Wat een dag in Maastricht, Limburg
Zondag 2 augustus. Eerst 3,8 km zwemmen dan 180 km fietsen en dan eindigen met een marathon hardlopen van 42,2 km.
En dan ben je een Ironman!
Het was een dag om nooit te vergeten.
Om 5.00 uur ging het wekkertje af, voor iets als dit (niet dat ik ooit in de buurt ben gekomen van zo iets) kan ik de nacht er voor nooit slapen. Dat had ik met de marathon en dat had ik met de halve Ironman. Toch heb ik mijn ogen zeker ander half uur dicht gehad en wist ik dat ik er klaar voor was.
Tot half 7 mochten we bij de fietsen, dus na het ontbijt wandelden we naar de plek waar de start zou zijn. Even de bandjes oppompen, de broodjes, krentenbollen en stroopwafels in mijn fietstasje stoppen, nog een broodje in de tas voor na het zwemmen en een in een andere tas voor na het fietsen. Toen nog een keer goed gekeken waar mijn fiets stond, zodat ik hem na de start weer kon vinden! Al dacht ik dat dat niet heel moeilijk kon zijn uitgaande van mijn bedroevende zwemkwaliteiten.
We kwamen steeds dichter bij de start, dus nog even naar de wc en je dan in je wetsuit hijsen. Je hebt daar 2 of meer soorten in, 1 om echt alleen mee te zwemmen en 1 om mee te surfen. Zo`n surfsuit kon ik van Wieger lenen, uiteindelijk heb ik er 1 van zijn broertje gehad, een oude die al jaren in de schuur hing zei hij maar ik was er super blij mee. Maar goed amateur als ik ben sta ik als enige met een antislip vlak op mijn buik, zodat ik niet van mijn plank afval, in de rij voor de start te wachten.
De pro`s starten eerst dan de vrouwen en dan wij. Wij worden de leeftijdsgroepen genoemd en zijn met 900 man. Je mag zelf ergens in de rij gaan staan. Er zijn bordjes die aangeven hoe lang je er ongeveer over gaat doen. Ik ga uit van 90 minuten dus plaats mezelf bij 80 minuten, misschien kan ik me een beetje aan het tempo optrekken. De mensen die het in 50 minuten kunnen, springen na het volkslied als eerste in het water. Uiteindelijk loop ook ik met mijn enkelbandje over de mat die mijn race start en plons in het water, daar gaan we.
Eerst is het een beetje zoeken tussen de mensen waar ik kan zwemmen, uiteindelijk gaat het wel en kan ik onder water in de Maas langs de kant net de bodem zien als ik rechts onder water kijk zie ik niks, dus ik houd die lijn daar tussen aan. Na 1,6 km moeten we even het water uit om er aan de andere kant weer in te gaan. Net daarvoor is het eigenlijk te ondiep om te zwemmen, met elke haal maai ik door de waterplanten. Maar goed we zwemmen weer, ik word inmiddels aan alle kanten ingehaald en de enige twee mensen die ik inhaal zijn twee mannen die de hele tijd schoolslag zwemmen. Na 3,8 km zit het zwemmen er op in 1uur en 23 minuten is dat voor mij een prima tijd.
Het water uit, badmuts en bril af en mijn surfpak uit, dat is een aardige klus. Onderweg pak je een tas op met jouw nummer waar je al van alles in hebt gedaan. Ik haal uit die tas mijn fietsschoenen, helm, horloge, sokken, repen en een broodje en ren naar mijn fiets. Die vind ik vrij makkelijk, ik grijp hem en ren richting uitgang. Pas als je buiten de hekken, bij de streep en het vrouwtje die zegt dat het goed is bent, mag je je fiets op. Broodje nog in mijn mond, die moet echt eerst op voordat ik hard kan fietsen. Kauwen, beetje drinken, hap, hap en slikken. Na 3 km is mijn mond leeg en kan ik op mijn stuur liggen. Gaaf dat mijn ouders er stonden toen ik met mijn fiets aan kwam rennen en wat kicken dat over een uur of twee op de Cauberg nog meer familie en vrienden zullen staan. Daar ga ik dan maar zo snel mogelijk naar toe, trappen met die benen zeg ik tegen mezelf, hoe harder je gaat hoe korter je hoeft. Zo veel mensen die ik met zwemmen voor moest laten haal ik nog niet in met fietsen maar het gaat lekker, als ik mensen inhaal kijk ik stiekem op hun wedstrijdnummer en als die dan een beetje in de buurt van mijn nummer zitten, weet ik dat ze in de zelfde leeftijdscategorie vallen en ik dus een plekje opschuif. Vooral berg op merk ik dat ik veel harder ga dan de rest. De meeste mensen kunnen alles gewoon een beetje even goed en ik fiets nu tussen de iets minder goede. Ik kan niet zwemmen, redelijk fietsen en lopen is mijn beste onderdeel. Bijna bij de Cauberg aangekomen zit ik op een lange rechte weg naar beneden, even de benen sparen voor de klim, maar zelfs dan ga ik 58 km per uur, best hard maar de weg is goed afgezet, er kan niks gebeuren en bovendien is het heel overzichtelijk. Ik klim de Cauberg op in de veronderstelling dat mijn supporters ergens halverwege zullen staan ik haal de top, ben best kapot en heb niemand gezien,…. Oh, wacht ff daar iets verderop staan ze, ff nog alles geven, zwaaien en dan pas uit zicht de beentjes een beetje laten rusten haha. Na 90 km zit er 1 fietsronde op en ben ik dus halverwege. Mijn gemiddelde is 32km per uur waar ik heel blij mee ben. Ik ben wel de hele tijd bezig met een bidon per uur drinken en een broodje, krentenbol, stroopwafels of een reep eten per uur, maar ik heb super benen. We zijn weer bijna bij de Cauberg en daarna is het nog maar 20 km. Er zijn veel andere klimmen tussendoor en dat maakt het lastig om een goed tempo te rijden. Ik ga iets langzamer dan in mijn 1e ronde maar nog steeds 31.8 gemiddeld en ik lig op mijn stuur voor de afdaling op weg naar de voet van de Cauberg. Rechts van mij scheidt een lange rij pilons de weg in tweeën, rechts rijden de auto`s naar beneden en links is afgesloten voor ons, wat kan je hier lekker hard……………
Ik moet omhoog van mijn stuur, schreeuw iets (wat weet ik niet) zet me schrap, een harde klap en ik lig op de grond. Een auto heeft zonder te kijken besloten tussen de pilons door en 10 meter voor mijn fiets een parkeerplek aan de linker kan op te zoeken. Op het moment dat ik niet eens de tijd heb om te remmen staat de auto overdwars op de baan die wij voor de race gebruiken, al zou er tijd voor zijn, uitwijk mogelijkheden zijn er niet (links een stoep en rechts andere auto`s).
Inmiddels zie ik al zittend de ene helft van mijn fiets 4 meter van de andere helft van mijn fiets liggen. Ik ben met een gangentje van 55 km per uur op de zijkant van een zilveren Volvo geklapt en mij is meteen duidelijk dat een fiets als deze dat niet overleeft. Het is voorbij denk ik, ik kan niet verder. Mijn race houdt hier door toe doen van iemand anders op. Ik heb hier een jaar lang voor getraind en bijna alles voor gedaan en gelaten zoals dat zo mooi heet. Op het zelfde moment komt de bestuurder vragen of het met mij gaat. Ik heb hem niet aan gekeken en gezegd dat hij me met rust moest laten. Ik huil, scheld en scheld nog meer. Twee scheldwoorden hoor ik mezelf 288 keer herhalen, de ene is bedoeld voor de chauffeur de andere voor de situatie waarin ik ben beland. De scheldwoorden zijn niet al te grof en passen goed bij het moment. Intussen ben ik overeind gekomen en komt Harry (een wereld vent) mij vragen hoe het gaat, wat ik wil en of hij me kan helpen. De ambulance komt, ik denk dan voor het eerst na of ik iets mankeer. Niet meer dan alleen schaafwonden en sneetjes en wat bloed hier en daar. Dat vertel ik ze ook, maar ik word helemaal getest en de wonden worden verzorgd. De politie arriveert maar ik wil door. Ik heb geen fiets meer maar Harry is op zijn fiets naar de fietsenmaker om te kijken of die kan helpen. Geen kans dat ze dat zo snel maken, maar misschien kan ik een fiets lenen of huren. De politie noteert mijn gegevens en Harry komt terug met goed nieuws, ik kan daar terecht. Dan komt Michiel langs hij zal iedereen die op de Cauberg wacht vertellen dat ik een ongeluk heb gehad maar dat het goed (nou ja goed??) met me gaat. Harry heeft buiten zijn fiets ook een auto bij zich waar we mijn fiets inleggen en verder naar beneden rijden. De fietsenwinkel kan ons toch niet helpen en sturen ons naar net achter het Amstel Gold café. Daar is een fietsverhuur, niet dus!! In het café vertellen ze ons dat het nog 5 minuten met de auto is naar de dichtstbijzijnde fietsverhuur. Daar aangekomen, is het eerst alleen mogelijk om een fiets te huren als ik mijn legitimatie kan overleggen. Dat gaat natuurlijk niet, zelfs als ik mijn fiets als onderpand geef mag ik geen fiets mee nemen. De baas komt er bij, gelukkig, hij wil me wel snel op weg helpen, ik vul een formulier in en krijg een iets te kleine en oude racefiets mee. Ik bedank Harry voor de 14e keer en ga op zoek naar de Cauberg. Al fietsend door Valkenburg, vraag ik aan stomverbaasde mensen waar de Cauberg is. “Je zit helemaal verkeerd joh” hoor ik een man roepen. Ik vind de Cauberg en begin met klimmen, die fiets schakelt niet naar een kleiner voorblad, dit wordt zwaar. Maar Iedereen staat nog op me te wachten, Mar, Sjaan, Anouk en Fleur schreeuwen het uit en de rest doet super mee, dat geeft je vleugels.
Eenmaal weer met mezelf op de fiets denk ik, Jorr je zit nog in de race, doe het rustig aan nu en neem je tijd tot aan de marathon misschien kan je dan weer vol gaan. Ik haal nog steeds veel mensen in ook al doe ik voor mijn gevoel rustig aan, maar op deze fiets zit geen computertje. Ik kom aan in Maastricht na 180,2km (de kilometers door Valkenburg niet meegerekend) de laatste kilometers hoor ik vaak “oojé die is gevallen”. De eerste keer roep ik nog terug “aangereden!” . Dan zit het fietsen er na 7uur en 10 minuten eindelijk op. Ik stap van mijn fiets af en wandel heel rustig naar de plek waar ik mijn fiets moet brengen en de tas voor het lopen moet pakken.
Ik doe dit rustig omdat ik al 1uur en 20 minuten ben verloren door de botsing. Mijn tas pluk ik van het rek en bekijk waar ik gister dacht dat ik nu trek in zou hebben. Ik vind Tukkies met paprika smaak, lekker! En een krentenbol met pasta, gadver! Die laat ik ingepakt, ik stop mijn gelletjes in de zakjes van mijn pak op mijn rug en ga nog even naar de wc. Nu ben ik klaar voor mijn marathon, het worden 3 rondes van 14km en ik weet dat over iets meer dan 42km, dat moet ik in 4uur kunnen, de finishlijn wacht.
Gelijk na de start kom ik Susan, Peet, Saar en Emma tegen, jeetje die zijn er ook nog steeds en helemaal voor mij hierheen gekomen, wat gaaf! Rennen ga ik, kom op! Het rennen gaat prima, ik haal Michiel die op dat moment wandelt na 2km in. Hij zal wel al 1 ronde gedaan hebben denk ik. Ook al kan ik blijven rennen ik merk aan mezelf dat waar ik anders altijd iets harder kon om een iets snellere loper bij te houden, nu die drive niet heb. Het zit toch in mijn hoofd dat ik door een fout omtrent veiligheid van de deelnemers in de organisatie en een idioot die zijn auto voor mijn fiets gooit, nooit meer de tijd zal kunnen halen die ik verdien.
Maar wat kicken om Jern, Steef, Sjenkie Gean, Merel, Tref en de rest daar dan te zien staan. Dat geeft je weer vleugels. Water kan ik meestal rennend drinken, voor sportdrank moet ik wandelen en nu wandel ik bijna elke keer bij een drinkpost, heel even maar. Er zit ook in het loop parcours een heuvel en ik hoor mensen kreunen en steunen die naar beneden komen, maar ik moet eerst nog omhoog. De eerste keer door de stad zie ik Paul en Annemarie ook. Zij schreeuwen me weer wat harder de goede richting in. Nog twee rondes. Even voor dat ik iedereen weer zie heb ik het zwaar, maar dan ben ik op een gegeven moment over de helft en gaat het weer iets vlugger. Wanneer ik op de helft ben van de laatste ronde, kom ik Michiel weer tegen, hij moet dan nog anderhalve ronde en kan alleen nog maar wandelen. Dat is echt balen ik probeer hem mee te sleuren maar hij wil blijven wandelen, hij was dus pas in de eerste ronde toen ik hem tegen kwam. Saar is bij hem en Hubert rent ook af en toe mee, ook zij helpen me nog ff door te zetten. Daarna ben ik door gelopen en voor niks en niemand meer gestopt. Michiel zou een stukje na mij door een weigerend lichaam na iets meer dan 16 uur binnenkomen, was mooi om hem te zien finishen.
De finish halen is super gaaf. De klok gaf bij mij 12.58 uur aan, wat ik geen mooie tijd vind en ik weet dat andere daar anders over denken, maar ik nou eenmaal niet. Ik zag mezelf van te voren, na de race al in mijn finish-shirt zitten met in mijn rechterhand een biertje in een Ironman bierglas en in mijn linkerhand mijn medaille. Ik had op dat moment ook zin om de prijsuitreiking de volgende dag mee te maken en daar lekker als Ironman te zitten. Maar gister heb ik pas mijn shirt opgehaald en nog niet aan gehad, dat glas is ingepakt gebleven. En ik geniet mede door een overleden fiets en een kapot, beurs en blauw lichaam, maar vooral door het missen van minimaal 1,27 uur tijd nog niet echt.
Dat zal vast nog wel komen……Ik ben nu toch een IRONMAN
Iedereen super bedankt. Jorrian Hendriks