Ik was 18 jaar toen jij me aannam in Emmaus, ik kon toen niet bedenken dat we zoveel paardenavonturen gingen beleven. Op een dag zaten we aan de koffie toen je mij vroeg: “Jij rijdt toch paard, wil je niet eens komen rijden op mijn paard?” Dat was toen Rosa, hierna werd dat haar veulen Bromeet. Toen we Bromeet gingen beleren om op te rijden ben ik er vanaf gegooid. Ik moest toen naar het ziekenhuis. Jij bracht me er naar toe. Alle vervolgafspraken erna toen ik geen auto mocht tijden, regelde je het zo in Emmaus dat je weg kon om mij naar het ziekenhuis te rijden. Je ging Bromeet ook voor de kar beleren, nog die oude houten 2-wieler en toen Wanda kwam ging je met haar aan de slag en zette ook haar voor de kar. Je kreeg de smaak te pakken en je koetsiersbewijs halen en toen je van lieverlee steeds meer ritten ging rijden, ging ik als vanzelfsprekend vaak mee. Je stak me aan met het men virus en moedigde me aan ook mijn men bewijs te halen. Je was erbij toen ik (met Sonja) examen moest doen in Wassenaar. Toen Neranda geboren werd en oud genoeg was heeft ze samen met haar moeder in een tweespan gelopen, door jou beleerd. Toen haalde je ook je men bewijs voor de tweespan. Intussen had ik ook een paard, Daisy, je was erbij toen ik haar kocht, maar we deden nog veel paardenritten en ringsteekwedstrijden samen. Het werd steeds zotter, we waren lid van wel 3 men verenigingen herinner ik me, de Alphense, de Zoetermeerse en natuurlijk de Blesruiters in Stompwijk. Ook werd jij vaak uitgenodigd in de Bollenstreek, we hebben daar zoveel ring gestoken! In de Zilk, Hillegom, Lisse, Rijnsburg, Katwijk, echt overal waren we van de partij, jaar na jaar. Voor de Alphense club hadden we elk jaar, vaste prik het ringsteken in Alphen en Bodegraven. We begonnen ooit in Koudekerk en Hazerswoude-dorp. Voor de Blesruiters gingen we naar Leidschendam en natuurlijk elk jaar mee in de optocht met de Stompwijkse Paardendagen. Nog meegedaan aan het estafettespel en later jaren achter elkaar ringsteken op het grote veld. Prachtige herinneringen hieraan zijn de prachtige foto in de kantine van de Blesruiters (van de optocht) en de foto in het boek van het 100-karig bestaan van ‘Nooit Geacht”. Als we in het begin ergens gingen ringsteken, reed je met de tractor en daarachter de veewagen en daar achter de kar, of de kar werd door iemand anders meegenomen. Ik zat dan op het wiel. We reden wel met paard/wagen naar de start. Later kwam je bus met een echte trailer!Bij de Zoetermeerse en Alphense club hadden we vaak uitgezette ritten, steeds geregeld door iemand van de club en daarvan daar ook startend. Op de mooiste plekken kwam we toen. Ook jij zette ritten uit voor de vereniging via Cronesteijn en de Vlietlanden. Prachtig vond je dat. Later werd je ook lid van de veteranenclub. Toen de Alphense club een jubileum vierde, mochten we allemaal mee in echte oude postkoetsen, overal vandaan, verplicht in kleding uit die tijd. Een prachtig lange rit, helaas wel in noodweer gereden. Ook hadden we strandritten, avondritten, snertritten en niet te vergeten barbecueritten.
Vèr voor ze bij de Blesruiters van Zorgvlied gehoord hadden gingen we al op men vakantie. Met het vaste clubje van Nic en Riet de Jong, Piet en Lien Roeling en Sonja! Dit groepje ging ook mee met ritten en ringsteken, samen met de fles CB. Na afloop van ringsteken of tijdens een rit was het tijd voor een borrel en napraten. We hebben wat afgepraat en gelachen toen. Achteraf was het een gouden tijd!We reden eerst met de spider, pas later kwam er een echte marathonwagen en voor het ringsteken en antiek rijden (denk maar de Haagse Koetsjesdagen) kocht je een antieke Oostenrijkse boodschappenwagen. Dat hield wel in dat we Oostenrijkse kleding moesten dragen. Jij kocht wat kleren in een jachtwinkel en ik kreeg mijn moeders oude ‘dirndl-jurk. Wat heb ik de jurk veel gedragen en jij je lederhose. Die kleren staan voor: antiek rijden, al die prijzen voor ringsteken, voor de dagen, de versiering, het authentieke, de publieksprijs, bekers, vaantjes en héél veel bossen bloemen. De kleren staan ook voor de vele gesprekken met elkaar op de bok, want we hebben uren naast elkaar gezeten en gekletst, met veel humor of soms héél serieus met emoties en met veel paardenverhalen.
Voor jullie trouwdag ooit hebben we eens alle menners gemobiliseerd en gevraagd jou en je lieve vrouw en de rest van de familie naar de kerk te rijden met paard en wagen. Wat een optocht was dat! Neranda had ik met een smoesje weggelokt bij je. Ik zou haar één week longeren bij Wesseling. Wist jij veel dat ik toen met haar oefende om ook je eigen paard in die optocht mee te laten rijden, wat was je toen verbaasd. Zelf reed je ook bruidsparen door Stompwijk en Zoeterwoude met een grote boog en een tekstbord die je aan de spider vastbond.
Alle evenementen en ritten waar je voor gevraagd werd, daar ging je heen, ook als het heel slecht weer was. Je vond dat we dat verplicht waren aan de organisatie. Ook al ging dat dan uiteindelijk niet door, jij was wel gekomen.
Je was ook altijd als eerste ter plekke en vaak als je ergens moest rijden waar je nog niet geweest was ging je de avond ervoor er naar toe om precies te weten waar je moest zijn.
Rinus, je had altijd veel paardenwijsheid, een schat aan kennis. Als ik ergens niet uitkwam altijd wist je raad, je vertelde honderd uit. Ook over vroeger bijvoorbeeld over hoe jullie op het land werkten en omgingen in die tijd met paarden. En over jullie paard dat wel 12 veulens kreeg, die iedereen wilde hebben.
Je zei altijd dat je nooit uitgeleerd raakte over paarden en was altijd geïnteresseerd in paardenverhalen en de nieuwste snufjes. Je las de Mensport altijd van A tot Z en ging tot afgelopen november aan toe, altijd graag mee naar Paard en Koets, eerst in Den Bosch en de laatste paar keer in Ermelo, altijd enthousiast!
Jij hebt nog véél, meer met je paarden beleefd, alleen, met anderen en met mij. Dit is maar een greep uit de vele herinneringen en avonturen, Wat een paardenvirus.
De diepe vriendschap met jou die begon op mijn 18de gaat nu eindigen, 36 jaar later, maar wat heb ik heel veel met jou beleefd en wat veel prachtige herinneringen, stapels foto’s en niet te vergeten nog steeds je laatste paardje, Neranda, nu 24 jaar oud.
Ik bedank je Rinus, uit het diepste van mijn hart voor alle prachtige ritten wedstrijden. Alle wijsheden, alle kennis over paarden en bovenal: ontzettend bedankt voor je lieve vriendschap, al die jaren lang!!
Ik ga je ontzettend missen.
Irene Berg– Brandhorst