Invoering eigen bijdrage voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Inwoners van de gemeente Leidschendam-Voorburg die gebruik maken van individuele Wmo-voorzieningen gaan vanaf 1 januari 2012 een eigen bijdrage betalen. De financiële tegemoetkoming voor vervoer wordt naar beneden aangepast. Het college van burgemeester en wethouders college heeft dit besluit genomen om de Wmo-voorzieningen ook in de toekomst overeind te kunnen houden. Het besluit is een uitvloeisel van het besluit dat de gemeenteraad eind juni over de bezuinigingen heeft genomen.
De Wmo vraagt van burgers eerst zelf oplossingen te zoeken voor de ervaren beperkingen, vóór een beroep te doen op de algemene middelen. Dit besluit is ook noodzakelijk omdat de afgelopen jaren de kosten voor Wmo-voorzieningen zijn toegenomen en de middelen vanuit het Rijk niet meegroeiden.
Eigen bijdrage
Meebetalen aan een Wmo-voorziening is niet nieuw. Inwoners die huishoudelijke hulp ontvangen, betalen al langer een eigen bijdrage. Nieuw is een eigen bijdrage voor woon- en vervoersvoorzieningen. Bijvoorbeeld voor een tillift, traplift of aanpassing van de woning. Maar ook voor bijvoorbeeld een scootmobiel. Alleen voor een rolstoel geldt geen eigen bijdrage.
Financiële vergoeding
De gemeentelijke financiële tegemoetkoming voor vervoersvoorziening was de afgelopen jaren bovengemiddeld. Inwoners die hiervan gebruik maakten, kregen 3.000 km vergoed. Uit jurisprudentie blijkt dat het vergoeden van 1.500 km veelal voldoende is om te kunnen participeren in de maatschappij. Door de verlaging van het aantal kilometers blijft de huidige vorm van de vervoersvoorziening intact. Inwoners behouden zo hun keuzevrijheid in vervoer en zijn niet verplicht om de gereisde kilometers te verantwoorden.
Hoogte eigen bijdrage
De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van de leeftijd, burgerlijke staat en het (gezamenlijk) belastbaar inkomen. Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) berekent de hoogte van de eigen bijdrage. Wie meerdere Wmo-voorzieningen naast elkaar heeft, betaalt voor deze voorzieningen samen nooit meer dan de maximale eigen bijdrage die op grond van het inkomen van toepassing is.