Muizenissen

Verlangen is een werkwoord waar iedereen wel iets mee heeft. Je kunt verlangen naar eten, een nieuwe fiets, verjaardag, de liefde,  of naar een bepaald evenement. Zo zijn er mensen die al in augustus verlangen naar de kerstdagen en daar dan zo mee bezig zijn dat ze vlak voor kerst zuchtend zeggen dat ze blij zullen zijn als de kerstdagen weer voorbij zijn… Dat kun je ‘ongeduldig‘ verlangen noemen. Ik verlang altijd naar het voorjaar. Zodra het jaar gewisseld is begin ik daar al mee. Een intens verlangen naar brullende kikkers, rokjesdagen, groene bomen, terrasjes….Daar kan ik knap ongeduldig in zijn. Het voorjaar is dit jaar erg vroeg, ondanks het feit dat de temperatuur nog steeds om het vriespunt ligt. Want sinds een aantal dagen loopt hier een jochie van tien jaar rond en die heeft het voorjaar in zijn hoofd. Voornamelijk met één onderdeel er van: de liefde! Sil is verliefd op een meisje van zijn school. Hij is niet de enige, enkele vriendjes van hem zijn óók verliefd. Probleem is wel dat het om het zelfde meisje gaat…Ze woont enkele straten verderop en de mannen paraderen zoveel als mogelijk door haar straat. Elke vrije minuut. Het begint ‘s morgens al om half acht. Dan komt hij beneden, werkt snel een broodje naar binnen, giet een glas melk achterover, rent weer naar boven om zich te wassen, poetst zijn tanden en modelleert zijn haar met een klodder gel. Dit alles in recordtijd. Ik had het eerst nog niet in de gaten, tot hij om kwart voor acht al zijn jas aantrok. “Hallo vriend, wat ga je doen?” Hij keek mij aan met een blik van ‘ben ik nou zo slim of ben jij nou zo dom?’ en antwoordde met een diepe zucht: “Ik ga kijken of ze er is…”  Na schooltijd, zo tegen half vier, komt hij weer thuis, gooit zijn tas in een hoek en voordat ik wat kan vragen is hij alweer weg. Hij zit in vreselijke tijdnood. Dat komt ook doordat er natuurlijk meerdere kapers op de kust zijn: “Pap, ik kan nooit even alleen zijn met haar..” Daarom verzint hij allerlei manieren om maar zoveel mogelijk in haar straat te zijn. Hij heeft zelfs onze hond in de strijd geworpen..Al een paar keer betrapte ik hem toen hij de hond mee naar buiten nam: “De hond is al uitgelaten, hoor..” maar daar heeft hij geen boodschap aan. Meisjes vinden het een leuk hondje en daar gaat het om! Hij denkt nu als een roofdier, sluipend draait hij rond zijn doel, wachtend op het juiste moment van toeslaan. Op het zelfde moment gaat de deurbel. Het was Jesper, een klasgenoot van Sil en hij kwam Sil halen. Terwijl schoenen gestrikt werden ging de deurbel opnieuw, nóg een vriendje, Mike. Ik keek even naar buiten of er soms nog meer kwamen maar dat was niet het geval. Vervolgens stapten de Romeo’s op de fiets en gingen ze naar school…nou ja, via de straat van ‘Julia’ natuurlijk. De volgende dag kwam Sil tussen de middag thuis om te eten en Mark en Mike schoven ook aan. Het werd een rondje geroosterd brood met kaas.. en drie melk graag! Een kwartier later gaf Sil het sein voor vertrek aan. Mark stond direct op: “Dan ga ik mijn schoenen alvast aandoen want dat gaat niet zo makkelijk..het zijn nieuwe….Heeft u een schoenlepel?” Nee, die had ik niet. Of misschien wel maar ik wist zo even niet waar die dan lag. Mike begon direct met de bordjes en glazen naar de keuken te brengen en Sil pakte drie  pepermuntjes voor onderweg, wellicht ook voor een frisse adem natuurlijk. De drie bronstige musketiers vlogen de deur uit en ik besloot mij op te stellen bij het keukenraam. Want van daaruit kon ik de ‘eerste brug’ zien. Het meisje woont namelijk daar tegenover. En ja hoor, daar zag ik Sil op de fiets de brug passeren en vlak erna kwam Mike met de fiets voorbij. Dan enkele tellen erna..Mark! Maar wat liep hij raar…en wat had hij in zijn handen? Toen zag ik dat hij zijn schoenen in zijn handen had en op zijn sokken zijn makkers achterna liep… Shakespeare zei het ooit al, het pad van ware liefde was nooit effen!

Arjen Veldhuizen