‘Wie de oplossing vindt, verdient een standbeeld’, verzuchtte iemand tijdens de zoveelste discussie over de vraag wat Stompwijk op de korte termijn kan doen om zijn problemen met het zware vrachtverkeer te verhelpen. Inderdaad is De Oplossing de afgelopen tijd nog niet echt dichterbij gekomen. Afgelopen zomer hebben veel organisaties zich gebogen over een maatregel waarbij zwaar geladen vrachtwagens uit het dorp geweerd zouden kunnen worden. De gemeente heeft becijferd dat met deze maatregel (‘asdrukbeperking’) zo’n 10% van het zware vrachtverkeer zou kunnen worden geweerd. Maar een meerderheid was van mening dat de winst van een dergelijke maatregel niet opweegt tegen de nadelen ervan voor de ondernemers: te veel administratie, te omslachtig, deels niet uitvoerbaar. Hoe nu verder?
Problemen met vrachtverkeer in woongebieden worden in Nederland doorgaans op 2 manieren opgelost: of via de aanleg van een alternatieve route voor het vrachtverkeer, óf via het maken van afspraken met vrachtautochauffeurs dat ze in hun rijgedrag meer rekening zullen houden met hun omgeving (een ‘convenant’). De eerste maatregel is ook in Stompwijk in beeld, maar de aanleg van de veelbesproken rondweg is nog allerminst zeker en biedt voor de komende jaren nog geen verlichting. En het effect van afspraken over rijgedrag is meestal maar van korte duur.
In Stompwijk zou een combinatie van beide maatregelen succes kunnen hebben, juist omdat het dorp en zijn ondernemers zo’n hechte relatie met elkaar hebben. Te denken valt aan de aanleg van een terrein bij of in het huidige bedrijvengebied naast de sporthal. In elk geval de loon en transportbedrijven die zijn gevestigd aan de Dr. van Noortstraat en Stompwijkseweg zouden daar hun wagens kunnen parkeren als zij ’s avonds naar hun thuisbasis terugkeren. De chauffeurs zouden vervolgens met hun auto naar huis kunnen gaan en hoeven dan niet ’s morgens vroeg opnieuw met hun materieel over de hobbelige weg te rijden, waarvan ze naar eigen zeggen enorm veel schade oplopen. Hun bedrijven zouden hun activiteiten (administratie e.d.) gewoon op hun huidige plek kunnen blijven voortzetten.
Het terrein zou uiteraard beveiligd moeten worden, via een hek en bewaking ter plekke of op afstand (camera’s). Wellicht is het mogelijk hiervoor gelden binnen te halen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het ‘Saneringsprogramma verkeerslawaai’. Met een dergelijke maatregel zou het dorp niet van alle vrachtwagens worden verlost, maar wel van een deel van de grootste en de zwaarste.
Ik roep de ondernemers van Stompwijk op dit idee samen met de gemeente te bespreken en uit te werken. Sommigen, met wie ik de afgelopen maanden heb gesproken, hebben al te kennen gegeven het helemaal geen gek idee te vinden. Een serieuze bestudering ervan mag van hen worden gevraagd, omdat Stompwijk bekend staat als een ‘ondernemersdorp’ en ondernemers in
het sociale leven vaak een leidende rol spelen. Zij verdienen het niet dat met de beschuldigende vinger naar hen wordt gewezen, als zouden zij schurken zijn die het dorp kapot rijden zonder zich iets van de bewoners aan te trekken.
Ondernemers van Stompwijk, neemt uw verantwoordelijkheid! Overigens ben ik van mening dat wij in Stompwijk onze hardwerkende tuinders en boeren best met een fraai beeld zouden mogen eren.
Jos Teunissen
Volgende week: de slag om de schaarse ruimte.