van den Velde, een priester geboren in Leiden. Tijdens het lezen van een mis kreeg Maerten een slag van het zwaard van de schout tegen zijn hoofd. Op 6 april 1639 stierf hij ten gevolge van zijn verwondingen. Hij werd begraven in de Pieterskerk in Leiden. In de kerk hangt nog een paneel met acht taferelen over het leven van Maerten van den Velde.
Bieb
Vroeger, was de bibliotheek in deze school gevestigd, waar je van die grauw gekafte boeken mocht lenen. Honderden gekafte boeken die je vanaf een lijst aan de balie mocht selecteren. Alleen op titel en niet op een sprekende gekleurde kaft, die hield zijn grauwe mond. Er popt weer een herinnering bij vriendin naar boven, ze mocht alleen maar meisjesboeken lenen, terwijl zij zo van Arendsoog hield. Bij hoge uitzondering mocht zij ze toch lezen. Het ruikt hier nog hetzelfde, een beetje muf naar oude boeken.
De strakke breiwerkjes, stijf als een plank en hard van de zweethandjes. In groepjes zwerven we rond.
Ik kom 5 zussen Verhagen (v.l.n.r. Jacqueline, Angelique, Elly, Marry en Hubertine) tegen, die nog even aan de watertafel willen spelen, het zusje uit Nieuw Zeeland ontbreekt. We zoeken de poppenhoek voor een herhalingsfoto, we nemen genoegen door onze benen in de nek te vouwen en op de kleine stoeltjes achter de tafeltjes plaats te nemen.
De zwarte schoolborden hebben plaatsgemaakt voor elektronische schoolborden en systemen zijn keer op keer gewijzigd en verbeterd. Wat een vernieuwing zal het zijn om in een nieuw gebouw te kunnen gaan weken, met niet te lage en niet te hoge plafonds. Waar het lekker licht is en nieuw zal ruiken. En dan zal het opnieuw open huis zijn. Ik kan niet wachten. Voor nu veel dank voor het bieden van de gelegenheid.Hier nog wat foto’s in de categorie: Wat zijn ze groot geworden.
Petra Oliehoek– van Es