Muizenissen

Let deze week op uw geld! Het is namelijk de Week van het Geld, mede een initiatief van het Nibud. Die gasten van het Nibud zijn mijn vrienden. Zij kunnen redelijk precies vertellen hoeveel zakgeld ik mag geven aan mijn kroost en dat is handig. Want zodra er protesten op mijn bureau liggen, ‘Ik wil meer zakgeld!’, verwijs ik de klager naar de Nibud website en verstomd het protest. Ja, wel onder luid gemopper maar daar heb ik inmiddels een olifanthuid van gekregen. Oudste zoon Youri krijgt zijn zakgeld via de bank omdat hij, sinds hij een baantje heeft, een eigen betaalrekening heeft. Sven wil ook een betaalrekening, alleen ben ik daar nog stevig over aan het nadenken. Want meneer heeft vaak zijn zakgeld al op vóór hij het krijgt…Hij denkt dat als hij zo’n pasje heeft, het geld vanzelf uit de betaalautomaat komt en heel vaak komt hij met en alom bekende argument (waar elke ouder wel eens mee te maken krijgt) ‘Al mijn vrienden hebben het ook!’ De jongste hoor ik eigenlijk (nog) niet. Braaf stopt hij zijn een euro vijftig in zijn spaarpot. Tot gisteren, want hij heeft de portemonnee van zijn overleden Opa gekregen. Trots als een pauw loopt hij daarmee rond en ik heb nu al drie keer moeten kijken hoe mooi de portemonnee wel niet is. 

Daarmee speelt hij met mijn zwakte, namelijk dat ik dat zó grappig en leuk vind dat ik geneigd ben er een euro extra tegenaan te gooien. Dat maakt hij dan ook grif gebruik van! Ooit had ik zelf een kasboek(je). Op advies van Pa aangeschaft en omdat ik aan het sparen was voor een fiets ging ik op zijn advies in. Dat kasboek heb ik nog, heb het net van zolder gehaald uit de doos ‘de oude doos’. Komt uit 1978, toen was ik 14 jaar. Het begint op 4 januari en ik had 12,50 gulden totaal in kas. Maar op de bank, voor de nieuwe fiets, 320 gulden! Ja, dat was nog uit de tijd dat je zelf voor een fiets sparen moest. Wat kom ik verder tegen..Ha, 1,50 gulden ten name van Jan Faber. Jan Faber was een begrip onder de jeugd want hij was de uitbater van de plaatselijke snackbar. Ik zie nu dat ik in drie weken twee keer bij hem geweest ben om te snacken. Wat keurig! Enkele dagen later kocht ook een pen voor school, f 2,50, en gaf ik f 1,00 uit voor snoep, met tussen haakjes erachter: ‘Voor de hele week’. Op 7 januari geef ik f 2,50 uit voor het jaarlijkse Mix-toernooi van de Volleybalvereniging. Herinneringen razen ineens door mijn hoofd, allemaal dankzij een kasboekje! Een keer per jaar werden alle leden van de Volleybalvereniging door elkaar gegooid, van jong tot oud, en speelden die tegen elkaar. Super gezellig altijd. Voor vriend Peter gaf ik f 6, 00 uit, voor een cadeautje voor zijn verjaardag. Nou ja zeg, moest ik dat zelf betalen? Ik geef mijn eigen kinderen altijd geld om een cadeautje te kopen als ze naar een verjaardag moeten!

Misschien kan ik dat nu terugeisen, met terugwerkende kracht natuurlijk…Mijn inkomsten bestonden uit zakgeld en f 20,00 die ik ontving voor het rondbrengen van Spar-folders. Voor mijn verjaardag kreeg ik, naast cadeautjes, f 15,00. Lachen! Tegenwoordig vangen die mannen van mij gemiddeld 65 euro per verjaardag! Ja, andere tijden. Vervlogen tijden kan ik beter zeggen, weer opgerakeld omdat ik alles maar bewaar uit die tijd. Als straks de jongens uit school komen duw ik wel even het kasboekje onder hun neus. Ze mogen best weten hoe het ‘toen’ was. Alleen moet ik nog wel even wat bedenken hoe ik het breng want het kasboekje bevat maar anderhalve bladzijde tekst. Ik had het namelijk maar vierentwintig dagen volgehouden!

 

Arjen Veldhuizen