Zondagmorgen na het ontbijt werden de trailers op volgorde neergezet, en om tien uur die morgen gingen we vanuit de stad Sibiu op weg naar het dorp Ighisu vechi,gelegen in ’n hoog gelegen gebied in een van de uitlopers van de karpaten. Daar zouden we worden verwelkomd door de plaatselijke bevolking maar ook door inwoners uit een van de andere vijf dorpen, die in aanmerking zouden komen voor onze hulpgoederen. De afstand er naar toe was ongeveer 45 km. Ook kwamen we nog langs verschillende dorpen waar we de jaren er voor ook al hulpgoederen hadden gebracht, luid claxonerend gingen we er door heen, toe gezwaaid door de kinderen met hun ouders.Ook werd er onderweg in opdracht van de leiding geheel onverwachts het gehele convooi verzocht te stoppen. Er wachtte een verrassing, het bestuur van de S.K.R. had nl. van de Roemeense autoriteiten toestemming gekregen, de verzegeling van de trucs, die normaliter alleen door en in het bijzijn van de Roemeense douane mocht worden verbroken, en waar we dikwijls op de dag van de uitdeling, uren en uren op die heren moesten wachten. Nu, waarschijnlijk door het vertrouwen dat de S.K.R. in die vijftien jaar heeft opgebouwd, mocht de leiding de zegels zelf verbreken. Deze mededeling werd met gejuich begroet, want dat betekende dat we maandag al om 7 uur met het uitdelen konden beginnen en die tijd hadden we (voor de ruim 900 gezinnen) hard nodig. Voorwaarde was, dat deze handeling buiten een van de dorpen zou plaats vinden, (w.s. was deze handeling niet legaal) en zo geschiedde. Er stonden veel mensen langs de weg toen we het dorp Ighsu vechi binnen reden, we werden door de burgemeester van het dorp, getooid met ‘n sjerp om in de kleuren van de Roemeense vlag welkom geheten, ook werd er volgens traditie palinka ( ’n sterk goedje ) met brood en zout aangeboden.In het dorpshuis, ’n grote kale ruimte met ’n podium, waar twee grote ijzeren kachels (tonnen) houtgestookt zorgden dat het er behaaglijk warm was, had men voor deze gelegenheid een aantal houten banken geplaatst, en er werd door de kinderen van het dorp, ( gekleed in traditionele kleding ) een zang en dans voorstelling gegeven, hartverwarmend.
Na de voorstelling mochten we onze tijd zelf in delen, maar om zes uur moest ik me weer in de keukenwagen melden, want er moet tenslotte ook nog gegeten worden, en wel door zo’n zeventig personen en dat kost best wat tijd, op het menu stond macaroni. Tijdens het verblijf in het dorp, werd het dorpshuis gebruikt als onze verblijfs ruimte, we hadden tafels en stoelen mee genomen en in het dorpshuis geplaatst zodat we daar konden eten en eventueel wat kletsen of een kaartje leggen. Omdat we maandag al om zeven uur met het uitdelen konden beginnen, moest de eerste groep al om 6 uur ontbijten dat betekende voor de keukenploeg dat de wekker op 5 uur gezet moest worden, dus maar weer vroeg naar bed. Thuis, voor deze reis, vroeg ik me zelf af, of de toestand in die dorpen al wat was verbeterd, niet dus, alleen de doorgaande weg was verhard, de rest niet, en dus bij regen? een grote baggerzooi. EN het belangrijkste de mensen ?. Ach.. met een blik zie je het al, en als het je het goed gaat, ga je toch niet uren en uren in de vrieskou in ’n rij staan te wachten op voedsel, kleding of andere hulpgoederen? En het waren er echt velen.
Hoe alles verder verloopt vertel ik de volgende week wel weer.
Theo.v.d.Meer