Een Kerstketting maak je niet alleen!
Al ruim 45 jaar niet meer woonachtig in Stompwijk, maar de jaarlijkse Kerstketting heb ik, dankzij Petra en Leo, altijd mee mogen lezen en elk jaar opnieuw van genoten.
Mijn gedachten voor deze Ketting brengen me bij de Kerst terug in mijn kinderjaren.
Kerstmis betekende toen, twee dagen zondag met allerlei extra’s. Vader Jaap zorgde voor een kerstboom, natuurlijk een echte…en moeder Sjaan haalde de kerststal en de kerstversiersels van zolder. Voorafgaand werd ik naar de polder gestuurd, naar het ouderlijk huis van mijn moeder op de Westeinderweg 12 om daar hulst mét besjes te vragen aan Ome Jaap en tante Catrien (mijn peetouders). Deze hulst ging om de portretten van oma en opa van Santen, die recht tegenover de boom en de stal hingen.
Samen met mijn moeder mochten de kinderen de versieringen uitpakken en één voor één aan mijn moeder geven, die ze in de kerstboom hing. Zo ging het ook met de inrichting van de kerststal, alle beeldjes waren stuk voor stuk in oude kranten verpakt. Als laatste werd de kerstverlichting aangebracht. Kleurrijke lichtjes, één lichtje kwam bij het kindje Jezus in de stal. O ja, niet te vergeten het engelenhaar…dat werd om de engel boven op de stal gedrapeerd.
De rollen van mijn ouders waren traditioneel verdeeld. Mijn vader zorgde voor de boom en een schoon erf, plus een melkkan met verse melk van de boer. Mijn moeder voor de kerstversiering en het eten voor de kerstdagen. Van te voren werd er veel eten in huis gehaald en ook al klaargemaakt. Zoals soep trekken van schenkel en soepgroenten, rollade braden, bietensalade maken en de custard pudding gekookt, die in een visvorm in de kelder werd gezet om af te koelen. Ook de daarbij behorende bessensap werd al klaar gemaakt.
Natuurlijk ging het hele gezin naar de nachtmis, je zondagse- en vooral warme kleren aan en lopend naar de kerk. De kerkklokken begonnen al op tijd te luiden en ook wij gingen op tijd van huis, want we moesten bij voorkeur op onze ‘eigen plaatsen’ zitten. Zo ’s nachts in het donker en de kou naar de kerk dat gaf een bepaalde spanning die ik nog kan oproepen als ik er over nadenk. Mijn moeder zat altijd vooraan, bij binnenkomst links in de kerk in de zijbeuk. Ze had een eigen kussen, met als ik het mij goed herinner, nog de naam van haar moeder erop. Mijn vader zat altijd achter in de kerk, bij binnenkomst rechts, ongeveer de vijfde bank van achteren, met ook een eigen kussen, een zwart kussen met rode letters: ‘J.H.S. van Es’ erop geborduurd. Als meisje zat ik bij mijn moeder. De mis werd door ‘Drie Heren’ opgedragen, ze zagen er feestelijk uit en ze gebruikten bij deze mis veel wierook en er werden heel veel liederen gezongen. Soms begon de priester met gezang en volgden de kerkgangers, maar meestal zette het koor een lied in en vielen de kerkgangers al snel bij. Mijn moeder zong graag uit volle borst mee. Als kind zongen wij wel liedjes bij de kerststal, maar echt luidruchtig mee jubelen in de kerk, nou nee. Maar zoals gezegd, mijn moeder zong ook wel voor ons, ze gaf zich helemaal over aan de sfeer.
Mijn zus Dineke zat op het kerkkoor en deze zaten bovenin de kerk achteraan, bij het orgel dus. Ook thuis oefende zij wel de kerstliederen, zo kregen wij alvast een voorproef van wat ons te wachten stond. Het voordeel van Dineke op het koor, was dat zij direct bij de uitgang van de kerk was en na de dienst snel naar huis kon om de kersttafel te dekken en koffie en thee te zetten. Ik herinner mij witte kadetjes, roomboter en kaas (bij boer Van Schie vandaan in de Meer en Geerpolder), rosbief, gebraden rollade en ander lekkers voor op brood. Uiteraard ook beschuit met roze muisjes, want er was zonet een kindeke geboren op aard (deze muisjes waren alleen met de kerst in huis). Er stonden echte brandende kaarsjes op tafel.
Er werd nagepraat over de nachtmis, wie had wie gezien en welke jas/hoed had iemand aan/op. Wat was de kerk vol en hadden we het wel dan niet daar koud gehad, al die uren dat we in de kerk zaten. Na dit nachtelijke ontbijt mochten we om de beurt de kaarsjes uit blazen “Wie heeft er de beurt om te blazen vandaag”? Daarna tevreden naar bed.
Het waren koude nachten en in mijn geheugen lag er ook vaak sneeuw en ik herinner mij ook dat de Stompwijkse Vaart dichtgevroren was.
Eerste Kerstdag was familiedag, dus bij oma en opa van Es in de polder op bezoek en natuurlijk weer thuis komend lang aan tafel….alle etenswaren werden uit de kelder gehaald, op het vuur wat opgewarmd moest worden. De tafel werd gedekt met een wit geborduurd kersttafellaken én servetten. Het mooie servies kwam uit de kast en de dekschalen werden gebruikt. We aten met ‘drie borden’ zo werd dat genoemd. Ohh, buikpijn van al dat eten.
Op tweede kerstdag mochten de schaatsen onder. Deze werden in de huiskamer ondergebonden en vader Jaap tilde ons over de ‘Dokter van Noort’ het ijs op. We hoefden maar te roepen en hij tilde ons ook weer graag naar binnen waar de kolenkachel snorde. Warme chocolademelk met afgeroomde melk als slagroom erop. Natuurlijk een stuk kerstbrood erbij met dik roomboter belegd.
Ook het jaarlijkse koek halen op 28 december, de Onnozele Kinderendag. Hier hing wat geheimzinnigs omheen, maar wat? In ieder geval gaven we het engeltje bij de kerststal in de kerk een dubbeltje. Dit engeltje begon dan te knikken en daarna kreeg je als kind een reep koek van meneer Pastoor…
Zoals gezegd, woon ik al 45 jaar niet meer in Stompwijk. Inmiddels hebben we de kerstversiersels van onze ouders, bij de ontruiming van ons ouderlijk huis over de vijf kinderen verdeeld en hangt een ieder nu jaarlijks een paar oude kerstklokjes en kerstballen in hun eigen bomen. De portretten van mijn ouders krijgen hulst mét besjes uit onze eigen tuin.
En bij de jaarlijkse kerstuitvoering van mijn muziekclub (zelf speel ik met 20 anderen blokfluit en we hebben een gelegenheidskoor van 20 mensen) hoor ik in mijn achterhoofd mijn moeder luid meezingen: ‘Nu zijt wellekomen’ en de andere kerstliederen! Mijn vader hoor ik niet, maar ik weet zeker dat hij achterin de kerk stil zit mee te genieten.
Afgelopen week kreeg ik een kerstpakket met een mooie ster erbij, deze sluit ik graag bij. Allereerst omdat we, waar we ook wonen overal dezelfde sterren zien. Verder staat er een boodschap op, die ik graag met alle Stompwijkers wil delen.
Emmy van Es